Wat zijn nieren?
De nieren zijn organen waar je er twee van hebt. Ze liggen helemaal achter in je buikholte, tegen de binnenkant van je rug aan. De nieren filteren al het bloed dat door ons lichaam stroomt; ongeveer een kwart van al het bloed dat het hart uitpompt per slag gaat naar de nieren. Je hebt minimaal één nier nodig om te overleven.
Hoe ziet een nier eruit?
De nieren zijn ongeveer 10 centimeter lang, en zien eruit als een soort boon. Er zitten een heleboel kleine eenheden in de nier, die nefronen heten. De nefronen bestaan uit een heleboel buizen – nierbuisjes -, waar het filteren van het bloed plaatsvindt.
Kapsel van Bowman
Aan het begin van elke nier-eenheid zit het kapsel van Bowman. Dit is een soort bekervormig membraan met een dunne wand, waar een bloedvat doorheen kronkelt. Door de bloeddruk van het hart komt er bloed het kapsel van Bowman in, en dit wordt gefilterd door de dunne wand van het membraan. De gefilterde vloeistof in het kapsel van Bowman noem je voorurine. Het bestaat uit water, glucose, aminozuren, zouten, en afvalstoffen zoals ureum. Grotere stoffen, zoals bloedcellen of eiwitten passen niet door de filters, en komen dus niet in de voorurine.
Het filterproces in het kapsel van Bowman heet ultrafiltratie. De energie die daar voor nodig is, komt vanuit de bloeddruk. Vanaf het kapsel van Bowman stroomt de voorurine door de verschillende nierbuisjes naar de urineblaas. In de nierbuisjes vindt nog terugresorptie plaats. Terugresorptie betekent het terughalen van een stof die nuttig is voor het lichaam, bijvoorbeeld water of zout. Deze terugresorptie van stoffen gaat met behulp van actief transport, de terugresorptie van water verloopt via osmose. Na het terughalen van al die nuttige stoffen blijft urine over.
Functies van de nieren
De nieren hebben een paar belangrijke functies, die we een voor een gaan bespreken.
1. De allerbelangrijkste functie van de nieren is het filteren van afvalstoffen uit het bloed. Zonder nieren zouden we vergiftigd raken doordat al deze afvalstoffen niet uit ons bloed worden gehaald.
2. De tweede functie van de nieren is het regelen van de vocht- en zoutbalans in het lichaam. Dit doen ze, door na het filteren van het bloed, te regelen hoeveel water en zout er wordt teruggehaald uit de voorurine, terug de bloedbaan in. Als er veel water wordt terug geresorbeerd, wordt het bloed dus relatief minder zout. Als er veel zout wordt terug geresorbeerd, wordt het bloed dus relatief zouter. Op deze manier reguleren de nieren de ‘osmotische waarde’ van het bloed. Een hormoon dat terugresorptie, of het “terughalen” van water door de nieren stimuleert is het hypofyse-hormoon ADH, antidiuretisch hormoon.
Met deze vocht-zoutbalans regelen de nieren ook het zuur-base evenwicht van het lichaam. Kort gezegd regelen onze nieren de waterhuishouding van het lichaam, en maken ze hierbij urine. Urine bestaat uit overtollig water, overtollig zout, afvalstoffen van het lichaam, en lichaamsvreemde stoffen (zoals resten van medicijnen). Als het lichaam vocht nodig heeft, plas je donkere urine. Als je genoeg of teveel vocht hebt, plas je lichte urine.
3. Als derde functie maken de nieren hormonen aan die ons lichaam nodig heeft. Een voorbeeld hiervan is EPO, of erythropoëtine; die term ken je misschien wel van het wielrennen. EPO stimuleert het beenmerg om meer rode bloedcellen te maken, en met meer rode bloedcellen kun je inspanning langer kunt volhouden.
Ook houden de nieren onze bloeddruk in de gaten; dit kunnen ze controleren omdat er immers veel bloed van het hart naar de nieren stroomt. In nieren die minder goed werken wordt meer renine aangemaakt. Renine kan de bloeddruk verhogen; als er meer renine wordt geproduceerd gaat de bloeddruk omhoog, en bij een te hoge bloeddruk kunnen de nierfilters kapotgaan.