Met behulp van deze uitlegvideo voor scheikunde leer je alles over koolhydraten. We gaan in de video kijken naar wat koolhydraten nou eigenlijk zijn, welke functie ze hebben en zullen we het hebben over verschillende soorten koolhydraten. Heel veel kijkplezier en succes met het voorbereiden van je scheikunde examen, toetsen of SE’s!
3. Koolhydraten

Koolhydraten die bestaan uit twee sachariden
Een belangrijk monosachararide met 6 C-atomen dat wordt gevormd bij de fotosynthese en afgebroken bij de dissimilatie
Een polysacharide die is opgebouwd uit glucose-eenheden, bij mensen en dieren is opgeslagen in de lever en dient als energieopslag
De splitsing van een chemische binding onder opname van een molecuul water
Voedingsstoffen (suikers) die dienen als brandstof en energieleverancier voor het lichaam
Koolhydraten die bestaan uit één sacharide
Koolhydraten die bestaan uit lange ketens van sachariden
Honing wordt door bijen gemaakt uit nectar, een suikerrijke vloeistof uit bloemen. Nectar bevat behalve water onder andere sacharose, glucose en fructose. Bijen zetten deze nectar met behulp van enzymen om tot honing, waarbij het massapercentage suikers (koolhydraten) toeneemt. Daarbij wordt de sacharose grotendeels omgezet tot glucose en fructose. Deze reactie is een hydrolyse.
Leg uit dat door de hydrolyse van sacharose het massapercentage suikers toeneemt.
Voorbeelden van een juist antwoord zijn:
− Bij de hydrolyse (van sacharose) wordt water omgezet, daardoor neemt het gehalte water af (en het massapercentage suikers dus toe).
− Bij de hydrolyse (van sacharosemoleculen) worden de H atomen en de O atomen van de watermoleculen “ingebouwd” / gebruikt voor de vorming van glucosemoleculen en fructosemoleculen. De massa van de (oorspronkelijke) watermoleculen komt dus terecht in de moleculen van suikers (waardoor het massapercentage suikers toeneemt).
− Sacharose weegt 342 g per mol en glucose en fructose wegen elk 180 g per mol, dus de totale massa suikers neemt toe (met 18 gram per mol sacharose) wanneer sacharose wordt gehydrolyseerd. (Het massapercentage suikers neemt daardoor toe.)
− Bij de hydrolyse ontstaan per molecuul sacharose steeds twee moleculen suiker: glucose en fructose. De massa van een molecuul glucose en een molecuul fructose samen is groter dan die van een molecuul sacharose (dus het massapercentage neemt toe).
Voorbeelden van een onjuist antwoord zijn:
− Uit 1 mol suiker ontstaat 2 mol suiker.
− Er ontstaan 2 suikers uit 1 suiker.