Wiskunde A

2. Verschillende verbanden

Gegeven door:
Nick Gerdes
Beschrijving Begrippen

Welkom bij deze wiskunde A uitlegvideo! In deze video gaan we het hebben over verschillende verbanden, zoals: lineair verband, exponentieel verband en het omgekeerd evenredig verband. Ook weer in deze uitlegvideo zullen de onderwerpen behandeld worden aan de hand van verschillende voorbeelden en oefeningen. Heel veel kijkplezier en succes met het leren voor het eindexamen en andere toetsen!

Beginwaarde

Wordt aangegeven met de letter b. Je kunt de beginwaarde aflezen onder de 0 in een tabel van een exponentieel verband

Exponent

Het aantal keren dat het grondtal in een machtsverheffing met zichzelf vermenigvuldigd wordt om een resultaat te krijgen

Exponentieel verband

Je spreekt van een exponentieel verband als een hoeveelheid per tijdseenheid met hetzelfde getal (de groeifactor) wordt vermenigvuldigd. De standaardformule is y = b*g^x

Formule

Een bepaalde waarde of verband dat in cijfers en/of letters uitgedrukt wordt

Groeifactor

Het vaste getal waarmee vermenigvuldigd wordt binnen een exponentieel verband. Als de groeifactor groter dan 1 is stijgt de grafiek, maar als het tussen de 0 en de 1 ligt daalt de grafiek

Grondtal

Het getal waarop een berekening gebaseerd is. In een machtsverheffing van 2 tot de macht 5 (2^5) is 2 het grondtal

Lineair verband

Een relatie die continu toeneemt of afneemt. Als iets toeneemt in de y-richting, gebeurt dat op dezelfde manier in de x-richting. De standaardformule is y = ax + b

Omgekeerd evenredige verbanden

Een wiskundig verband tussen twee grootheden waarbij de ene variabele toeneemt terwijl de andere variabele tegelijkertijd afneemt. De formule die hierbij hoort is y = a / x

Recht evenredig verband

Een lineaire vergelijking die begint op het punt 0,0. De verhouding is constant. De standaardformule is y = ax

Snijpunt

Het punt waarop twee of meer lijnen elkaar kruisen

C1: Tabellen

C2: Grafieken, vergelijkingen en ongelijkheden

C3: Formules met één of meer variabelen

C4: Lineaire verbanden

C5: Exponentiële verbanden