Antibiotica
Stoffen die bacteriegroei minderen
Erfelijk materiaal
De complete genetische samenstelling
Erfelijk
Overdragen van genen die zowel zichtbaar als onzichtbaar zijn op bijvoorbeeld je kinderen
Eencellig
Uit één cel bestaan
Celmembraan
De wand van de cel
Celkern
Regelt alle levensprocessen in de cel
Cel
De kleinste bouwsteen waar alle levende organismen uit zijn opgebouwd
Bacteriofagen
Virussen die bacteriën vernietigen
Eukaryoten
Organismen waarvan de cel een celkern en intern membraan hebben (planten en dieren)
Bacterie
Een eencellig micro-organisme
DNA
Desoxyribo-Nucleic-Acid. Regelt via RNA de levensprocessen van de kern. Er zijn altijd 2 DNA strengen waarop erfelijke eigenschappen liggen, namelijk een streng van de vader en een streng van de moeder
Flagellen
Zweepharen waarmee eencelligen (bacteriën) of voortplantingscellen zich voortbewegen in het water
Gastheercel
Een virus repliceert zich in de gastheercel
Plasmide
Kleine ringvormige stukjes DNA die in veel bacteriën voorkomen en zich daarin zelfstandig kunnen vermenigvuldigen
Prokaryoten
Organismen die cellen zonder celkern hebben; dit houdt in dat het DNA zich niet in een celkern binnen de cel bevindt maar los door de cel zweeft (bacteriën)
RNA
Ribonucleïnezuur. Een bestanddeel van eiwitten die bestaat uit een streng van nucleotiden met één van de vier organische basen adenine (A), cytosine (C), guanine (G) en uridine (U), dus zoals DNA , maar dan met uracil in plaats van thymine (T).
Stofwisseling
Het totaal van alle chemische processen in de cellen van een organisme.
Virus
Een ziekteverwekker die kleiner is dan een bacterie
Voortplanting
Voor een vermeerdering van het nageslacht zorgen