Klimaatverandering. We kennen het begrip allemaal wel. Er is de laatste tijd veel sprake van opwarming van de aarde en dit resulteert in de verandering van klimaten op de wereld. Maar hoe komt deze opwarming nou tot stand en wat zijn de gevolgen hiervan? Als je examen doet in aardrijkskunde op vwoniveau moet je hier enigszins antwoord op kunnen geven, en daarom hebben we hier een uitleg-video aan gewijd.
2. Klimaatverandering

De verplaatsing van lucht in de atmosfeer via de grote circulatiecellen en windsystemen.
Gassen die door hun aardopwarmingsvermogen in de atmosfeer bijdragen aan het verhogen en in stand houden van de evenwichtstemperatuur van de aarde (het broeikaseffect).
Wijziging van de kenmerken van het klimaat in een gebied door natuurlijke of menselijke oorzaken.
Het verschijnsel dat de atmosfeer (vooral door de aanwezigheid van koolstofdioxide, methaan en waterdamp) een deel van de warmtestraling van de aarde tegenhoudt.
Een luchtlaag op een hoogte van 15-40 km in de atmosfeer waar de ultraviolette straling wordt geabsorbeerd en de aanmaak van ozon uit zuurstofmoleculen wordt bevorderd.
Toename van het gehalte aan broeikasgassen in de atmosfeer, waardoor de atmosfeer meer warmtestraling van de aarde tegenhoudt en de temperatuur stijgt.
De stijging van de zeespiegel door uitzetting van zeewater en door de opwarming die zorgt voor een extra toevoer van water door het afsmelten van ijs.
De dampkring, of atmosfeer, is een dunne deken van lucht om de aarde. De dampkring houdt onze planeet op een comfortabele temperatuur.
Gebruik bron 1.
Klimaatverandering leidt in Apulië tot verwoestijning. Veranderingen in de neerslag lijken hierin niet bepalend te zijn.
Beschrijf de wijze waarop klimaatverandering in Apulië wel tot verwoestijning leidt.
Bron 1: Verwoestijning in Zuid-Italië
Meer dan een vijfde deel van het grondgebied van Italië is gevoelig voor verwoestijning. De gebieden waar het risico op verwoestijning het grootst is, bevinden zich grotendeels in het zuiden van het land, in bijvoorbeeld Sardinië, Sicilië en Apulië (of Puglia). Deze laatste regio bevindt zich in hak van de Italiaanse laars. Akkerbouw en schapenhouderijen dragen er bij aan verwoestijning. Het seizoensgebonden toerisme draagt er bij aan verzilting.
Klimaatverandering maakt verwoestijning een steeds groter probleem in Zuid-Italië. Het deel van het grondgebied dat bestempeld kan worden als semi-aride wordt steeds groter en het deel dat bestempeld kan worden als humide steeds kleiner. Veranderingen in de neerslag lijken hierin niet bepalend te zijn.
Verwoestijning gaat in Zuid-Italië gepaard met andere vormen van landdegradatie. De schade van landdegradatie in Italië bedraagt tientallen tot honderden miljoenen euro's per jaar.
Uit de beschrijving moet blijken dat
- klimaatverandering leidt tot (hogere temperaturen en) meer verdamping;
- zodat de bodem makkelijker uitdroogt / er minder vegetatie groeit (die de bodemdeeltjes kan vasthouden).