Scheikunde

3. Koolhydraten

Gegeven door:
Henk de Beuker
Beschrijving Begrippen

Met behulp van deze uitlegvideo voor scheikunde leer je alles over koolhydraten. We gaan in de video kijken naar wat koolhydraten nou eigenlijk zijn, welke functie ze hebben en zullen we het hebben over verschillende soorten koolhydraten. Heel veel kijkplezier en succes met het voorbereiden van je scheikunde examen, toetsen of SE’s!

F1: Chemie van het leven

ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
F2. Milieueisen

Samenvatting voor scheikunde: Koolhydraten


Wat zijn koolhydraten?

Koolhydraten zijn stoffen die bestaan uit een aantal suikermoleculen, oftewel sachariden. Het aantal en het soort sachariden waar een koolhydraat uit bestaat kan verschillen. Over het algemeen worden koolhydraten daarom ook wel simpelweg “suikers” genoemd. Koolhydraten halen we vooral uit voedsel zoals brood, pasta, aardappels, peulvruchten, groente en fruit.

 

De koolhydraten hebben structureel gezien een algemene formule: Cn(H2O)m. Hier zijn n en m beiden getallen die afhankelijk zijn van het soort koolhydraat. De koolhydraten kun je makkelijk terugvinden in Binas tabel 67F.


Wat zijn de functies van koolhydraten?

Koolhydraten hebben vele functies, maar het belangrijkst om te weten is dat ze dienen als brandstof en energieopslag. 


Ze functioneren vooral als brandstof en leveren daarbij dus energie aan het lichaam om allerlei handelingen te verrichten. Een mens heeft koolhydraten dan ook dagelijks nodig om te functioneren. Koolhydraten worden namelijk snel afgebroken in het lichaam, en eenmaal afgebroken tot enkele sachariden, oftewel suikers, worden deze opgenomen in het bloed. Het bloed wordt rondgepompt en zo worden deze enkele suikers direct getransporteerd naar de lichaamsdelen. De delen van het lichaam die energie nodig hebben nemen de suikers op en gebruiken dit als brandstof, zoals bijvoorbeeld de spieren bij inspanning. Er vindt dus verbranding plaats van suikers om energie te verkrijgen. 


Energieopslag

Daarnaast wordt een deel van de koolhydraten ook opgeslagen als glycogeen, zodat het op een later moment gebruikt kan worden als brandstof. Dit opslaan van glycogeen gebeurt in de lever en functioneert dus als energieopslag. De koolhydraten worden omgezet naar glycogeen en opgeslagen in de lever, en als we later weer brandstof nodig hebben voor energie, dan wordt dit glycogeen weer omgezet naar glucose. Vervolgens wordt de glucose weer afgegeven aan het bloed en “hoppa”, we hebben weer energie. 


Koolhydraten zijn dus nodig voor het verkrijgen van energie. Alleen, dat kent een maximum: Als een mens te veel koolhydraten binnenkrijgt – meer dan er nodig is voor de energiebehoefte of energievoorraad– dan worden koolhydraten opgeslagen als vet.


Soorten koolhydraten 

We kunnen koolhydraten indelen in drie hoofdgroepen. Deze indeling gaat eigenlijk vooral om de grootte of complexiteit van de koolhydraten. 


Monosachariden

Ten eerste hebben we de monosachariden. De naam zegt het al een beetje: mono staat voor één en sachariden staat dus voor het suiker-deel. Een koolhydraat dat een monosacharide is, bestaat dus uit één suiker deel, oftewel één sacharide. Dit is de kleinste vorm van suiker. In deze vorm van een enkele sacharide kunnen koolhydraten direct als brandstof dienen. Bekende voorbeelden van monosachariden zijn fructose, wat je wellicht kent als fruitsuiker, en glucose. Glucose, ook wel genaamd druivensuiker, is de variant die wij mensen gebruiken om energie te krijgen voor dagelijkse inspanningen, zoals lopen en denken. De glucose wordt opgenomen in ons bloed om de lichaamsdelen te bereiken en wordt daarom ook wel bloedsuiker genoemd.


Disachariden

Ten tweede hebben we disachariden. Zoals de naam al verklapt zijn dit koolhydraten die bestaan uit twee sachariden die aan elkaar gebonden zijn. Deze disachariden worden in het lichaam eerst afgebroken, in tweeën, voordat ze daadwerkelijk energie kunnen leveren. Bekende disachariden zijn bijvoorbeeld lactose, wat de melksuiker is die je in koemelk kan vinden, en sacharose, oftewel rietsuiker.


Polysachariden

Ten derde hebben we polysachariden. Polysachariden bestaan uit langere ketens van sachariden. Soms zijn dit zelfs duizenden monosachariden aan elkaar. In ons lichaam worden deze ketens afgebroken tijdens de spijsvertering. Dat gebeurt met hydrolyse. Hydrolyse is een reactie met watermoleculen, waardoor in dit geval de monosachariden in de grote polysacharide van elkaar gescheiden kunnen worden. Het lichaam doet er dus een stuk langer over om de polysachariden te verwerken. Er zijn veel verschillende varianten van polysachariden. Een bekend voorbeeld is het zetmeel in brood, pasta en rijst. Maar ook glycogeen, dat is de vorm waarin koolhydraten worden opgeslagen in de lever als energievoorraad. 


Hiermee zijn we aan het einde gekomen van deze video. We hebben besproken wat koolhydraten zijn en dat ze vooral dienen als brandstof en energieopslag. Vervolgens hebben we de drie soorten koolhydraten besproken, namelijk monosachariden, disachariden en polysachariden. Vergeet niet om ook de andere uitlegvideo’s te bekijken, zodat je straks zo goed mogelijk voorbereid bent op het scheikunde examen!