Examenopgave 2012 (1), opgave 2

Gegeven door:
Niels van der Vliet
Beschrijving
Begrippen
Examenvragen
H1. Examenopgaven 2012 tijdvak 1 EC
Het bedrag dat consumenten bereid zijn om méér te betalen dan de daadwerkelijke prijs
Een situatie waarin het algemeen prijspeil voortdurend daalt en consumptiegoederen goedkoper worden. Je kunt dus steeds meer kopen met eenzelfde geldbedrag
Het verband tussen de prijs van een product en de vraag naar een product door één consument
De waardevermindering van geld, bijvoorbeeld door stijgende prijzen (je kunt minder kopen met dezelfde hoeveelheid geld) of door het bijdrukken van geld (hoe meer geld er in omloop is, hoe minder het waard wordt; schaarste creëert waarde!)
Dit is een organisatie die pensiongelden (in de vorm van premies) beheert
Dit is de lijn die het verband weergeeft tussen de gevraagde hoeveelheid en de prijs
In de economische kringloop, die ook wel de monetaire kringloop of geldkringloop wordt genoemd, vind je de geldstromen tussen de verschillende economische sectoren
Het nationaal inkomen is het totaal verdiende inkomen van een land in één jaar. Onder het nationaal inkomen valt loon, interest, huur, pacht en winst
De bestedingen van de overheid aan goederen en diensten. Deze bestedingen worden onderverdeeld in investeringen en consumptie
Een begrotingstekort ontstaat als de uitgaven van de Rijksoverheid (in Nederland) in een jaar hoger liggen dan de inkomsten
Het saldo van de particuliere sector plus het saldo van de overheidssector
Een kredietcrisis is een situatie waarin de financiële markt vastloopt. Financiële instellingen kunnen of willen elkaar geen geld (krediet) meer lenen, waardoor er grootschalige liquiditeitsproblemen ontstaan
Onder overcapaciteit wordt verstaan alle productiecapaciteit die niet noodzakelijk is voor het realiseren van de normale productie
Digistudies is een e-learningplatform opgericht door Micha Proper dat korte, toegankelijke uitlegvideo's aanbiedt voor middelbare scholieren.