Bedrijfseconomie

7. Individuele samenlevingsvormen

Gegeven door:
Rogier Proper
Beschrijving Begrippen Examenvragen

Welkom! Deze video met uitleg voor bedrijfseconomie gaat over 3 formele samenlevingsvormen; vormen die je dus kan vastleggen en ook weer verbreken. Ook bespreken we welke financiële gevolgen deze samenlevingsvormen kunnen hebben voor de deelnemers.

Geregistreerd partnerschap

Een soort samenlevingscontract dat bijna hetzelfde is als een huwelijk. Het belangrijkste verschil is dat alleen de rechter een huwelijk kan beëindigen, terwijl een ontbinding van een geregistreerd partnerschap door een notaris geregeld kan worden

Notaris

Een notaris helpt mensen om tot rechtsgeldige en bindende afspraken te komen. Dit gaat bijvoorbeeld over de koop of verkoop van een huis of het opstellen van een samenlevingscontract

Scheiden

Het beëindigen van een huwelijk

Trouwen in beperkte gemeenschap van goederen

Hetzelfde als trouwen in gemeenschap van goederen, behalve dat alles wat je vóór het huwelijk bezat hier geen deel uitmaakt van het gemeenschappelijk vermogen. Ook vallen erfenissen en schenkingen niet binnen de gemeenschap

Trouwen in gemeenschap van goederen

Houdt in dat al je al je spullen deelt met je partner, en andersom. Je deelt je hele vermogen met elkaar: al je bezittingen én al je schulden. Ook alles wat je vóór het huwelijk bezat wordt deel van het gemeenschappelijk vermogen

Trouwen op huwelijkse voorwaarden

Trouwen onder huwelijkse voorwaarden wil zeggen dat je volledig zelf onderling afspraken maakt over wat wel en niet onder de gemeenschap van goederen valt

Sanne en Nico zijn op 2 januari 2018 op huwelijkse voorwaarden getrouwd. Ze hebben samen twee kinderen: Yari en Yasmin. Sanne gaat op 1 januari 2021 een reclamebureau starten. Sanne en Nico besluiten daarom op 31 december 2020 als huwelijkse voorwaarde toe te voegen dat de eenmanszaak van Sanne haar persoonlijke bezit is.


Leg uit welk voordeel Nico kan hebben van deze toevoeging aan de huwelijkse voorwaarden.

A1. Persoonlijke financiële zelfredzaamheid

A2. De oprichting van een eenmanszaak

A3. Van eenmanszaak naar rechtspersoon

A4. Perspectief op de organisatie