Nederlands

5. Signaalwoorden

Gegeven door:
Diede Bolsius
Beschrijving Begrippen

Deze video met uitleg voor Nederlands gaat over signaalwoorden. Je leert hier wat signaalwoorden zijn en welke verbanden daarbij horen. Ook vertellen we je hoe je signaalwoorden kunt herkennen en hoe je ze zelf kunt toepassen. Gebruik deze uitlegvideo om je goed voor te bereiden op het Nederlands examen, of om te leren voor andere toetsen!

Alinea

Een stukje tekst waarin een deelonderwerp besproken wordt. Een alinea is te herkennen aan witregels

Argument

Een aangevoerd feit dat wordt gebruikt om een stelling te bewijzen of te ontkrachten

Functie

Geeft aan wat het doel van iets is

Gevolg

Het effect van een gebeurtenis of omstandigheid

Oorzaak

Datgene wat een bepaalde omstandigheid of gebeurtenis teweegbrengt

Opsomming

Verschillende dingen die iets met elkaar te maken hebben achter elkaar benoemen

Samenvatten

De hoofdzaken uit een tekst kort weergeven

Signaalwoorden

Woorden die verbanden leggen tussen zinnen en alinea's

Tegenstelling

Woorden met een tegenovergestelde betekenis

Witregels

Witte regels tussen de tekst, die aanduiden dat er een nieuwe alinea begint

A1. Leesvaardigheid

Samenvatting voor Nederlands - Signaalwoorden


Wat is een signaalwoord?

Een signaalwoord geeft een signaal af. Het woord zegt eigenlijk: let op! Hier wordt een verband gegeven. Eigenlijk precies zoals signaalborden op de weg signalen aangeven: let op: hier wordt aan de weg gewerkt, of let op: er komt een stoplicht of een gevaarlijk kruispunt aan. Net zoals de borden verbanden leggen tussen alle wegen, zo leggen signaalwoorden de verbanden tussen zinnen en alinea’s.  


Een signaalwoord is dus een woord of woordgroep waarmee een bepaald verband wordt aangegeven tussen verschillende alinea’s of zinnen. Door signaalwoorden weet je of er in de tekst sprake is van bijvoorbeeld een tegenstelling, een oorzaak en gevolg of een opsomming.


Voorbeelden van signaalwoorden

Zo geeft het woord ‘bijvoorbeeld’ aan dat er verschillende voorbeelden gegeven gaan worden. Er zijn heel veel verschillende signaalwoorden. Als er in een tekst een mening met een argument gegeven wordt, is de kans groot dat je de signaalwoorden omdat, aangezien of want tegenkomt.


De chronologische volgorde, oftewel wanneer iets in welke tijd heeft plaatsgevonden, kan ook met signaalwoorden worden aangegeven. Hiervoor gebruik je bijvoorbeeld de woorden ten eerste, daarna of later. Een voorbeeld zin zou kunnen zijn: Eerst bekijk je deze video, daarna ken je alle signaalwoorden. De woorden eerst en daarna geven de volgorde aan.


In het overzichtsschema in de video hierboven staat ook de functie: voorbeelden geven. Welke signaalwoorden kun jij verzinnen die zeggen: LET OP! Hier worden voorbeelden genoemd? Natuurlijk het woord bijvoorbeeld, maar ook: zoals, zo of bijvoorbeeld neem.


Kun je ook een signaalwoord verzinnen wanneer er sprake is van een opsomming? Goede voorbeelden hiervan zijn: ten eerste, ten tweede, maar ook woorden zoals: ook, en, en verder.


Nog eentje dan, weet jij een signaalwoord waarbij je duidelijk een conclusie kunt herkennen? Signaalwoorden die daarbij passen zijn: dus, dan ook, kortom of al met al.


Oefenen met signaalwoorden

Laten we de theorie eens toepassen in de praktijk. Je kunt hierbij het beste de video bekijken, want daar kun je de hele tekst zien.


Lees de eerste alinea, de inleiding, mee:

Erger jij je wel eens aan afval op straat of in de natuur tijdens je hardlooprondje? Daar kun je wat tegen doen: troeptrimmen! Dat is een sportieve manier van afval opruimen. Zo zet je je ergernis om in activiteit.


Kun jij de signaalwoorden uit de eerste alinea halen? Het woord ‘dat’ verwijst naar troeptrimmen. Ook vertelt het je wat troeptrimmen betekent, namelijk: een sportieve manier van afval opruimen. Lees nu de kern mee.


Het idee van Brigitte Paulissen een goed initiatief. Uit ergernis over al het zwerfvuil in Haarlem is zij begonnen met opruimen tijdens het hardlopen. Daaruit ontstond het idee om dat met meer mensen gezamenlijk te doen tijdens trainingen.


De Gemeente Haarlem en Sportsupport Haarlem omarmde het project, zodat op speciale trimtroepdagen allerlei bootcampgroepen op een sportieve manier de wijk gingen schoonmaken. Ten eerste werk je aan een gezond lijf en verder wordt de stad schoner. Bovendien krijg je er een goed gevoel van.


‘Daaruit’ en ‘zodat’ zijn signaalwoorden die oorzaken en gevolgen aangeven. Want door Brigitte haar ergernis is zij begonnen met het opruimen van het zwerfvuil tijdens het hardlopen, en dát is de oorzaak geweest waardoor het idee ontstond om met meer mensen gezamenlijk op te ruimen tijdens trainingen.


Staan er in de kern dan nog meer signaalwoorden? Juist, namelijk ten eerste, verder en bovendien. Zij geven aan dat er een opsomming wordt gegeven. Er zijn namelijk 3 voordelen waarom troeptrimmen zo goed is:

  1. Je werkt aan een gezond lijf
  2. De stad wordt schoner
  3. Je krijgt er een goed gevoel van 

Dit zou een typische examenvraag kunnen zijn: Wat zijn de drie voordelen van troeptrimmen? Bij meerdere voordelen weet je nu dat je op zoek kunt gaan naar signaalwoorden die meerdere voordelen opsommen.


De signaalwoorden zijn dus een ticket naar een voldoende op jouw examen Nederlands, want de signaalwoorden en de bijbehorende verbanden helpen jou de juiste antwoorden te vinden op de examenvragen. Een laatste tip is dus: zorg ervoor dat je deze signaalwoorden goed kent! Dan wordt een tekst een soort puzzel die jij zó opgelost hebt.