Biologie

15. Bloed en lymfe

Gegeven door:
Lucas Mensink
Beschrijving Begrippen Examenvragen

In deze video met uitleg voor biologie gaan we het hebben over bloed en lymfe. We behandelen de volgende onderwerpen: bloedplasma, weefselvloeistof, rode bloedcellen, witte bloedcellen, bloedplaatjes en tot slot behandelen we een stuk over de lymfe. Gebruik deze uitleg om je goed voor te bereiden op het biologie examen, SE's en/of andere toetsen!

Bloedarmoede

Iets wat ontstaan als een persoon te weinig hemoglobine in het bloed heeft

Bloedplaatjes

Afsplitsingen van grote cellen in het beenmerg. Ze spelen een belangrijke rol bij de bloedstolling

Bloedplasma

Bestaat uit water, waarin mineralen, eiwitten, hormonen en vetten zijn opgelost. Bloedplasma vervoert bloedcellen door het lichaam. Daarnaast hebben de eiwitten verschillende functies, zoals het stollen van bloed

Bloedstolling

Het proces waarbij bloed hard wordt. Bloedstolling is belangrijk om te voorkomen dat er bloed verloren gaat wanneer er een scheur in een bloedvat is ontstaan

Bloedvaten

Het bloed in het menselijk lichaam stroomt door bloedvaten. Deze hebben verschillende groottes en diktes en hebben verschillende functies

Filtratie

Het proces waarbij er, door de bloeddruk in de haarvaten, vocht door de vaatwanden naar buiten geperst wordt. Het wordt veroorzaakt door bloeddruk

Hemoglobine

Kleurstof in rode bloedcellen, die zuurstof en koolstofdioxide bindt en daardoor voor het transport van deze stoffen zorgt

Lymfe

Bestaat uit weefselvocht. Het is een kleurloze vloeistof die door het lymfevatenstelsel stroomt

Rode bloedcellen

Zorgen voor het transport van zuurstof. Rode bloedcellen bestaan voor een groot deel uit hemoglobine en worden aangemaakt in het beenmerg

Witte bloedcellen

Kleurloze cellen die betrokken zijn bij de afweer tegen virussen en bacteriën en een rol spelen bij de opbouw van immuniteit

Welke bloedbestanddelen zetten de bloedstolling in gang?

A. bloedplaatjes en bloedplasma

B. bloedplaatjes en rode bloedcellen

C. bloedplaatjes en witte bloedcellen

D. bloedplasma en rode bloedcellen

E. bloedplasma en witte bloedcellen

F. rode bloedcellen en witte bloedcellen

A1: Stofwisseling van de cel

A2: Stofwisseling van het organisme

A3: Zelfregulatie van het organisme

A4: Afweer van het organisme

A5: Waarneming door het organisme

A6: Regulatie van ecosystemen