Biologie

3. Monohybride kruisingen

Gegeven door:
Margot Morssinkhof
Beschrijving Begrippen Examenvragen

Met deze online kennisclip voor biologie leer je alles over monohybride kruisingen en hoe je ze het beste kunt weergeven in een kruisingsschema.

Allel

Een bepaalde variant van een gen

Erfelijk

Overdragen van genen die zowel zichtbaar als onzichtbaar zijn

Fenotype

De waarneembare eigenschappen van een individu

Gen

Deel van de chromosoom met de informatie voor één erfelijke eigenschap

Genotype

De erfelijke informatie in het DNA

Heterozygoot

Een organisme is heterozygoot voor een bepaalde eigenschap wanneer deze wordt vertegenwoordigd door twee verschillende allelen

Homozygoot

Een organisme is homozygoot voor een bepaalde eigenschap wanneer deze wordt vertegenwoordigd door twee dezelfde allelen

Monohybride kruising

Een kruising waarbij gekeken wordt naar de overerving van één erfelijke eigenschap

Recessief

Een genetische eigenschap is recessief wanneer bij een diploïd organisme deze eigenschap alleen tot uiting komt wanneer een dominant allel ontbreekt

Dominant

Een genetische eigenschap is dominant aanwezig als bij een diploïd organisme slechts één van de twee allelen van een gen tot uiting komt

Henk Haagsman, hoogleraar moleculaire afweer aan de Universiteit Utrecht, vermoedde een verband tussen de zuurdere slijmlaag en het veel voorkomen van longinfecties bij CF. Zijn hypothese was: de werking van bacteriedodende eiwitten (|ysozymen) in het longslijmvlies wordt bij] patiënten met CF geremd door de lagere pH. Om deze hypothese te testen werd een experiment uitgevoerd met varkens. Het longslijmvlies van gezonde varkens werd behandeld met een NaCl-oplossing of met C02. Door de CO2 wordt de pH van het longslijmvlies verlaagd, waardoor deze overeenkomt met de pH van het longslijmvlies van varkens met CF. Met NaCI blijft de pH hetzelfde. Het longslijmvlies van varkens met CF werd behandeld met NaCI of met NaHCO3. Door NaHCO3 wordt de pH verhoogd, zodat de pH van gezonde varkenslongen benaderd wordt. Vervolgens werd bij de vier groepen varkens het longslijmvlies geïnfecteerd met de bacterie Staphylococcus aureus. Hierna werd de sterfte van deze bacteriën bepaald.


Voor het onderzoek heeft men nauw verwante biggen met en zonder CF vergeleken. CF wordt ook bij varkens veroorzaakt door een autosomaal recessief allel van het CFTR-gen. De biggen die in het onderzoek werden gebruikt waren allemaal homozygoot voor het CFTR-gen.

Welke twee ouderdieren zijn voor het onderzoek met elkaar gekruist om onder andere homozygote biggen zonder CF en biggen met CF te verkrijgen?

Zeug (vrouwelijk varken)                  Beer (mannelijk varken)

A - Drager voor CF (heterozygoot)         Gezond (homozygoot)

B - Drager voor CF (heterozygoot)         Drager voor CF (heterozygoot)

C - Gezond (homozygoot)                  Met CF

D - Met CF                                  Drager voor CF (heterozygoot)

E - Met CF                                 Met CF

D1: Erfelijke eigenschappen