In deze kennisclip voor scheikunde gaan we het hebben over energiediagrammen. Belangrijke onderwerpen hierbij zijn chemische energie, exotherme & endotherme reacties, en verbrandingswarmte. Gebruik deze uitleg om te leren voor toetsen, SE's en het examen!
1. Energiediagrammen

De energie die nodig is om het geactiveerde complex te vormen.
De hoeveelheid energie die opgeslagen zit in de moleculen van een stof en bij een chemische reactie vrijkomt.
Een proces waarbij bestaande verbindingen worden verbroken of veranderen.
Een chemische reactie waarbij voortdurend energietoevoer nodig is. Het gaat gepaard met de absorptie van warmte.
Een fysische grootheid die uitdrukt in hoeverre een systeem arbeid kan verrichten of warmte kan produceren. De eenheid van energie is joule.
De totale hoeveelheid energie die constant blijft.
In een energiediagram wordt samengevat hoeveel energie er nodig is om een reactie op gang te brengen en hoeveel energie reacties opleveren.
Een chemische reactie waarbij warmte vrijkomt.
De internationale eenheid van energie.
Een stof die de snelheid van een chemische reactie beïnvloedt zonder dat het zelf wordt verbruikt (zorgt bijna altijd voor een snellere reactiesnelheid).
Eén mol van een stof is de hoeveelheid waarvan de massa in gram gelijk is aan de massa van een deeltje van de stof in u.
Chemische stoffen die meedoen in de chemische reactie en uiteindelijk reactieproducten vormen, omdat de reactanten met elkaar reageren.
Reacties van een stof met zuurstof.
De energie die vrijkomt bij een chemische reactie.
Een energie-effect bij de vorming van een stof uit niet-ontleedbare stoffen.
In de airco van een auto circuleert een zogenoemd koudemiddel. Het koudemiddel wordt rondgepompt in een gesloten circuit tussen de condensor en de verdamper. Het koudemiddel komt als gas de condensor binnen en verlaat de condensor als vloeistof. In de verdamper gebeurt het omgekeerde.
Leg uit, aan de hand van het koelen van de binnenruimte van de auto, of in de verdamper een endotherm of exotherm proces plaatsvindt.
Voorbeelden van een juist antwoord zijn:
− De binnenruimte in de auto wordt koeler/gekoeld doordat warmte nodig is voor het verdampen. Verdampen / Het proces dat plaatsvindt in de verdamper is dus endotherm.
− De lucht (in de auto) wordt afgekoeld doordat warmte wordt afgestaan (voor het verdampen). Dus het verdampen / het proces dat plaatsvindt in de verdamper is endotherm.