8. Meerkeuzevragen: juist/onjuist

Samenvatting voor Duits - Meerkeuzevragen: juist/onjuist

Stappenplan juist/onjuist-vragen

Voorheen kwam je de woorden juist/onjuist altijd tegen in de vraag en moest je op het antwoordblad vaak de woorden juist en onjuist noteren. Tegenwoordig worden deze woorden steeds vaker vervangen door wel en niet. De structuur van deze vragen en hoe je deze aan moet pakken, is uiteraard hetzelfde. 

Stap 1: Oriënteren

Eerst ga je je oriënteren op de tekst, en het onderwerp van de tekst vaststellen. Nadat je dat hebt gedaan, ga je kijken naar de vraag. Het eerste waar je goed op moet letten, is of de beweringen op chronologische volgorde staan. Vaak is dit het geval, maar soms ook niet. Het kan zijn dat er in de vraag zelf aangegeven wordt dat de beweringen niet op chronologische volgorde in de tekst staan. 

Als er niets wordt vermeld, bekijk je snel de eerste twee beweringen en check je even of de kernwoorden uit deze zinnen ook aan het begin van de tekst voorkomen. Zo ja, dan is dat heel fijn, je kan dan makkelijker naar antwoorden zoeken. Zo niet, geen stress. Het beantwoorden wordt je dan alleen wel iets lastiger gemaakt.  

Stap 2: Kernwoorden zoeken

Dan nu de kernwoorden. Deze woorden kunnen je helpen om sneller te bepalen of de bewering juist of onjuist is – of volgens het examen: wel of niet in overeenstemming is met de tekst. Kernwoorden zijn de belangrijkste woorden uit de bewering; dus waar de bewering vooral over gaat. 

Stap 3: Let op synoniemen

Houd er rekening mee dat er veel synoniemen gebruikt zullen worden of dat er zaken op andere manieren in de tekst voor kunnen komen. Dit doen de makers expres, zodat het voor jou iets lastiger wordt. Om een voorbeeld te noemen: in de bewering die we in de video bespreken staat moeilijk, maar in de tekst niet makkelijk.

In de video hierboven gaan we samen door verschillende teksten en opgaven heen, zodat je goed kunt leren hoe je het later aan kunt gaan pakken. Neem dus vooral een kijkje!