Economie

3. Inkomstenbelasting berekenen

Gegeven door:
Richard Mozes
Beschrijving Begrippen
In deze economie video bespreken we inkomstenbelastingen en hoe we die kunnen berekenen. We zullen door de verschillende boxen en schijven heen lopen en gebruik maken van een voorbeeld om te kijken hoe we deze inkomstenbelastingen kunnen berekenen. Termen die aan bod komen zijn loonbelasting, bruto & netto inkomen, eigen-woning-forfait en belastingvrije voet!
Inkomstenbelasting

Inkomstenbelasting is een vorm van directe belasting die geheven wordt over het inkomen van particuliere belastingplichtigen.

Boxenstelsel

Dit is een belastingsysteem waarin de fiscus het inkomen opsplitst in drie boxen: inkomen uit werk en woning, inkomen uit aanmerkelijk belang en inkomen uit sparen en beleggen.

Aanemerkelijk belang

De inkomsten die je binnenkrijgt door het bezitten van minimaal 5% van de aandelen van een bedrijf.

Dividend

Dividend is het deel van de winst van een bedrijf dat wordt uitgekeerd aan de aandeelhouders. Dividend kan overigens ook in aandelen worden uitgekeerd aan de aandeelhouders, dit heet stockdividend.

Marginaal belastingtarief

Het gaat er om dat je in één keer kan aangeven hoeveel geld je moet betalen in de hoogste schijf waarin je valt. Bijvoorbeeld bij een hoog inkomen valt iemand met zijn inkomen ook in de 60%-schijf, waardoor van al het extra inkomen dan 60% belasting betaalt zal moeten worden.

Gemiddeld belastingtarief

Je krijgt het gemiddeld belastingtarief door het totale bedrag aan belastingen te delen door het totale bedrag aan inkomen, waarna je dat vermenigvuldigt met 100%.

Loonbelasting

Loonbelasting is een directe belasting die geheven wordt over het loon van werknemers of met hen gelijkgestelde personen.

Brutoloon

Het Brutoloon is het salaris zoals jij dit hebt afgesproken met jouw werknemer en wat er is vastgelegd in het contract.

Nettoloon

Het Nettoloon is eigenlijk hetzelfde als het brutoloon, maar dan zonder belastingen en premies.

Belastingvrije voet

Je betaalt over een zeker bedrag aan inkomen geen belasting.

E1: Macro economische kringloop, nationaal inkomen en welvaart

E2: Economische groei

E3: Ongelijkheid en herverdeling

E4. Arbeidsmarkt en werkloosheid