Economie

1. Risico en verzekeren (asymmetrische informatie)

Gegeven door:
Richard Mozes
Beschrijving Begrippen
In deze economie video hebben we het over risico's in de handel en het dagelijks leven, en hoe verzekeringen daarmee omgaan. We bespreken belangrijke begrippen zoals sociale verzekeringen, premies, averechtse selectie, moreel wangedrag, premiedifferentiatie en nog veel meer!
D1: Risico en verzekeren (asymmetrische informatie)

ThumbnailPlay
D2: Risico en rente

Samenvatting voor economie: Risico's en verzekeren


Risico's in de economie

Economie houdt zich bezig met productie, consumptie en distributie van goederen en diensten, en wie daar tijd en geld in investeert loopt zekere risico's. Het begrip risico speelt dus een grote rol in de economie. Risico betekent: 'de kans op een gebeurtenis met een negatief gevolg.'


Heel simpel voorbeeld: Als je denkt: Ha, bijna Koningsdag, ik koop tevoren op internet van mijn spaargeld 100 lachgaspatronen en die verkoop ik op de vrijmarkt makkelijk voor het drievoudige, dan is het mogelijk dat je daarmee een verkeerde inschatting of keuze hebt gemaakt. Iedereen blijkt bijvoorbeeld dezelfde gedachte te hebben gehad en je kunt dat lachgas aan de straatstenen niet kwijt, hoogstens onder de prijs. Of er blijkt streng te worden toegezien op de verboden verkoop en je voorraad wordt in beslag genomen. Weer een verkeerde keuze.


Soorten risico's

Er bestaan twee soort risico's: 

  1. Het vrijwillige risico. Het houdt in dat je bewust - hoe voorzichtig ook - het risico hebt genomen om je investering te verliezen. Het kopen van een staatslot, aandelen, goud, investeren in startups, enzovoort behoren allemaal tot het nemen van vrijwillige risico's, net als het voorbeeld hierboven.
  2. Onvrijwillige risico's zijn risico's die je niet kunt vermijden. Dan is het geen keuze kwestie. Je wordt bijvoorbeeld ziek op de Koningsdag en kunt de straat niet op. Of je 100 patronen blijken bij PostNL te zijn zoekgeraakt, iets wat normaal nooit gebeurt en wat je dus niet had kunnen weten.


Risico-aversie

Nu zijn er mensen die economisch actief zijn, maar niets van risico's willen weten. Zij hebben een risico-aversie zoals dat heet, ze zijn risico-avers en mijden alle risico's. Ze kopen bijvoorbeeld geen aandelen, maar staatsobligaties.


Risico verzekeren

Nu zijn er slimme bedrijven, die hebben bedacht: wij nemen tegen een zekere betaling jouw risico over. Die zekere betaling is natuurlijk zó hoog dat de kans dat het misloopt voor hen altijd afgedekt is. Dit zijn de grote verzekeringsmaatschappijen.


Er zijn twee soorten verzekeringen: sociale verzekeringen en individuele verzekeringen


Sociale verzekeringen

Sociale verzekeringen zijn er voor iedereen: iedereen moet er aan meedoen. Het is een vorm van collectieve dwang. Van mensen die werken voor loon wordt een klein deel van hun loon ingehouden om mee te betalen aan de zorg of ziektekosten. Dat wordt in een grote pot gestopt en daaruit worden de zogeheten volksverzekeringen betaald. Zo is iedereen in Nederland verplicht verzekerd tegen ziektekosten en andere zorg. Ook werklozen, armen, chronisch zieken, enzovoort. Het zorgstelsel in Nederland is gebaseerd op het principe van verplichte solidariteit. Iedereen draagt bij aan de zorgkosten van iedereen, wat risicospreiding geeft.


Individuele verzekeringen

Iedereen kan zich daarnaast ook aanvullend verzekeren. Voor de tandarts bijvoorbeeld, of extra zorg. Dit zijn individuele verzekeringen. Ofwel: jij, als eigenaar van een bedrijf, als consument, als patiënt, of als automobilist, kan je ook tegen zelfgekozen risico's verzekeren. Dat doe je bij verzekeringsmaatschappijen: de organisaties die zich hebben gespecialiseerd in risico's.


Zij nemen jouw risico over en daar betaal je voor: een premie heet dat. Eens in de zoveel tijd, meestal een jaar, betaal je die premie. Soms ook nog, los daarvan, betaal je daar bovenop een eigen risico. De verzekering is tijdelijk; hij loopt na een jaar af en daarna kan je hem meteen weer voortzetten.


Hoe wordt de hoogte van de premie bepaald?

Hoe stelt de verzekeraar de premie vast die je moet betalen? Want hij moet natuurlijk genoeg geld in kas hebben om iedereen te betalen die een uitkering claimt. En hij wil winst maken en zo weinig mogelijk uitkeren.


