Geschiedenis

3. De emancipatie van de vrouw en migratie na de Tweede Wereldoorlog

Gegeven door:
Rick Ouwehand
Beschrijving Begrippen
In deze video gaan we het hebben over drie onderwerpen. Het eerste onderwerp gaat over de emancipatie van de vrouw in de Nederlandse samenleving. Hierna gaan we het hebben over de immigratie en emigratie in Nederland die opkwam in de tweede helft van de 20 ste eeuw. Tenslotte gaan we in het derde deel van de video hebben over de oliecrisis van 1973 en wat de gevolgen hiervan waren voor de economie van Nederland.
Onafhankelijkheid

De vrijheid hebben om acties te ondernemen die gebaseerd zijn op eigen overtuigingen, zonder beïnvloed te zijn door anderen.

Pluriforme samenleving

Een samenleving waarin verschillende cultuurgroepen naast elkaar leven.

Kiesrecht

Het recht om te mogen stemmen bij verkiezingen.

Emancipatie

Het streven naar een volwaardige plaats in de samenleving vanuit een achtergestelde positie.

Oliecrisis

Een economisch gevolg van grote tekorten aan aardolie.

Verzorgingsstaat

Een samenleving waarin de overheid zorgt voor het sociaal-economisch welzijn van de burgers.

D.1 Nederland na de Tweede Wereldoorlog

D.2 Nederland na het jaar 1980

D.3 Nederland vanaf het jaar 2000

Vrouwenemancipatie

Emancipatie houdt in dat minderheidsgroepen in de maatschappij vechten voor een gelijkwaardige plek in de samenleving. In dit geval zijn de vrouwen de minderheidsgroep in de samenleving. De man was namelijk de baas in het huwelijk en vrouwen waren wettelijk handelingsonbekwaam. Dit betekent dat vrouwen niet mochten werken als ze getrouwd waren.


Vanaf 1956 begon de positie van de vrouw sterk te veranderen. Door de wetswijziging van 1956 kwam er een einde aan de wettelijke handelingsonbekwaamheid van getrouwde vrouwen. Deze wetswijziging wordt de motie-Tendeloo genoemd. Ongeveer 10 jaar later, aan het einde van de jaren 60, ontstonden er verenigingen die zich actief gingen inzetten voor de emancipatie van de vrouw.


Man Vrouw Maatschappij en Dolle Mina

De twee belangrijkste verenigingen waren de Man vrouw Maatschappij (MVM) en Dolle Mina. De Man vrouw Maatschappij probeerde door te lobbyen bij de overheid meer rechten te verkrijgen voor de vrouw. De tweede vereniging, Dolle Mina, was een actiegroep die door demonstraties en sterke leuzen de emancipatie probeerde te verwezenlijken. ‘Baas in eigen buik’ is een hele bekende leus, die door de Dolle mina actiegroep werd bedacht om het recht op abortus duidelijk te maken. Dolle Mina wist veel aandacht van de media te krijgen door hun opvallende acties en demonstraties.


Wat zorgde voor maatschappelijke veranderingen voor vrouwen?

Er waren drie belangrijke ontwikkelingen die zorgden voor grote maatschappelijke veranderingen voor vrouwen:

1. De anticonceptiepil. De introductie en acceptatie van de anticonceptiepil in 1963 zorgde ervoor dat vrouwen zelf konden bepalen of en wanneer ze kinderen wilden krijgen. Daardoor gingen vrouwen vaker studeren en konden ze zelf carriere maken. De onderwijskloof tussen man en vrouw werd verkleind.

2. De onderwijsdeelname van meisjes steeg.

3. De echtscheidingswetgeving. In 1971 werd een nieuwe echtscheidingswetgeving ingevoerd, waardoor het makkelijker werd om te scheiden. Dit gaf de vrouw meer vrijheid en onafhankelijkheid van de man. Vóór deze nieuwe wetgeving was het alleen maar mogelijk om te scheiden als er sprake was van overspel bij een van de partners.


Ook werd de inkomensongelijkheid tussen mannen en vrouwen aangepakt. Halverwege de jaren 70 werd er een wet aangenomen die de inkomens van man en vrouw voor hetzelfde werk gelijktrok.


