In deze video bespreken we geaggregeerde vraag en aanbod. Daarbij kijken we de relatie die dit heeft tot het nationaal prijsniveau, en waarom die relatie bestaat. Zo kijken we naar het export effect en het rente effect, en bespreken we het verschil op de korte en de lange termijn.
1. Geaggregeerde vraag en aanbod

Het verband tussen de prijs van een product en de gevraagde/aangeboden hoeveelheid naar een product door alle consumenten
Het verband tussen de prijs van een product en de gevraagde/aangeboden hoeveelheid naar alle producten door alle consumenten
Lagere binnenlandse prijzen veroorzaken een grotere buitenlandse vraag (aangezien producten hier goedkoop zijn)
Lagere prijzen zorgen voor minder vraag naar geld (lagere rente) wat zorgt voor meer bestedingen omdat meer mensen gaan lenen en minder gaan sparen
Lonen zijn op de korte termijn rigide (moeilijk veranderbaar) aangezien deze doorgaans vastliggen in contracten
De president van de ECB kondigt een renteverlaging aan naar 0,25 procent om de deflatie in Europa tegen te gaan. Als gevolg van de renteverlaging door de ECB verlagen de Nederlandse banken op hun beurt de rente voor hun klanten.
Leg uit dat de renteverlaging door Nederlandse banken deflatie in Nederland kan tegengaan.
Een voorbeeld van een juist antwoord is:
- Door de renteverlaging zullen de bestedingen van consumenten toenemen / wordt voorkomen dat consumenten bestedingen uitstellen (omdat consumenten minder gaan sparen / gemakkelijker kunnen lenen)
- Door de stijgende vraag / doordat de vraag op peil blijft, ontstaat (bij gelijkblijvend aanbod) opwaartse druk op de prijzen