1. Structurele groei

De maximale productie in een bepaalde periode

De aankopen in een land van consumenten, investeerders, overheid en buitenland

Economische groei die veroorzaakt wordt door de vraagkant van de economie (bestedingen)

Economische groei die veroorzaakt wordt door de aanbodkant van de economie (productiecapaciteit)

De gemiddelde productie van één werknemer in een bepaalde periode

Een economisch concept dat staat voor het vermogen om tijdens repeterende werkzaamheden de productiviteit te verhogen

Staat voor "onderzoek en ontwikkeling", waarbij wordt gestreefd naar innovatie

Een exclusief eigendomsrecht op een uitvinding van een technisch product of proces

Het aanpassen/vernieuwen van bestaande producten of diensten

Het aanpassen/vernieuwen van bestaande productieprocessen

De ligging van een land of gebied

Alle in de natuur aanwezige stoffen en energiebronnen die van economisch nut kunnen zijn, en die onmisbaar zijn voor de levenskwaliteit van de mens