Emigratie

Na de Tweede Wereldoorlog, in het begin van 1950, waren er veel Nederlanders die wilden emigreren. Landen als Australië, Nieuw-Zeeland en Canada waren populaire bestemmingen onder de Nederlandse emigranten. Er zijn drie hoofdreden voor de emigratiedrang van honderdduizenden Nederlanders in de jaren 1950:


1. De eerste reden voor emigratie is dat de economische toekomstperspectieven slecht waren in Nederland; Direct na de tweede wereldoorlog was er te weinig werkgelegenheid.

2. Een andere reden voor de emigratie van Nederlanders was dat er een woningnood was ontstaan door de Tweede Wereldoorlog. Veel huizen waren verwoest of waren in slechte staat, en door de babyboom en migranten vanuit Indonesië nam de bevolking alleen maar toe.

3. De laatste en derde reden voor de emigratiegolf was dat mensen bang waren voor het uitbreken van een nieuwe oorlog: de Koude Oorlog. Deze oorlog ontstond na de Tweede Wereldoorlog, en zorgde voor angstgevoelens binnen de Nederlandse bevolking. De Nederlandse regering stimuleerde emigratie door voorlichtingsavonden te organiseren en mensen te begeleiden bij de emigratie.


Immigratie

Buiten emigratie nam ook de immigratie naar Nederland toe. De immigratie naar Nederland na de Tweede Wereldoorlog begon met migranten uit Indonesië. In 1949 werd Indonesië onafhankelijk verklaard van Nederland. Dit zorgde ervoor dat er een grote stroom van migranten naar Nederland kwam. De migranten kwamen naar Nederland omdat ze hoopten een betere toekomst te vinden hier. Door het koloniale verleden van de Indonesië en Nederland waren de Indonesiërs al gewend aan de Nederlandse cultuur. Hierdoor verliep de integratie van de Indonesiërs in de Nederlandse samenleving relatief soepel.


Gastarbeiders

In de jaren ‘60 ontstond er een economische bloei in Nederland. Er was veel vraag naar werk en niet genoeg aanbod. Dit tekort aan arbeiders werd door sommige Nederlandse bedrijven opgelost doormiddel van het aantrekken van buitenlandse arbeidskrachten. Deze arbeiders werden gastarbeiders genoemd, en kwamen naar Nederland omdat er in hun thuisland werkloosheid was. De eerste gastarbeiders kwamen voornamelijk uit Spanje en Italië, maar later ook uit Turkije en Marokko.


In eerste instantie was het idee dat de gastarbeiders na een paar jaar weer terug zouden gaan naar hun thuisland. De Zuid-Europese gastarbeiders keerden over het algemeen terug naar hun thuisland, maar veel van de Marokkaanse en Turkse gastarbeiders wilden in Nederland blijven; door de hoge lonen en de goede sociale voorzieningen. In de jaren ‘70 kregen de gastarbeiders recht op gezinshereniging. Dit betekende dat het gezin uit het land van herkomst ook naar Nederland mocht immigreren. De integratie van de Marokkanen en Turken in de Nederlandse maatschappij verliep soms moeizaam, doordat het cultuurverschil tussen hen en de Nederlanders groot was. De Nederlandse overheid was ook schuldig aan de moeizame integratie, want het integratiebeleid was gericht op het idee dat de gastarbeiders weer terug zouden keren naar hun thuisland. Hierdoor werden de migranten niet gestimuleerd door de Nederlandse overheid om te integreren in de samenleving.


De laatste grote groep immigranten die naar Nederland kwamen, waren de Surinamers. In de Surinaamse samenleving ontstond er spanning tussen verschillende bevolkingsgroepen, nadat Suriname onafhankelijk werd van Nederland in 1975. Onder een deel van de Surinaamse bevolking was er angst voor een economische ondergang, en dat was voor velen de reden voor immigratie naar Nederland.


Oliecrisis van 1973

De oliecrisis maakte een einde aan de jarenlange economische bloei in Nederland. De crisis ontstond doordat Nederland de kant van Israël koos in de oorlog tegen Syrië en Egypte. Een deel van de Arabische landen zag Nederland daarom als vijand en weigerden om olie aan het land te verkopen.


De gevolgen hiervan werden in Nederland snel zichtbaar: de benzineprijzen stegen enorm en het leven werd duurder. Nederland kon de gevolgen nog enkele jaren opvangen, maar rond 1980 was er sprake van een serieuze economische crisis. Veel mensen raakten werkloos, waardoor het aantal uitkeringen die de overheid moest verlenen toenam. De verzorgingsstaat kwam onder druk te staan.