Aardrijkskunde

2. Overstromingen en wateroverlast

Gegeven door:
Richard Mozes
Beschrijving Begrippen Examenvragen

Onze Digistudiesdocent behandelt in deze video voor aardrijkskunde alles wat je moet weten voor je eindexamen omtrent overstromingen en wateroverlast in ons land. Verschillende factoren die hier aan bijdragen en begrippen die hierbij komen kijken worden besproken.

Debiet

De totale hoeveelheid water die een rivier afvoert op een bepaalde plek per tijdseenheid (sec.)

Oeverwallen

Een zandrug, direct naast de rivier gelegen, ontstaan door de sedimentatie bij een overstroming

Piekafvoer

De afvoer van een rivier tijdens perioden met een grote afvoer door veel neerslag en/of smeltwater

Regiem

De verdeling van de afvoer van een rivier over het jaar. Dit wordt bepaald door het tijdstip van toestroming van regenwater en/of smeltwater

Stroomgebied

Het gebied dat afwatert door de rivier

Stroomrug

Het geheel van de rivierbedding met de beide oeverwallen

Stroomstelsel

Het stelsel van de hoofdrivier en zijn zijrivieren in een stroomgebied

Verhang

De gemiddelde helling van een rivier in de richting van de stroomrichting. Het verhang is verval per kilometer

Verval

Het hoogteverschil tussen twee punten langs een rivier

Waterscheiding

De grens tussen twee stroomgebieden

Gebruik de kaartbladen 44 en 45 van de atlas.

Dordrecht ligt in het deel van het rivierengebied dat extra kwetsbaar is voor overstromingen. Door Noordwaard te ontpolderen (zie atlaskaarten 45B1 en 45B2) is het overstromingsrisico bij Dordrecht verminderd.


Geef aan: waardoor het deel van het rivierengebied waarin Dordrecht ligt extra kwetsbaar is voor overstromingen;

dat het ontpolderen van Noordwaard bijdraagt aan het verminderde overstromingsrisico in Dordrecht.

D1. Nationale & regionale vraagstukken

D2. Regionale & lokale vraagstukken