In deze oefenopgave voor natuurkunde bespreken we de trillingstijd van een verende auto. Ook berekenen we de snelheid en geven we toelichting over het begrip resonantie. De opgave wordt uitgelegd aan de hand van een voorbeeld over vier personen in een auto.
10. Oefenopgave: verende auto

Een bepaald moment in de trilling. Het symbool is Phi ϕ
Het verschijnsel dat plaatsvindt wanneer een trillend voorwerp een ander voorwerp in trilling brengt, doordat de trillingen via een tussenstof worden doorgegeven
De tijd die nodig is voor een volledige trilling
Bestaat uit een veer waaraan een massa is opgehangen. De massa en de veerconstante bepalen de trillingstijd
Drukt uit hoe stijf/stug een veer is en geeft aan hoe groot de kracht moet zijn voor een bepaalde uitrekking
Het vermogen om een kracht op te vangen door rek (tegenduw-kracht)
De eenheid waarmee de grootheid kracht wordt aangegeven
De aantrekkingskracht tussen een object en de aarde. Wordt ook gravitatiekracht genoemd. Je berekent de zwaartekracht met de formule Fg=G×m×Mr2: F is de gravitatiekracht, m en M zijn de massa’s van twee voorwerpen, r is de afstand tussen de zwaartepunten en G is de gravitatieconstante in Binas tabel 7A
Trillingstijd
Een natuurkundige grootheid die de hoeveelheid van iets aangeeft. Het wordt uitgedrukt in kilogram
De aantrekkingskracht tussen een object en de aarde. Wordt ook gravitatie genoemd. De zwaartekracht kun je berekenen met de formule Fz = m*g, waarbij m de massa in kilogram is en g voor de constante valsnelheid staat. Op aarde is de constante valsnelheid 9,81 m/s
De periodieke beweging van een voorwerp om een evenwichtsstand
Op 10 juni 2000 werd in Londen de Millenniumbrug geopend. Deze hangbrug werd al na drie dagen gesloten. Als er veel mensen op de brug liepen, begon het deel van de brug tussen de pijlers te trillen. Eerst trilde de brug nog nauwelijks, maar doordat er steeds meer mensen in hetzelfde ritme over de brug gingen lopen als waarmee de brug trilde, werd het trillen van de brug steeds erger.
Hoe heet dit natuurkundig verschijnsel?
Resonantie.