Aardrijkskunde

10. Verwering (exogene processen)

Gegeven door:
Richard Mozes
Beschrijving Begrippen Examenvragen

Verwering, erosie en sedimentatie zijn processen waarover vrijwel altijd iets over gevraagd wordt op je aardrijkskunde examen. Bereid je daarom dus goed voor op je examens door de reeks uitlegvideo's over exogene processen te bekijken.

Aardkorst

De dunne buitenste schil van de aarde, die bestaat uit continentale en oceanische korst.

Aride en semi-aride zone

De landschapszone in het gebied van het woestijn- en steppe klimaat (BW en BS) met woestijnplanten en grassteppe planten.

Boreale zone

De landschapszone in een gebied van het D-klimaat met naaldbos als natuurlijke plantengroei en permafrost.

Erosie

Het opnemen en wegvoeren van het losse afbraakmateriaal van verwering door de beweging van water, wind en ijs.

Exogene processen

Een verzamelnaam voor de geologische processen die van buitenaf op de aardkorst inwerken. Betreft verwering en erosie door water, wind en ijs.

Fysische verwering/mechanische verwering

Een vorm van verwering waarbij het gesteente tot losse stukken kapot gemaakt wordt zonder dat de samenstelling verandert.

Kalk(steen)

Kalk die verhard is door druk door het gewicht van sedimenten of door samendrukking door plooiing. Kalk ontstaat in zee als organische kalk uit de kalkskeletten van kalkdeeltjes of als chemische kalk door het neerslaan van opgeloste kalkhoudende stoffen.

Sediment

Een verzamelnaam voor al het losse materiaal (zand, klei, grind, organisch afval van planten en dieren) dat door wind, water en ijs op het land of in zee wordt afgezet.

Sedimentatie

Afzetting door water, wind of door ijs meegenomen materiaal.

Sedimentgesteente

Gesteenten die zijn gevormd door verharding van elk type sediment, chemische neerslag uit een oplossing of verharding van een laag met overblijfselen van plantaardige of dierlijke herkomst.

Polaire zone

Landschapszone met een E-klimaat met toendraplanten als vegetatie en permafrost.

Verwering

Een verzamelnaam voor de processen die zorgen voor afbraak van gesteente. Bestaande uit mechanische verwering (fysische verwering) en chemische verwering.

Leg uit dat er in een oud gebergte als het Scandinavisch Hoogland minder afbraak door stromend water plaatsvindt dan in jonge gebergten als de Alpen, de Himalaya en de Andes.

Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

B1. Samenhangen en verschillen op regionaal niveau

B2. Samenhangen en verschillen op aarde

B3. De aarde als natuurlijk systeem en lokale effecten