Nederlands

4. Artikel schrijven

Gegeven door:
Diede Bolsius
Beschrijving Begrippen

Op het eindexamen Nederlands wordt jouw schrijfvaardigheid getoetst. De kans is groot dat je daar een artikel moet schrijven. In deze video leren we je daarom hoe een schrijfopdracht over een artikel eruit ziet, hoe je een artikel moet schrijven en op wat voor manier zo'n opdracht beoordeeld wordt. Je kunt deze uitleg dus goed gebruiken om je voor te bereiden op het Nederlands examen, maar ook om te leren voor andere toetsen of opdrachten.

Aanleiding

Een reden of oorzaak om iets te doen

Artikel

Een redactioneel stuk met een specifiek onderwerp

Benoemen

Zeggen / aankaarten

Effectief

In een zo kort mogelijke tijd veel voor elkaar krijgen

Examinator

Iemand die het afnemen en nakijken van de examens voor zijn/haar rekening neemt

Discussie

Een gesprek waarin ieder zijn/haar gedachten uitwisselt

Geleide opdracht

Een opdracht waarin je stap voor stap wordt meegenomen

Hoofdzaken

De belangrijkste informatie uit een tekst

Signaalwoorden

Woorden die verbanden leggen tussen zinnen en alinea's

Taalgebruik

Een gebruikelijke manier of gewoonte die bij het spreken van een bepaalde taal gebruik wordt

B1. Schrijfvaardigheid

Samenvatting voor Nederlands - Artikel schrijven


Schrijfopdracht: artikel schrijven

Voordat je kunt leren hoe je een artikel schrijft, moet je eerst weten hoe de opdracht eruit ziet. Bij de schrijfopdracht over een artikel hoort een tekst. Deze tekst geeft extra informatie die je nodig hebt bij het schrijven van een artikel. In dit geval bespreken we een het examen van 2019. Daar was de titel van de tekst: “Scholen worstelen nog met schermpjes in de klas”. Over deze tekst moesten de leerlingen meerkeuzevragen beantwoorden en een artikel schrijven. Laten we de tekst even doornemen, voordat we gaan kijken naar de opdracht. De hele tekst zie je in de video.


In de tekst wordt als eerste een voorbeeld gegeven. Steven Geurts is biologiedocent en vertelt dat hij last heeft van de schermen in de klas. Hoe interessant zijn les ook is, hij wint het niet van de schermen. Hij was het zat om politieagent te spelen en kocht een telefoontas. Een soort schoenentas, waar 30 telefoons in passen. Hij laat vervolgens weten dat het fantastisch werkt en dat de leerlingen actiever zijn.


Vervolgens worden de uitslagen van een onderzoek beschreven. De meeste leerkrachten staan telefoons toe in de klas, en er worden steeds meer laptops en tablets gebruikt. De uitslagen van andere onderzoeken over meerdere informatieverwerkende processen tegelijk uitvoeren, worden ook beschreven. Het blijkt voor een mens onmogelijk te zijn om meerdere informatieverwerkende processen zonder verlies van snelheid en nauwkeurigheid uit te voeren. En dus is het gebruik van schermen in de klas wellicht niet zo effectief. 


Het blijkt vervolgens dat meerdere scholen op zoek zijn naar een oplossing voor alle schermpjes in de klas. Dat blijkt uit de populariteit van de telefoontas. De meeste scholen kiezen voor een middenweg als het om technologie gaat. Krischner zegt dat ICT in het onderwijs goed kan zijn, maar het moet geen doel op zich zijn. Vervolgens zegt Van Domselaar dat je omgaan met mobiele telefoons moet leren. Hij zegt: ‘’Leerlingen moeten leren dat het sociaal onwenselijk is tijdens de les te whatsappen, daarin ligt een taak van de docenten.”


Voorbeeld schrijfopdracht

We hebben de tekst nu niet secuur gelezen. Dat moet je natuurlijk wel doen als je zelfstandig een soortgelijke opdracht gaat maken. Wel weet jij nu globaal waar de tekst over gaat. De schrijfopdracht die werd gegeven bij deze tekst was als volgt:


In de les maatschappijleer behandelen jullie de tekst ‘Scholen worstelen nog met schermpjes in de klas’. De tekst is heel herkenbaar, want ook bij jou op school is het regelmatig onduidelijk of je de mobiele telefoon wel of niet mag gebruiken tijdens de les. Sommige docenten staan wel toe dat je je mobiele telefoon tijdens de les gebruikt, andere verbieden het gebruik ervan volledig en bij weer andere docenten wordt een soort telefoontas gebruikt. Er ontstaat dan ook een levendige discussie over het wel of niet mogen gebruiken van je mobiele telefoon tijdens de lessen.


Ook wordt er gediscussieerd over het nut om een algemene schoolregel voor het gebruik van de mobiele telefoon in te voeren. Je besluit dat je je verder wilt verdiepen in dit onderwerp. Daarvoor interview je leerlingen en docenten over hun ideeën over het omgaan met de mobiele telefoon in de lessen. De meeste leerlingen en docenten gaven zowel voordelen als nadelen aan van het gebruik van de mobiele telefoon tijdens de les en dat verbaast je wel enigszins. Je had verwacht dat de leerlingen vrijwel alleen voordelen zouden noemen en de docenten bijna alleen maar nadelen. Het is dus minder eenvoudig dan het lijkt.


Je vindt het hoe dan ook belangrijk dat de school een duidelijk telefoonbeleid hanteert. Om de school daarvan te overtuigen, schrijf je een artikel voor de nieuwsbrief van de school. In dit artikel ga je in op de voor- en nadelen van het gebruik van de mobiele telefoon tijdens de les en de mogelijke manieren om tijdens de les met de telefoon om te gaan. Ook geef je weer hoe de school volgens jou met mobiele telefoons om moet gaan. Je onderbouwt je eigen standpunt met argumenten. Uiteindelijk hoop je dat de schoolleiding door jouw artikel een duidelijk telefoonbeleid zal invoeren.


