Digistudies docent Menno Lagerwey behandelt in deze video voor wiskunde B vier verschillende onderdelen van tabellen en grafieken. De onderwerpen minima, maxima, snijpunten en lineaire verbanden zullen worden uitgelegd in deze handige video, om je klaar te stomen voor je eindexamen.
1. Tabellen en grafieken

Een stelsel met een x-as en een y-as, waarop getallen staan. In een assenstelsel kun je coördinaten aflezen
Een getal dat gebruikt wordt om de plaats van een punt in de grafiek aan te geven
De maxima en minima van een functie. Het zijn de functiewaarden waar geen andere functiewaarde boven- of onderuit komt
Een waarde die de toename of afname per x aangeeft. Bij een afname is het hellingsgetal negatief, en hoe groter het hellingsgetal is, hoe steiler de lijn wordt. Een hellingsgetal is hetzelfde als de richtingscoëfficiënt
Een relatie die continu toeneemt of afneemt. Als iets toeneemt in de y-richting, gebeurt dat op dezelfde manier in de x-richting
Een waarde die de toename of afname per x aangeeft. Bij een afname is de richtingscoëfficiënt negatief, en hoe groter de richtingscoëfficiënt is, hoe steiler de lijn wordt. Een richtingscoëfficiënt is hetzelfde als het hellingsgetal
Het punt waarop twee of meer lijnen elkaar kruisen
Een grootheid die steeds een andere waarde kan hebben
De horizontale as, die plat op de grond ligt
De verticale as, die recht omhoog gaat