De hoogte van je premie baseert hij op de kans dat jij je uitkering claimt (mag claimen). Daar komt het op neer. Uit ervaring weet hij hoeveel claims hij gemiddeld per jaar krijgt en hoeveel hij bij elkaar moet uitkeren. Met een zekere mate kan hij dan de premie uitrekenen per verzekerde. Bij die vaststelling van de premie spelen nóg een paar zaken. De vraag naar verzekeringen hangt namelijk mede af van: 

  • de hoogte van de premie;
  • het inkomen van de consument, de verzekeringnemer dus, en;
  • zijn risico-aversie.


Afwegingen bij verzekeringen

Consumenten met een grote risico-aversie (bang voor risico's) willen zo veel mogelijk zekerheid. Zij zullen eerder een risico-verzekering afsluiten voor iets wat risico geeft in hun ogen. Consumenten maken dus een afweging tussen het mogelijke risico en de daarbij horende kosten aan de ene kant, en de premie om dat risico af te dekken aan de andere kant. Ook de verzekeraar maakt zijn afweging: tussen het risico dat hij loopt en de kosten die hij zou moeten vergoeden. Is zijn risico groot, dan gaat de premie omhoog: logisch (van hem uit gezien dan). 


Asymmetrische informatie

Daarom vraagt de verzekeraar tevoren vaak allerlei informatie van de verzekerde. Doet hij aan gevaarlijke sporten? Dan zal zijn premie voor de reisverzekering hoger moeten zijn dan voor wie niet aan die sporten doet. 


De verzekerde beschikt echter over meer informatie over zichzelf dan de verzekeraar over hem heeft. Dat verschil in informatie heet asymmetrische informatie of informatie-asymmetrie. De een heeft een informatie-achterstand, de ander een informatie-voorsprong. Iemand weet bijvoorbeeld van zichzelf of hij heel zorgvuldig is, of juist slordig. Maar de verzekeraar weet dat niet en moet afgaan op de informatie daarover van de verzekerde zelf.


Om het deftig te zeggen: in deze ruil situatie leidt onvolledige informatie of de kans daarop tot meer transactiekosten.We hebben het hier immers over twee transactiepartijen: de verzekeraar en zijn klant. De transactiekosten zijn de kosten die de ene partij, de verzekeraar, moet maken om informatie over de risico's van de andere partij, de verzekerde klant of consument, te schatten of vast te stellen.


Averechtse selectie en moreel wangedrag

Door deze asymmetrische informatie heeft de verzekeraar twee problemen: 

  1. Averechtse selectie
  2. Moral hazard, moreel wangedrag


Averechtse selectie: voornamelijk de mensen die slordig zijn sluiten een verzekering af, omdat ze weten dat ze vaak risico lopen. Gevolg is dat de premies gaan stijgen, want anders loopt de verzekeraar zelf te veel risico.


Een andere groot risico van de verzekeraar is dat van het moreel wangedrag of moral hazard van de verzekerde. Het betekent dat veel mensen, nu ze toch voor hun verzekering betaald hebben, minder zorgvuldig zijn. De kans op schade neemt toe, en ook daarom vraagt de verzekeraar hogere premies.


Oplossingen voor averechtse selectie en wangedrag

Voor de verzekeraar zijn er vier oplossingen voor deze problemen van averechtse selectie en moreel wangedrag:


1.  Door goede informatie te verzamelen. Men kan in het verzekeringsverleden van de klant duiken, toetsen laten afleggen of verklaringen laten ondertekenen over vroeger gedrag. Een medische verklaring voor een levensverzekering is een voorbeeld van zo'n toets.


2.  Premiedifferentiatie. Men rekent dan verschillende premies voor verschillende groepen klanten. De groep met een laag risico hoeft minder te betalen en is dan eerder geneigd een toch maar een verzekering te nemen. Zo wordt het risico van de verzekeraar op averechtse selectie tegengegaan. Mensen met een hoog risico zullen méér premie moeten betalen.


3.  Het bonus-malus-systeem. Je ziet dat bij autoschade verzekeringen. De verzekerden die geen schade hebben gehad, worden beloond met een lagere premie (bonus). Zo probeert men de 'wangedrager' in het gareel te krijgen. Het nadeel is dat wanneer de degene met in het algemeen weinig schade opeens per ongeluk toch schade heeft, gestraft wordt doordat z'n premie verhoogd wordt (malus).


4.  Eigen risico. Ook het invoeren van een 'eigen risico' kan wangedrag tegengaan. Het betekent dat de verzekerde een deel van het risico zelf moet nemen, dus een deel van de schade zelf moet betalen. Je hoeft dan minder premie te betalen, maar zal toch voorzichtiger zijn - zo is de gedachte. Je kunt ook een allrisk-verzekering nemen; dan neemt de verzekeraar alle risico, maar betaal je daarvoor een zeer hoge premie.


Tot zover deze uitleg over risico en verzekeringen. Veel succes met leren voor het economie examen en/of andere toetsen!