Geschiedenis

1. De wederopbouw van Nederland

Gegeven door:
Rick Ouwehand
Beschrijving Begrippen

Welkom bij deze uitleg voor geschiedenis, waarin we een aantal onderwerpen bespreken die te maken hebben met de wederopbouw van Nederland na de Tweede Wereldoorlog. Onderwerpen die naar voren komen zijn onder andere de verzuiling in Nederland, de economische groeispurt en de politieke situatie van dat moment. Je kunt deze informatie gebruiken om te leren voor het eindexamen, toetsen of SE’s.

Zuilen

Levensovertuigingen

Marshallplan

Dit was een financieel hulpprogramma voor de wederopbouw en het economisch herstel van Europese landen na de oorlog

Babyboom

Na de tweede wereldoorlog kwam een enorme bevolkingsgroei op in Nederland en werden er heel veel kinderen geboren

NAVO (Noord-Atlantische verdragsorganisatie)

De Noord-Atlantische verdragsorganisatie was opgericht door de Verenigde Staten en een paar West-Europese landen. De NAVO is gericht op militaire samenwerking. De deelnemers van dit verdrag beschermen elkaar als ze aangevallen worden

Neutraliteitspolitiek

De neutraliteitspolitiek was een beleid dat werd gevoerd in de Nederlandse politiek wat inhield dat Nederland zich niet bemoeide met internationale conflicten. Kortom Nederland koos geen kant in internationale conflicten en oorlogen met het idee dat Nederland dan niet aangevallen zou worden

Loonpolitiek

De geleide loonpolitiek na de Tweede Wereldoorlog hield in dat de overheid bepaalde dat de lonen en productiekosten laag moesten blijven. Het doel was de Nederlandse economie zo snel mogelijk weer op te bouwen

Koude Oorlog

De Koude Oorlog (1945-1991) is een fase uit de wereldgeschiedenis waarin sprake was van een gewapende vrede tussen de kapitalistische wereld (met de Verenigde Staten als aanvoerder) en communistische landen die onder invloed van de Sovjet-Unie stonden

Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)

Een Europese organisatie die bedoeld was om de productie van kolen en staal onder het gezag te plaatsen van een gemeenschappelijke Hoge Autoriteit. Dit zou ook gezien kunnen worden als het begin van de Europese Unie

Bondsrepubliek (BRD)

De Bondsrepubliek Duitsland was tussen 1949 en 1990 een federale staat die ruwweg het westelijke deel van het huidige Duitsland omvatte, inclusief het noordwesten en het zuiden

Communisme

Het communisme is een sociale, politieke en economische ideologie gericht op het hebben van een klasseloze en socialistische samenleving, gebaseerd op gemeenschappelijke eigendom van de productiemiddelen en met openbare instellingen, waarbij iedereen produceert naar vermogen en neemt naar behoefte

D.1 Nederland na de Tweede Wereldoorlog

D.2 Nederland na het jaar 1980

D.3 Nederland vanaf het jaar 2000

Verzuiling in Nederland

In de eerste helft van de 20ste eeuw, voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog, was de Nederlandse samenleving opgedeeld in verschillende groepen. Daardoor ontstond er een scheiding in de Nederlandse samenleving. Mensen leefden in verschillende groepen, en elke groep had verschillende levensovertuigingen. Deze groepen worden zuilen genoemd.


Nederland had vier dominante zuilen:

1. De katholieke zuil;

2. De protestants-christelijke zuil;

3. De socialistische zuil en;

4. De liberale zuil.


In het dagelijkse leven was de verzuiling duidelijk terug te zien. Elke zuil had bijvoorbeeld zijn eigen verenigingen en vakbonden. Ook was de politieke partij en media voor elke zuil verschillend. Welke krant iemand las was dus afhankelijk van de zuil waarbij je hoorde. Tot slot was ook het onderwijs verschillend per zuil. Na de Tweede Wereldoorlog werd het oude systeem van de verzuiling aanvankelijk weer hersteld.


Wederopbouw van Nederland

Nederland moest na de Tweede Wereldoorlog weer opgebouwd worden. Steden waren verwoest en de maatschappij was verdeeld. Het was nodig om de economie in Nederland weer opgang te krijgen, om de wederopbouw van Nederland te kunnen financieren. Dit is deels gelukt dankzij het Marshallplan, wat in 1948 gelanceerd werd door de Verenigde Staten. Dit was een financieel hulpprogramma voor de wederopbouw en het economisch herstel van Europese landen na de oorlog.


