Biologie

3. Landbouw & milieuproblematiek

Gegeven door:
Magali de Rooy
Beschrijving Begrippen

Deze uitlegpagina voor biologie gaat over een specifiek aspect van ecosystemen, namelijk landbouw. We zullen verschillende manieren van landbouw bespreken en bekijken hoe dit kan leiden tot milieuproblematiek. Termen als plastic soep, organisch afval, mono-cultuur, niet-ecologische voedselproductie en biotechnologie komen aan bod.

Competitie

Proces van concurrentie waarbij individuen elkaar in hun bestaan nadelig beïnvloeden door een gemeenschappelijke beperkende milieufactor. Competitie kan binnen de soort en tussen soorten optreden.

Microklimaat

Een lokaal klimaat dat erg verschilt van het omringende klimaat.

Successie

Verandering in de soortensamenstelling van een levensgemeenschap in de loop van de tijd zodat deze geleidelijk overgaat in een andere.

Symbiose

Langdurige samenleving van individuen van verschillende soorten. Er bestaan drie typen symbiose: mutualisme, commensalisme en parasitisme.

Versterkt broeikaseffect

De verhoogde concentraties aan broeikasgassen in de atmosfeer versterken het natuurlijke broeikaseffect en leiden bijgevolg tot een verhoging van de gemiddelde aardtemperatuur én dus tot een globale klimaatverandering.

Voedselrelaties

Relaties tussen twee soorten organismen, waarbij de ene soort als voedsel dient voor de ander.

Voedselweb

Het geheel van voedselrelaties binnen een leefgemeenschap.

Mono-cultuur

Grote akkers waarop één soort gewas wordt verbouwd

Niet-monocultuur

Grote akkers waar verschillende gewassen worden verbouwd

Koolstofkringloop

Cyclische reeks van processen die koolstofatomen in en buiten organismen doorlopen

P1: Regulatie van ecosystemen

P2: Interactie in ecosystemen

P3: Soortvorming

Milieuproblematiek

Om te beginnen weet je misschien wel dat er een heleboel milieuproblematiek gaande is in de wereld. Daarbij komt dat een groot deel van deze milieuproblemen direct of indirect veroorzaakt zijn door mensen. Voorbeelden hiervan zijn de versnelde klimaatverandering en opwarming van de aarde, en de “plastic soep”: de enorme hoeveelheid plastic afval die in de oceanen drijft.

 

Recyclen en composteren

Met betrekking tot afval zijn er verschillende tactieken waarmee we proberen om de hoeveelheid afval te verkleinen. Afval scheiden en plastic recyclen is een manier waarop het dumpen van plastic wordt tegengegaan. Als het gaat om groente, fruit of tuinafval is het composteren van afval een optie. Bij composteren wordt organisch afval met behulp van schimmels en bacteriën omgezet tot compost: kleinere resten met ook anorganische stoffen erin. Compost is erg vruchtbaar, en kan gebruikt worden in plaats van mest of kunstmest. Omdat compost zelf ook biologisch afbreekbaar is, blijft er daarmee geen onverteerbaar afval achter in de natuur.

 

Voedselproductie

Nu gaan we het niet hebben over wat er uiteindelijk als resten overblijft, maar juist het gene dat we nodig hebben: de verschillende manieren waarop voedselproductie mogelijk is. Als eerste is er ‘niet-ecologische’ voedselproductie, de manier van voedselproductie die tot nu toe het meest gangbaar was. In niet-ecologische voedselproductie wordt voedsel gebouwd in monoculturen; grote akkers waarop één soort gewas wordt verbouwd. Dat is fijn, want op die manier kan je hele akker in één keer geploegd, geplant en geoogst worden. Minder fijn aan een monocultuur is dat als er toch een plaag plaatsvindt, er extreem veel voedsel bij elkaar staat.

 

Chemische bestrijdingsmiddelen

Tegen dit soort ongedierte en onkruid kunnen chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt worden. Chemische bestrijdingsmiddelen zijn handig, maar ook schadelijk. Zoals we in een andere video geleerd hebben, kunnen dit soort schadelijke stoffen zich ophopen in individuen hoger in de voedselpiramide, die de ‘besmette’ producten eten. In dit geval zijn dat dus onder andere de mensen die deze bestrijdingsmiddelen binnen krijgen.

 

Daarnaast kan een hoge concentratie meststoffen of bestrijdingsmiddelen in het oppervlaktewater terechtkomen, met als gevolg een afgenomen kwaliteit drinkwater en waterbloei. Een laatste nadeel aan een monocultuur is dat het de bodem op lange termijn minder vruchtbaar maakt. De bodem moet dan herstellen door braak te liggen, of door er iets anders te laten groeien, zoals gras. Toch is dit voor de moderne voedselindustrie efficiënt genoeg, en een goedkope vorm van landbouw.

 

Ecologische voedselproductie

Een andere manier van voedsel verbouwen is ecologische voedselproductie. In het kort is duurzame voedselproductie het voortbrengen van voedsel op een milieuvriendelijke manier. In deze vorm van voedselproductie wordt, in tegenstelling tot monocultuur, bij voorkeur een ecologische cultuur gebruikt: verschillende gewassen die op kleinere stukken grond elkaar afwisselen, en zo een grotere akker vullen. Hierin komen minder makkelijk plagen voor.

 

In ecologische, duurzame of biologische landbouw worden geen kunstmatige bestrijdingsmiddelen gebruikt, maar wordt gekozen voor biologische bestrijdingsmiddelen, om eventueel onkruid of ongedierte te bestrijden in de vorm van natuurlijke vijanden van die plagen.

 

Soort-specifieke bestrijdingsmiddelen

Daarnaast bestaan er dus ook soort-specifieke bestrijdingsmiddelen. Die doden alleen schadelijke organismen, en laten de rest van de organismen die daar voorkomen met rust. Door kunstmatige bestrijdingsmiddelen te vermijden, probeer je de natuurlijke kringlopen zo min mogelijk te verstoren. Dat gaat over het verbouwen van gewassen op akkers. Wanneer het gaat om tuinbouw in kassen kun je ook nog meerdere factoren bepalen, zoals belichting, vochtigheid of temperatuur.

 

Bij duurzame veeteelt hebben de dieren meer ruimte om te bewegen. Het nadeel van duurzame voedselproductie is dat het meer tijd en geld kost, wat het minder aantrekkelijk maakt.


Biotechnologie

Een laatste aspect uit de moderne voedselproductie dat we bespreken is biotechnologie. Dit gaat om het gebruiken van technologie met als doel om iets biologisch of organisch te bereiken, of aan te passen. Tegenwoordig wordt biotechnologie veel gebruikt om bepaalde organismen te laten ‘helpen’ bij het ontwikkelen van producten voor mensen, om te eten. Een goed voorbeeld hiervan is het gebruik van bacteriën om yoghurt of kaas te maken, of een recenter voorbeeld: het fermenteren van thee met bacteriën om kombucha te maken. Een andere manier van biotechnologie is genetische modificatie, waarbij de erfelijke eigenschappen (het DNA) van planten worden aangepast om ze aantrekkelijker te maken voor mensen. Denk hierbij aan mandarijnen of druiven zonder pitjes.