Welkom bij de uitleg over het eerste onderwerp van tijdvak 6: het streven naar absolute macht. We bespreken hier onder andere de bloei van de Nederlandse Staat in economisch en cultureel opzicht. Je kunt deze informatie gebruiken om te leren voor het geschiedenis examen, toetsen en SE’s. Voor een goede voorbereiding raden we je aan om ook de andere tijdvakken te leren!
11. Streven naar absolute macht (Kenmerk 23&24)

Een economische stroming die in de 17e eeuw is ontstaan. Bij deze stroming werd de internationale handel als grootste bron van welvaart gezien. Het streven was om meer te exporteren dan te importeren.
De Verenigde Oost-Indische Compagnie werd in 1602 opgericht door de Staten Generaal. Het was een handelsbedrijf dat over zee handel dreef en vooral aanwezig was in de Aziatische regio.
Een opvatting binnen de kennistheorie die stelt dat zintuiglijke waarneming de enige bron van alle kennis is.
Een inslagkrater op de maan, vernoemd naar Nicolaus Copernicus. Hij was een wiskundige, arts, jurist en sterrenkundige, die bekend geworden is door zijn ideeën over de structuur van het zonnestelsel.
De zon als middelpunt.
De aarde als middelpunt.
Het geheel van productie en handel tussen alle landen van de wereld.
Afkorting van East India Company. Wordt vaak aangeduid als Britse Oost-Indische Compagnie. De EIC werd in 1600 opgericht en was een van de machtigste commerciële ondernemingen uit die tijd.
Een economisch systeem dat voorafging aan de industriële kapitalisme. Bij dit systeem maakten koplui dankzij hun kapitaal grote winsten in de internationale handel en konden zij hun kapitaal verder vergroten.
Het bestuurscollege van een stad in de westelijke provincies van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Dit bestuur bestond uit 17 tot 40 leden.
De Spaanse commandant Alexander Farnese nam op 27 augustus 1585 de stad Antwerpen over van de Antwerpse burgemeester Filips van Marnix van Sint-Aldegonde. De val van Antwerpen wordt vaak gezien als de oorzaak van de opkomst van Amsterdam als belangrijke handelsstad.
De handel die door kooplieden uit Amsterdam gedreven werd met landen rond de Oostzee. Dit vormde voor de voornaamste bron van welvaart in Amsterdam.
Een term die verwijst naar de periode in de Nederlandse geschiedenis waarin er een grote bloei plaatsvond in economisch, cultureel en politiek opzicht.
Een politieke stroming waarbij het staatshoofd alle macht in handen heeft en niet gebonden is aan wetten.
Een benaming voor Franse calvinisten.
Een term die gebruikt wordt om de bestuurders van Nederlandse steden in de 17e en 18e eeuw aan te duiden.
Afkorting van West-Indische Compagnie. De WIC bezat het staatsmonopolie op de handel en scheepvaart tussen West-Afrika en Amerika.
ln 1585 veroverde het Spaanse leger Antwerpen. De inname van deze stad had gunstige gevolgen voor de ontwikkeling van de Republiek.
Noem twee gevolgen van de inname van Antwerpen die bijdroegen aan de economische bloei van de Republiek.
Voorbeeld van een juist antwoord is:
- De inname van Antwerpen leidde tot de vlucht van kooplieden / ambachtslieden naar de Noordelijke Nederlanden (die in de Republiek bijdroegen aan de bloei van handelen nijverheid)
- De inname van Antwerpen leidde tot de afsluiting van de Schelde / van de haven (waardoor de Republiek / Amsterdam minder concurrentie vanuit Antwerpen / de Zuidelijke Nederlanden ondervond)