Na de Tweede Wereldoorlog kwam er een enorme bevolkingsgroei op in Nederland. Er werden heel veel kinderen geboren: dit wordt de babyboom genoemd. Het bevolkingsaantal was niet het enige wat groeide. Er kwam ook een grote economische groei op in jaren 50 en 60 van de 20ste eeuw. Deze economische groei kwam voort uit het Marshallplan, maar ook twee andere factoren hebben eraan bij gedragen:


1. Het snelle herstel van de economie van de BRD. Dit was goed voor de Nederlandse economie, omdat de BRD een belangrijke handelspartner van Nederland was. Zo werden er vanuit Nederland veel goederen geëxporteerd naar de BRD. Door de industriële revolutie was het in Nederland mogelijk om veel te produceren en exporteren.

2. De ontdekking van aardgas in Groningen. Deze ontdekking werd in 1959 gedaan en zorgde ervoor dat Nederland veel geld kon verdienen met de export van aardgas.


Politieke ontwikkelingen in Nederland

Een grote verandering in de internationale politiek ten opzichte van de tijd voor de oorlog, was dat na de Tweede Wereldoorlog neutraliteitspolitiek werd opgegeven. De neutraliteitspolitiek was een beleid dat werd gevoerd in de Nederlandse politiek en hield in dat Nederland zich niet bemoeide met internationale conflicten. Kortom: Nederland koos geen kant in internationale conflicten en oorlogen, met het idee dat Nederland dan niet aangevallen zou worden. De Koude Oorlog en de Europese samenwerking laten zien dat Nederland na de Tweede Wereldoorlog niet langer een neutraliteitspolitiek voerde.


De NAVO

Door de Koude Oorlog en de angst voor de het communisme werd de NAVO opgericht. Dit is een militair samenwerkingsverband. De leden van de NAVO beschermen elkaar wanneer ze aangevallen worden en is gedeeltelijk opgericht om sterk te staan tegenover de Sovjet-Unie. Nederland sloot zich in 1949 aan bij deze NAVO en koos dus duidelijk een kant in het conflict: die van het westen.


EGKS

In 1951 werd Nederland lid van zich de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, afgekort de EGKS. Dit was een Europese internationale organisatie, waardoor het ook niet meer mogelijk was voor Nederland om neutraal te blijven tijdens internationale conflicten.


Politieke partijen

De machthebbers in de politiek van Nederland na de Tweede Wereldoorlog waren de rooms-katholieke en sociaaldemocratische partijen. Deze twee partijen hadden verschillende politieke opvattingen, maar moesten samenwerken om Nederland weer op te kunnen bouwen. De regeringen die ontstonden uit deze samenwerking werden de rooms-rode regeringen genoemd. In 1948 werd Willem Drees de minister-president van Nederland. Hij was een belangrijke naoorlogse politicus en bepaalde het politieke beleid voor de komende 10 jaar van Nederland.


Geleide loonpolitiek

Om de export en de werkgelegenheid te stimuleren bedachten de rooms-rode regeringen onder leiding van Willem Drees de geleide loonpolitiek. Deze geleide loonpolitiek hield in dat de overheid de lonen van de arbeiders expres laag hield, waardoor de productiekosten daalden. De lage productiekosten zorgden ervoor dat Nederlandse producten goedkoper waren ten opzichte van producten uit andere landen. Hierdoor werd de vraag naar Nederlandse producten gestimuleerd en groeide de export.


Door de verhoogde vraag naar Nederlandse producten waren er meer arbeiders nodig, en dus stimuleerde de geleide loonpolitiek ook de werkgelegenheid in Nederland. De geleide loonpolitiek was een belangrijke factor in het laten groeien van de Nederlandse economie na de oorlog. De geleide loonpolitiek was alleen niet gunstig voor de arbeiders; zij kregen hierdoor namelijk lagere lonen.


Vrije loonpolitiek

In het begin van de jaren 60 bleek het systeem van geleide loonpolitiek niet meer goed te werken. De werkgevers wilden hun werknemers tevreden houden, en betaalden hen daarom ook zwart geld uit, naast hun gewone loon. Toen de overheid dit door kreeg kwam zij tot de realisatie dat de geleide loonpolitiek afgeschaft moest worden. De geleide loonpolitiek werd vervangen door de vrije loonpolitiek. Het verschil was dat de werknemers en werkgeversorganisaties nu, door samen te overleggen, het loon van de werknemers vaststelden. Het loon werd dus niet meer vastgesteld door de overheid en kon verschillen per bedrijfstak. Met de vrije loonpolitiek was het probleem van zwartgeld opgelost.