Nederlands

1. Drogredenen

Gegeven door:
Daphne Jager
Beschrijving Begrippen

Wat is een drogreden en hoeveel verschillende drogredenen zijn er eigenlijk? Dat en meer leer je door deze uitlegvideo voor Nederlands te bekijken.

Er zijn nog geen begrippen voor deze video.
D1. Argumentatie NL

D2. Zinsopbouw en werkwoordspelling

Nederlands, drogredenen 


9 soorten drogredenen uitleg: 

1.     Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie (onjuist beroep op causaliteit) 

Hierbij wordt een onjuiste oorzaak-gevolgrelatie als argument gebruikt en dat is fout.

2.     Verkeerde of valse vergelijking

Hierbij wordt een niet kloppende vergelijking als argument gebruikt, dat is ook fout. 

3.     Autoriteitsargument of verkeerde autoriteit 

Hierbij wordt een autoriteit gebruikt die het met het standpunt eens is, dus dan moet het ook wel waar zijn. Dit hoeft geen deskundige autoriteit te zijn. Er wordt dan ten onrechte beroep gedaan op deze autoriteit.

4.     Overhaaste generalisatie 

Hierbij wordt een kenmerk of eigenschap van één persoon of ding op een hele groep betrokken. 

5.     Cirkelredenering

Hierbij wordt een argumentatie in een rondje gebruikt.

6.     Op-de-manspelen of persoonlijke aanval (argumentum ad hominem)

Iemand wordt aangevallen op persoonlijke kenmerken, op zijn karakter, en niet op het standpunt dat hij verkondigt. 

7.     Ontduiken bewijslast 

Er wordt aangegeven dat er geen bewijs is dat iets het geval is. 

8.     Vertekenen van een standpunt

Het standpunt van de tegenstanders anders doen voorkomen dan is werkelijk is. 

9.     Bespelen van het publiek

Het publiek wordt zo bespeeld of beïnvloed dat ze er niet makkelijk tegenin kunnen gaan. 


9 soorten drogredenen voorbeelden: 

1.     Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie (onjuist beroep op causaliteit) 

Sinds de uitvinding van de computer kan niemand meer rekenen. 

2.     Verkeerde of valse vergelijking

Het geschiedenisonderwijs kan beter worden afgeschaft. Wat gebeurd is, is gebeurd. Een versleten jas gooi je toch ook weg?

3.     Autoriteitsargument of verkeerde autoriteit 

Het eten van cholesterolrijk voedsel is niet zo slecht als algemeen wordt aangenomen. Niemand minder dan de directeur van McDonald’s heeft dit onlangs betoogd. 

4.     Overhaaste generalisatie 

Als één leraar iets niet goed heeft gedaan, zeggen: leraren zijn niet te vertrouwen. 

5.     Cirkelredenering

Ik vind Mieke niet aardig, omdat ik haar niet mag. 

6.     Op-de-manspelen of persoonlijke aanval (argumentum ad hominem)

Hij is een dronkenlap, dus wat hij zegt is onzin. 

7.     Ontduiken bewijslast 

Dat kan ik niet bewijzen, maar bewijs jij maar eens dat het niet zo is. 

8.     Vertekenen van een standpunt

‘’Sporten is vaak prijzen’’, zegt de één. ‘’Dus je wilt beweren dat sporten alleen voor mensen met een dikke portemonnee is?’’

9.     Bespelen van het publiek

Wie wil er nu als behoorlijk mens op zulke lieve, kleine zangvogels jagen?