Economie

7. Rente

Gegeven door:
Henk de Beuker
Beschrijving Begrippen Examenvragen

In deze video wordt het verschil tussen nominale en reële rente besproken. Ook wordt de formule voor het uitrekenen van de reële rente uitgelegd.

Nominale rente

Het daadwerkelijke rentepercentage dat vermeld wordt

Reële rente

Het rentepercentage gecorrigieerd voor inflatie

Centrale bank

Een openbare instelling die de valuta van een land of groep landen beheert en die de geldvoorraad controleert

Inflatie

Algemene stijging van de prijzen van goederen en diensten

Tekstfragment 1:

Het Nederlands pensioenstelsel bestaat uit drie pijlers, die samen de totale uitkering bepalen die iemand ontvangt als hij de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt. De pijlers zijn:

het staatspensioen (AOW)

het bedrijfspensioen

het individueel opgebouwde pensioen

De tweede pijler, het bedrijfspensioen, wordt opgebouwd voor werknemers in loondienst. Werkgevers en werknemers leggen premie in bij pensioenfondsen, die de premies beleggen. Het stelsel van bedrijfspensioenen staat onder andere onder druk door lage beleggingsrendementen. Als gevolg daarvan zijn de bedrijfspensioenuitkeringen in de periode 2014-2018 gelijk gebleven, terwijl de cao-lonen en de consumentenprijzen in diezelfde periode wel zijn gestegen


Gebruik tekstfragment 1.

Maak onderstaande redenering economisch juist: 


Er is de laatste jaren geen sprake geweest van een waardevast bedrijfspensioen, omdat de …(1)… waarde van het bedrijfspensioen niet is meegestegen met de …(2)….


Kies uit:

bij (1) nominale / reële

bij (2) cao-lonen / inflatie

F1: Conjuncturele verschijnselen