Aardrijkskunde

3. Waterbeheersing van een rivier

Gegeven door:
Richard Mozes
Beschrijving Begrippen

In deze video worden de verschillende oorzaken besproken die leiden tot overstromingen van een rivier zowel als de manieren waarop rivierwater wordt beheerst. Dijken, kribben, dammen en stuwen komen allemaal aan bod in deze video voor het aardrijkskunde examen.

Afbraak

Het wegslaan van stukken kust door de zee onder invloed van harde wind of hoge vloed.

Actieplan hoogwater

Plan waarin Zwitserland, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg en Nederland een aantal actiedoelen voor 2005 en later hebben vastgesteld om schade door hoge waterstanden van de Rijn te voorkomen.

Dijkverlegging

Het landinwaarts verleggen van een dijk om zo het winterbed van een rivier breder te maken. Vergroot de capaciteit om water af te voeren.

Dijkverzwaring

Een manier waarbij de dijken verhoogd en verbreedt worden om de veiligheid in het rivierengebied of het kustgebied te vergroten.

Drietrapsstrategie

Waterbeheer in drie stappen: vasthouden, bergen en afvoeren.

Kanalisatie

Het verbeteren van de waterafvoer en de bevaarbaarheid van rivieren en beken. Een voorbeeld hiervan is als de bochten van een rivier worden afgesneden.

Krib

Een korte dam in de rivierbedding, haaks op de rivieroever, die de vaargeul vastlegt en diepte behoudt.

Ontbossing

Het verdwijnen van bos, zoals grote stukken tropisch regenwoud, door houtkap voor economische doeleinden of om land te winnen voor landbouw.

Regiem

De verdeling van de afvoer van een rivier over het jaar. Dit wordt bepaald door het tijdstip van toestroming van regenwater en/of smeltwater.

Stuw

Een waterbouwkundig werk dat water in een rivier of kanaal kan opstuwen. Met een stuw kan het waterpeil geregeld worden.

Watertoets

De verplichte toets bij ruimtelijke plannen van de overheid waarin aandacht moet worden besteed aan veiligheid, wateroverlast, waterkwaliteit en verdroging.

D1. Nationale & regionale vraagstukken

D2. Regionale & lokale vraagstukken

Oorzaken van overstromingen door het veranderde klimaat in de laatste tiental jaren

Er zijn vier oorzaken:


1. Door de klimaatveranderingen valt er soms in heel korte tijd uitzonderlijk veel neerslag (regen, sneeuw, hagel) in het stroomgebied van een rivier;

2. Door de opwarming van de aarde is er ook meer smeltwater. Van de gletsjers en van ijsbergen.

3. Ontbossing. In sommige gebieden, vooral in Azië en Zuid-Amerika, wordt te veel bos gekapt. Dan wordt het water niet meer door planten en bomen in de grond opgenomen. Het stroomt weg. Het water komt sneller in de rivier terecht, ook wel verkorting van de vertragingstijd genoemd.

4. Ook verstedelijking draagt eraan bij dat water minder makkelijk door de bodem geabsorbeerd (opgenomen) wordt en dan via waterwegen afgevoerd moet worden. Straten, wegen, huizen en gebouwen zorgen ervoor dat het water niet in de grond, maar in riolen terecht komt die het water naar de rivieren voeren.


Door deze vier oorzaken krijgen de rivieren dus meer water te verwerken, wat ook wel verhoogde piekafvoer heet. Dat kan tot overstromingen leiden. Het aanbod van het water is onregelmatig en onverwacht, men spreekt dan van een toenemend onregelmatig neerslagregimeRegiem is het woord voor de hoeveelheid water die een rivier per jaar afvoert.


Door al die wateraanvoer plus het smelten van de ijskappen stijgt ook de zeespiegel, en dat levert ook weer gevaar op voor overstromingen vanuit die kant. Over de zee gaan we het in een volgende video hebben. 


De beheersing van het rivierwater

In de loop der eeuwen hebben de mensen allerlei dingen bedacht om het water in de rivieren te beheersen, zodat ze niet gaan overstromen. We bespreken een vijftal maatregelen die in de loop der tijd zijn ontwikkeld om de rivier te beheersen.


