Deze oefenopgave voor natuurkunde gaat over het berekenen van frequenties van trillingen en het bepalen van de tijdbasis voor een oscillogram. We laten zien hoe je deze gegevens kunt aflezen uit een oscilloscoop.
8. Oscillogrammen (Opgaven)


Hallo ik heb een vraagje over de eerste vraag, ik had 2: 0,01= 200 Hz gedaan zo heb ik het van mn docent geleerd zoveel mogelijk als het kan aantal T pakken en dat delen door de tijd, dus in dit geval zijn er 2T en dat duurde 10 hokjes toch. Als het fout is graag hoor ik van u hoe zo het fout is

Hoi Fatima! Ik begrijp jouw uitleg niet helemaal, maar ik zal proberen uit te leggen hoe je dit het best kan aanpakken. We willen de frequentie f weten. Deze kunnen we berekenen door 1 / T te doen (f = 1 / T). Om de frequentie te berekenen moeten we dus eerst T weten. T is de tijd die één hele trilling duurt. We zien inderdaad dat er twee hele trillingen in het scherm te zien zijn in 10 hokjes. Één trilling duurt dus 5 hokjes. T is dus 5 hokjes. Ook weten we dat één hokje 0,2 milliseconde duurt (dat zie je door 0,2 ms/div onder de grafiek, waarbij div staat voor hokje in dit geval). T is dus 5 hokjes x 0,2 ms = 1 ms. 1 milliseconde is gelijk aan 1,0 x 10^-3 seconden. De frequentie is dus f = 1 / T = 1 / (1 ,0 x 10^-3 ) = 1 ,0 x 10^3
Het aantal trillingen per seconde. Er geldt f=1/T, waarbij f = frequentie (Hz), T = trillingstijd (s), de eenheid is Hertz (Hz)
De lengte van een golfberg en een golfdal samen, gemeten in rechte lijn
Een golf die zich met een constante snelheid (v) voortplant in een bepaalde richting
Een door een oscillograaf opgetekende grafiek, of een op het beeldscherm van een oscilloscoop aanwezige figuur
Een apparaat dat elektrische trillingen weergeeft met een lichtpuntje
Een golf die zich niet in een bepaalde richting verplaatst. Alleen de amplitude varieert langs de golf
De tijd die nodig is voor een volledige trilling
De maximale uitwijking van een trillend object tijdens de trilling
Is een trilling die een object uitvoert als de netto kracht die erop werkt altijd naar de evenwichtsstand gericht is en evenredig is met de uitwijking van het object
Is de positie die het bewegende object zou innemen als het niet bewoog
Een trilling die zich voortplant is een medium