Biologie

1. Cel, weefsel, orgaan en orgaanstelsel

Gegeven door:
Magali de Rooy
Beschrijving Begrippen

Met behulp van de uitleg op deze pagina voor biologie leer je over de cel, weefsels, organen en het orgaanstelsel. Het is een introductie tot de rest van dit domein, waar we dieper in gaan op allerlei organismen. Vergeet dus zeker niet om al deze onderwerpen te bekijken!

O1: Stofwisseling van het organisme

ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
O2: Zelfregulatie van het organisme

O3: Afweer van het organisme

Wat is een cel?

Een cel is eigenlijk het kleinste ‘systeempje’ in een organisme. Het is een soort ruimte die afgesloten wordt door het celmembraan; dit is een soort vlies om de cel heen. Een aantal cellen heeft ook een celwand, wat de cel steviger maakt. Binnenin het celmembraan zit een vloeistof waar alle andere celorganellen in drijven. Deze vloeistof noem je het cytoplasma of celplasma. Hierin drijft bijvoorbeeld de celkern. De celkern bevat alle chromosomen van het organisme. Chromosomen zijn de dragers van het erfelijke materiaal van de cel, ook wel het DNA genoemd. Wanneer je meer wilt weten over individuele cellen, hoe ze eruit zien en hoe ze werken, kun je ook onze andere video’s over cellen gaan bekijken.


Wat zijn weefsels?

Bij meercellige organismen zijn cellen vaak gegroepeerd in iets grotere systemen, dat zijn “weefsels”. Weefsels zijn groepjes cellen met dezelfde vorm en functie. Weefsels bestaan uit cellen, en tussenstof die de cellen bij elkaar houden.


Organen en orgaanstelsels

Als we nog een stap hoger gaan, komen we bij organen. Een orgaan is een groep van weefsels met een bepaalde functie, die met elkaar samenhangen. Ook organen werken met elkaar samen.


Nog een stapje hoger is zo’n groep samenwerkende organen, dit noem je ook wel een orgaanstelsel. Het functioneren van een bepaald orgaan kan ook de samenwerking tussen verschillende organen beïnvloeden.


Een voorbeeld van dit alles is de nier. De nier is een orgaan. Het bestaat uit verschillende onderdelen: twee daarvan zijn de medulla en de cortex. De medulla en de cortex hebben beiden een andere functie. Er is in het orgaan “de nier” dus medullaweefsel aanwezig, en cortexweefsel. Het medullaweefsel bestaat uit allemaal cellen met dezelfde vorm en functie, die er weer anders uitzien dan de cellen in het cortexweefsel. Het orgaan “de nier” is onderdeel van het orgaanstelsel dat zich met zuivering en uitscheiding bezighoudt.