In deze video voor biologie gaan we het hebben over overervingspatronen die niet volgens de wetten van Mendel verlopen. We delen de uitleg op in vier delen. Eerst bespreken we wat de wetten van Mendel zijn en hoe je die kan gebruiken om informatie uit stambomen te halen. Vervolgens leggen we uit hoe mitochondriale overerving tot andere patronen leidt dan de wetten van Mendel zouden voorspellen. Daarna doen we hetzelfde voor epigenetische factoren. We sluiten de video af door nog even kort te kijken naar wat argumenten voor en tegen het ingrijpen in de erfelijkheid.
7. Niet-Mendeliaanse overerving

Wanneer twee ongelijke homozygoten kruisen, hebben de nakomelingen voor die eigenschap het dominante fenotype
Een vakgebied binnen de genetica dat de invloed bestudeert van de omkeerbare erfelijke veranderingen in de genexpressie, die optreden zonder wijzigingen in de sequentie van het DNA in de celkern
De waarneembare eigenschappen van een individu
De manier waarop de erfelijke informatie tot uiting komt
De erfelijke informatie in het DNA
Een organisme is heterozygoot voor een bepaalde eigenschap wanneer deze wordt vertegenwoordigd door twee verschillende allelen
Een organisme is homozygoot voor een bepaalde eigenschap wanneer deze wordt vertegenwoordigd door twee dezelfde allelen
Een overerving waarbij de nakomeling van elk van de ouders één allel ontvangt
Een klein stukje DNA in de mitochondriën, dat wordt geërfd van de moeder
Overerving van kenmerken die ontstaan door meerdere mutaties of invloeden die niet per se genetisch zijn
Bij paring van twee heterozygote ouders krijg je een verhouding van 1:2:1 in het genotype en 3:1 in het fenotype
Een schema waarin familierelaties afgebeeld staan
Wetten die de overerving van erfelijke eigenschappen beschrijven