Klimaat en natuurlijke hulpbronnen
We gaan het hebben over de natuurlijke omstandigheden waarin Brazilië zich bevindt, de fysisch-geografische kenmerken.
Het klimaat van Brazilië
Brazilië is gigantisch: de afstand van het noorden naar het zuiden is hemelsbreed zo'n 3000 kilometer, en van oost naar west ook zoiets, - het is dus niet verwonderlijk dat er in het land vele verschillende klimaten zijn.
Men onderscheidt er zes:
- Het tropisch regenwoudklimaat
- Het savanneklimaat
- Het steppeklimaat
- Het woestijnklimaat
- Het zeeklimaat met droge winter
- Het gewone zeeklimaat
Het noorden van Brazilië ligt het dichtst bij de evenaar. Daar is het tropisch, met een gemiddelde temperatuur van zo'n 28 graden. Het zuiden van Brazilië - in de richting van de Zuidpool dus - is een meer gematigd klimaat. Het kan daar zelfs sneeuwen.
Die klimaten van Brazilië worden bepaald door de ligging ten opzichte van deze vier plekken:
- Atlantische Oceaan
- Het Amazonegebied
- Het Andesgebergte, en
- Het Hoogland van Brazilië
Zo zal ook de neerslag in de verschillende delen afhangen van hun positie ten opzichte van de hoge- en lagedrukgebieden, de zee of de bergen.
De noordelijke helft van Brazilië, dat het dichtst bij de evenaar ligt, heeft veel te maken met de ITCZ ofwel de intertropische convergentiezone. De ITCZ is een zone met stijgende luchtbewegingen, veroorzaakt door de hitte van de zon. In het tropisch regenwoud daar in het noorden schijnt de zon loodrecht op het woud. Veel vocht verdampt daardoor, stijgt op en condenseert in de hogere koudere luchtlagen tot wolken en regen. Er ontstaat een lagedrukgebied met heftige regenbuien.
In de Braziliaanse zomermaanden (rond januari) verschuift de ITC-zone langzaam wat naar het zuiden en in de winter weer naar het noorden. Dat heeft natuurlijk te maken met de stand van de zon.
Langs de kust verschuift de ITCZ minder naar het zuiden, omdat de zone daar door de zee minder snel opwarmt. Neerslag en temperatuur in Brazilië hangen dus samen met de verschuiving van die zone. Met de ITCZ valt er meer regen. In de zomer is het dan natter in het midden van Brazilië (en droger in het noorden), maar in de winter is het juist natter in het noorden (en droger in het midden).
Het natuurlandschap
Brazilië heeft een heel divers landschap, laten we de deelgebieden even nader bekijken. Het natuurlandschap, je kan ook zeggen de fysisch-geografische kenmerken - daar heb je ze weer -, kunnen we heel algemeen als volgt indelen:
Het Amazonegebied
Warm en vochtig gebied in het noorden, het is een tropisch regenwoud (Selva in het Portugees).
In het noordoosten is er ook tropisch bos, en dat heeft zich aan zout water aangepast. Je vind daar Mangroven, van die tropische bomen langs de kust, met wortels boven de grond.
De Cerrado, ofwel droge savanne
Een savanne is een subtropisch uitgestrekt graslandschap, met struikgewas of hier en daar een boom. Het beslaat een groot deel van het hoogland.
De Caatinga, een steppeachtig gebied in het noorden
Dit is een droog gebied met bossen. Steppe is nog droger dan savanne: er groeien diverse droge grassoorten. Er zijn nauwelijks bomen.
Pantanal
Een groot vlak moerasgebied in de buurt van de grens met Bolivia en Paraguay. Met veel bijzondere planten- en diersoorten
Atlantisch regenwoud
Een regenwoud in het zuidoosten, met ook hier veel verschillende planten- en diersoorten. Er is een grote biodiversiteit.
De pampa
Dit is een uitgestrekte boomloze grasvlakte in het zuiden.
De natuurlijke hulpbronnen van Brazilië.
Natuurlijke hulpbronnen zijn alle in de natuur aanwezige stoffen die van economisch nut kunnen zijn en/of onmisbaar zijn voor de levenskwaliteit van de mens.
In Brazilië kan men veel gebruik maken van water om energie te produceren. Rivieren worden gebruikt om hydro-elektriciteit op te wekken. Er worden stuwdammen daarvoor gebouwd.
Maar het belangrijkst voor de economie zijn de delfstoffen. Hout natuurlijk ook, maar er mag t liefst niet meer gekapt worden in de regenwouden. Een delfstof is een mineraal of andere nuttige stof die uit de grond wordt gehaald, gedolven dus. Een fossiele energiebron, zoals aardolie, wordt ook uit de grond gehaald.
In Brazilië vind je de volgende:
- Erts. Dat is een gesteente waaruit metaal wordt gewonnen. IJzererts vooral. Brazilië is een van de grootste ijzererts producenten ter wereld;
- Aardolie en gas;
- Bauxiet. Hier wordt aluminium van gemaakt;
- Steenkool. Hard zwart materiaal uit de grond, dat als brandstof wordt gebruikt;
- Goud, zilver, platina en diamanten;
6. Metalen als koper, nikkel, tin, mangaan.
Daarnaast worden er veel biobrandstoffen geproduceerd. Een biobrandstof is een stof die uit biomassa komt, d.w.z. uit een plantaardig of dierlijk materiaal. Maïs, suikerriet, soja. Dierlijk vet. Suikerriet is de belangrijkste brandstof in Brazilië, ook wel ethanol geheten, deze brandstof. Brazilië is de grootste producent van suikerriet ter wereld.
Daar rijden ook steeds meer voertuigen op ethanol, in plaats van op de vervuilende diesel of benzine. Maar tegelijk zorgt de productie van suikerriet ook weer voor vervuiling door het gebruik van kunstmest, waar immers CO2 uitstoot bij te pas komt. Ook ontstaan suikerrietvelden door het kappen van regenwoud. Dat is ook niet goed.
En toch is Brazilië nog een land in ontwikkeling. Het verschil tussen arm en rijk is gigantisch. Brazilië wordt gekenmerkt door grootgrondbezit: Een klein aantal personen en bedrijven, multinationals, bezitten de meeste grond, waarop suikerriet en andere zaken worden verbouwd. Er worden enorme winsten gemaakt. De kleine boeren en de oorspronkelijke, inheemse bevolking zijn indertijd onder druk gezet om hun eigendomsrechten af te staan. Vaak met geweld en intimidatie. Dit heet heel simpel landroof.
Nou, klimaat, landschap en natuurlijke hulpbronnen, zoals in deze samenvatting beschreven, de fysisch-geografische kenmerken van Brazilië dus, spelen een belangrijke rol voor de economie van het land. Daar gaan we het in de volgende video's over hebben.