Bij deze opdracht komt ook een geleidende opdracht. Die ziet er zo uit:


Opdracht: Schrijf het artikel voor de nieuwsbrief van school. Gebruik daarvoor de gegevens op de vorige bladzijde en de tekst ‘Scholen worstelen nog met schermpjes in de klas’. Gegevens die niet in de opdracht vermeld staan, moet je zelf bedenken. 

Besteed in jouw artikel aandacht aan de volgende punten: 

− de aanleiding om het artikel te schrijven: discussie over…; 

− twee verschillende voordelen van het gebruiken van de mobiele telefoon tijdens de les; 

− twee verschillende nadelen van het gebruiken van de mobiele telefoon tijdens de les; 

− benoemen dat je een interview gehouden hebt en wie je geïnterviewd hebt; 

− één opvallende uitkomst van het interview; 

− wat volgens jou de beste manier is voor jouw school om met de mobiele telefoon in de les om te gaan; − twee passende argumenten die jouw mening ondersteunen; 

− wat je hoopt te bereiken met je artikel. 


Maak er een samenhangend geheel van en zet er een passende titel boven. Zet je voor- en achternaam onder het artikel. Let op: Zorg ervoor dat je tekst minimaal uit 100 woorden bestaat. Bij minder dan 100 woorden krijg je geen punten voor taalgebruik.


Nu weet je hoe de opdracht er uit ziet. Het is nu tijd om de opdracht echt te maken.


Een artikel schrijven: oefenen

De geleide opdracht met de gedetailleerde punten kun je het beste gebruiken als basis. Ieder punt ga je een voor een verwerken. Zodra je een punt hebt verwerkt, mag je dit wegstrepen. Zo behoud je het overzicht. Een tip: herhaal zoveel mogelijk woorden uit de opdracht. Zo maak je de kans op spelfouten het kleinst.


We beginnen met het eerste punten. De aanleiding, oftewel: waarom schrijf je dit artikel? Je zou kunnen beginnen met: Een discussie in de klas, naar aanleiding van de tekst: ‘Scholen worstelen nog met schermpjes in de klas’, is de reden waarom ik dit artikel schrijf. Daarna streep je het eerste punt weg.


We gaan door naar het tweede punt. Noem twee verschillende voordelen van het gebruik van mobiele telefoon tijdens de les. Wat voor zinnen zou je gebruiken? Denk aan de tip! Herhaal zoveel mogelijk woorden uit de opdracht. Er zijn twee voordelen van het gebruiken van de mobiele telefoon tijdens de les. Ten eerste: de leerlingen kunnen snel wat opzoeken als ze iets niet begrijpen. Ten tweede kunnen de leerlingen veel sneller werken op hun mobiele telefoon. Vervolgens streep je ook dit punt weg. Je gaat net zo lang door totdat je alle punten weg hebt gestreept.


Lees vervolgens ook de laatste zinnen. Er staat namelijk dat je er een samenhangend geheel van moet maken. Dit doe je door alinea’s toe te voegen, maar ook door signaalwoorden te gebruiken, zoals we bij het tweede punt hebben gedaan.


Er staat ook in de opdracht dat je een passende titel boven je artikel moet zetten. Wat is volgens jou een passende titel? Stel, jij hebt in de tekst de stelling ingenomen dat je de mobiele telefoontjes uit de klas wilt hebben, zodat de leerlingen zich beter kunnen concentreren, dan zou ‘Mobiele telefoons uit de klas’ een goede titel kunnen zijn. Die zit je vervolgens boven je artikel.


Vergeet je voor- en achternaam niet te noemen, want dat staat ook in de opdracht beschreven. Als laatste tel je ook je aantal woorden. Heb je minimaal 100 woorden gebruikt? En dan ben je klaar met de opdracht.


Beoordeling schrijfopdracht

Maar, hoe wordt zo’n opdracht nu beoordeeld? Bij dit examen kreeg de examinator dit nakijkblad (zie video). Je ziet dat je in totaal 13 punten kon krijgen voor deze elementen: de inhoud, het taalgebruik en voor de presentatie en conventies. Deze dertien punten krijg je cadeau, maar zodra je een foutje hebt gemaakt of iets niet gedaan hebt, gaat er 1 punt af.


Als je alle punten hebt genoemd in de inhoud, zoals deze genoemd werden in de geleide opdracht, krijg je daarvoor 6 punten. Noem je een punt niet, dan gaat er 1 punt af. Er wordt ook gekeken naar het taalgebruik. Zonder fouten krijg je hiervoor 5 punten cadeau. Maar als je een fout maakt door onvolledige zinnen te gebruiken, of bijvoorbeeld kiest voor de verkeerde woordkeus, kunnen er punten afgetrokken worden.


Tenslotte krijg je nog 2 punten voor de conventies. Heb je een passende titel, zijn jouw voor- en achternaam vermeld, heb je een alinea indeling, heb je gezorgd voor samenhang, heb je een logische volgorde en passend taalgebruik gebruikt? Als je dit allemaal gedaan hebt, krijg je 2 punten cadeau. Het lijken misschien veel onderdelen waar je aan moet denken, maar al deze punten staan in de opdracht vermeld. Lees dus rustig en secuur en streep weg wat je al gedaan hebt.


Tot zover de samenvatting over het schrijven van een artikel. Vergeet niet om ook de andere uitlegvideo’s voor Nederlands te bekijken, zodat je straks goed voorbereid bent op het eindexamen. Succes!