Scheikunde

1. Eiwitten

Gegeven door:
Henk de Beuker
Beschrijving Begrippen Examenvragen

We gaan het in deze scheikunde kennisclip hebben over eiwitten en de aminozuren waar de eiwitten uit bestaan. De video zal bestaan uit de volgende onderdelen: aminozuren, lichaamseigen eiwitten, het verschil tussen essentiële en niet-essentiële aminozuren en de eiwitstructuur. Heel veel kijkplezier en succes met het voorbereiden van je SE’s of scheikunde examen!

Eiwit

Een natuurlijk polymeer, bestaande uit een keten van aminozuren

Eiwitsynthese

Het proces waarin eiwitten worden gemaakt via condensatiepolymerisatie, waarbij aminozuren aan elkaar binden op basis van de informatie in het DNA

Enzym

Een eiwit dat ervoor zorgt dat processen in het lichaam sneller verlopen (biologische katalysator)

Enzym-substraat complex

Een complex samengesteld deeltje, dat ontstaat doordat de betreffende stof (substraat) aan het enzym wordt gebonden, waardoor de gekatalyseerde reactie kan plaatsvinden

PH-optimum

De optimale pH voor een enzym, waarbij het enzym het beste werk

Primaire structuur van een eiwit

De volgorde van de aminozuren in een eiwit

Secundaire structuur van een eiwit

Eerste vouwing van een eiwit door waterstofbruggen in α-helices (spiraal) en/of β-sheets (plaat)

Substraat

Een stof die met behulp van een enzym in een chemische reactie wordt omgezet

Temperatuuroptimum

De optimale temperatuur voor een enzym, waarbij het enzym het beste werkt

Tertiaire structuur van een eiwit

Tweede vouwing van een eiwit in de uiteindelijke drie dimensionale structuur, waarbij verschillende soorten bindingen een rol spelen (H-bruggen, ionbindingen, polaire en apolaire aantrekking, zwavelbruggen)

Momenteel zijn er nog geen examenvragen voor deze video.
F1: Chemie van het leven

F2: Milieueffecten

F3. Energie en Industrie