Biologie

2. Overzicht witte bloedcellen

Gegeven door:
Richard Mozes
Beschrijving Begrippen Examenvragen

In deze online kennisclip voor biologie zullen we dieper ingaan op de functie van witte bloedcellen met betrekking tot het afweersysteem.

Antigeen

Lichaamsvreemde stof of cel die zorgt voor de vorming van antistoffen.

Antiresus

Antistof tegen het resusantigeen/de resusfactor.

Antistof

Plasma-eiwit (= immunoglobuline) die antigenen bindt.

Beenmerg

Weefsel in de beenderen van gewervelden. Er bestaat rood en wit(geel) beenmerg. Uit het rode ontstaan rode en witte bloedcellen.

B-Lymfocyt

Type lymfocyt, die o.a. in het beenmerg geproduceerd wordt. Een B-lymfocyt produceert antistoffen.

Cellulaire afweer

Deel van de specifieke afweer bedoeld om ziekteverwekkers te vernietigen in besmette lichaamscellen.

Fagocytose

Insluiten en verteren van ziekteverwekkers door fagocyten (macrofagen en granulocyten).

Granulocyt

Bepaald type witte bloedcel die aan fagocytose kan doen.

Lymfocyt

Bepaald type witte bloedcellen. Lymfocyten hebben een grote kern. (zijn diverse soorten lymfocyten).

Macrofaag

Grote witte bloedcel, die fagocyteert.

Specifieke afweer

Afweer gericht tegen 1 type ziekteverwekker.

Thymus

Orgaan dat betrokken is bij de specifieke afweer.

T-lymfocyt

Witte bloedcel die in de thymus uit voorlopercellen ontwikkelt. Een T-lymfocyten is betrokken bij afweerreacties.

Welke cellen spelen een doorslaggevende rol bij het ontwikkelen van een allergie?
A - Dekweefselcellen van longen en neusholte
B - Opperhuidcellen van de levende opperhuid
C - Rode bloedcellen
D - Witte bloedcellen

A1: Stofwisseling van de cel

A2: Stofwisseling van het organisme

A3: Zelfregulatie van het organisme

A4: Afweer van het organisme

A5: Waarneming door het organisme

A6: Regulatie van ecosystemen