Deze samenvatting voor biologie gaat over de dynamiek en het evenwicht binnen een ecosysteem. Welke factoren hebben bijvoorbeeld invloed op een ecosysteem en hoe wordt de kwaliteit van een ecosysteem bepaald? Dat en meer kom je te weten door de video te bekijken of de samenvatting te lezen.
1. Dynamiek en evenwicht binnen een ecosystemen

Ophoping die vaak wordt gebruikt voor een schadelijke stof in voedselketens
Totale hoeveelheid energierijk materiaal in een organisme (meestal het drooggewicht)
Omzetten van een organische stikstofverbinding in onder andere ammoniumionen
Breken organische stoffen af tot anorganische stoffen (bacteriën en schimmels)
Elke schakel van een voedselpiramide
Organisme dat organische stoffen uitsluitend uit anorganische stoffen produceert met behulp van energie uit de levenloze natuur (planten of autotrofe bacteriën)
Dieren doden en als voedsel gebruiken
Groep individuen in een bepaald gebied van dezelfde soort die zich onderling voortplanten
Cyclische reeks van processen die koolstofatomen in en buiten organismen doorlopen
Het geheel van voedselrelaties binnen een leefgemeenschap.
Begrensd gebied met bepaalde eigenschappen waarbinnen de abiotische en biotische factoren een eenheid vormen.
Ecosysteem dat als eerste ontstaat in een gebied waar geen of vrijwel geen leven was.
Het gemiddeld aantal individuen per oppervlakte-eenheid.
Verandering in de soortensamenstelling van een levensgemeenschap in de loop van de tijd zodat deze geleidelijk overgaat in een andere.
Laatste stadium na successie, waarbij abiotische factoren en soortensamenstelling min of meer constant zijn. De populaties zijn in evenwicht, de diversiteit is hoog en het ecosysteem is stabiel.
Het aantal soorten planten en dieren dat in een bepaald gebied voorkomt.
Door klimaatverandering verandert de omgeving van de Amerikaanse haas, waardoor hij mogelijk vaker ten prooi valt aan roofdieren.
Voor veel roofdieren, waaronder de coyote, de vos en de lynx, is de haas een prooi die het hele jaar beschikbaar is, want de haas houdt geen winterslaap. Het gedrag, de bouw en de levenswijze van de haas zijn aangepast om aan deze roofdieren te ontsnappen. Omdat de haas geen hol heeft om in te vluchten, geeft hij de voorkeur aan een gebied met voldoende, lage vegetatie. Hierin vindt de haas beschutting en voedsel. De Amerikaanse haas wisselt twee keer per jaar van vacht. Aan het begin van de winter krijgt de haas witte haren en aan het eind van de winter wisselt hij deze weer om voor een bruine vacht. Hiermee is de haas, omdat hij in gebieden met koude winters leeft, in alle seizoenen goed gecamoufleerd.
Het wisselen van de vacht geeft de haas een evolutionair voordeel ten opzichte van prooidieren die het hele jaar dezelfde vachtkleur hebben. Bij het ontstaan van deze eigenschap heeft natuurlijke selectie een rol gespeeld.
- Noteer een biotische factor die selectiedruk uitoefent ten gunste van een witte vachtkleur in de winter.
- Noteer een abiotische factor die de selectiedruk beïnvloedt ten gunste van een witte vachtkleur in de winter.
- predatie/ coyote/ vos/ lynx/ predatoren/ roofdieren
- (de aanwezigheid van) sneeuw