Daarbij moet je bedenken dat een rivier niet alleen dient om 

a) rivier- en smeltwater af te voeren naar zee, maar ook;

b) diep genoeg moet zijn voor de binnenvaart. Er moet genoeg water in staan voor het vervoer van goederen per schip. Vergeet niet dat ongeveer de helft van al het goederenvervoer in Nederland per boot plaatsvindt.


Goed, hier dan de maatregelen die men in de loop der eeuwen heeft genomen om de rivier te beheersen.


Rivier Beheersing: 1. Dijken, 2. Kribben, 3. Kanalisatie, 4. Dammen/stuwen, 5. Sluizen


1. Dijken

De dijken langs een deel van de rivier, ofwel ophogingen langs de kanten, heten zomerdijken. Is er veel meer regen gevallen of sneeuw en ijs gesmolten, dan spreekt men van hoogwaterpeil, en dan gaat het rivierwater over de zomerdijken heen en komt terecht in de uiterwaarden.


Uiterwaarden staan een groot deel van het jaar niet onder water en kunnen dan gebruikt worden om er koeien of schapen te laten grazen. Of om er snel iets op te verbouwen, of voor recreatie Bij hoogwater lopen de uiterwaarden echter onder, en dat water wordt weer tegengehouden door de winterdijken. Die moeten hoog genoeg zijn om de gigantische watertoevoer in goede banen te leiden, anders krijg je toestanden als in 1993 en 1995, toen delen van Nederland onderliepen.


Achter de winterdijken liggen namelijk dorpen, akkers en weiden en verderop zelfs steden. We moeten niet hebben dat die ook opeens onder water komen te staan. Daarom liggen sommige dorpen of huizen zelfs op zogeheten terpen. Dat zijn kunstmatige woonheuvels. Als er dan toch nog gevaar voor overstromingen is, dan wordt er dijkverzwaring aangebracht. Ofwel het al dan niet tijdelijk verhogen en verbreden van de winterdijken, bijvoorbeeld met zakken zand.


Goed, ten eerste heeft men dus dijken langs de oevers van de rivier gelegd om het water te beheersen. Zomerdijken, uiterwaarden en winterdijken.


2. Kribben

Om de stroom van het water goed in het midden te houden, in de vaargeul, zijn er kribben aangelegd. Dat zijn korte dammen in de rivierbedding die dwars op de dijken staan. 

De rivier gaat er sneller van stromen en diept de vaargeul uit. Ofwel, het water wordt er sneller door afgevoerd. Tussen de kribben stroomt het water heel langzaam en vindt er dus sedimentatie plaats. Bij laagwater is dat vaak vruchtbare grond.


3. Kanalisatie

Nog zo'n middel om de rivier sneller te laten stromen noemen we kanalisatie. Oevers en bochten worden rechtgetrokken, dan is er minder weerstand.


4. Stuwen

Er worden in een rivier ook vaak stuwen gebouwd om het waterpeil te regelen. Een stuw is een dam in een rivier met afsluitbare openingen. Hiermee kan je het waterpeil, de hoogte, regelen, zowel voor als achter de dam. Bij de befaamde overstromingsramp (watersnoodramp geheten) in 1953, waarbij half Zeeland onder water stond door de springvloed van de Noordzee, vielen een kleine 2000 doden. Daarna is er het zogeheten deltaplan uitgevoerd. Daarbij werd een gigantisch dammen stelsel gebouwd waarbij een aantal zeearmen, ofwel uitlopers van de zee, werden afgesloten.


5. Sluis

Een dam heeft alleen nut als je geen scheepvaart hebt op dat stuk rivier. Een schip kan namelijk niet dwars door de dam varen. Dan hadden ze net zo goed geen dam kunnen bouwen. Maar heb je op de rivier daar wel scheepvaart, dan zijn daarvoor zijn de sluizen bedacht. Wanneer er op korte afstand een groot hoogteverschil is van de rivierbodem zodat er geen lang schip langs kan, dan bouwt men daar een sluis.