Vervoegen van de imparfait van de regelmatige werkwoorden die eindigen op -ER, -IR en -RE
Korte uitleg over de imparfait
Imparfait = Onvoltooid Verleden Tijd (je weet niet precies wanneer het begon en eindigde in het verleden)
- Ik liep
- Ik woonde
- Jij zat
- Hij praatte
- Wij deden
Belangrijk rijtje van de imparfait
Je -ais
Tu -ais
Il/elle/on -ait
Nous -ions
Vous -iez
Ils/elles -aient
Stappenplan imparfait vervoegen
1) Bepaal wat je wilt vertalen
2) Présent van de nous-vorm bepalen
3) Haal de nous & de -ONS eraf
4) Plak de juiste uitgang uit het rijtje van de imparfait erachter
Stappenplan toepassen op de regelmatige werkwoorden die eindigen op: -ER, -IR, -RE
- Eindigend op -ER (habiter, parler)
- Eindigend op -IR (finir)
- Eindigend op -RE (vendre)
Regelmatige werkwoorden op -ER
Habiter = wonen
1) Bepaal wat je wilt vertalen
Jij woonde
2) Présent van de nous-vorm bepalen
Nous habitons
3) Haal de nous & de -ONS eraf
Nous habitons > habitons > habit
4) Plak de juiste uitgang uit het rijtje van de imparfait erachter
Tu > -ais
Habit + ais = habitais
Jij woonde = Tu habitais
Regelmatige werkwoorden op -IR
Finir = eindigen
1) Bepaal wat je wilt vertalen
Jullie eindigden
2) Présent van de nous-vorm bepalen
Nous finissons
3) Haal de nous & de -ONS eraf
Nous finissons > finissons > finiss
4) Plak de juiste uitgang uit het rijtje van de imparfait erachter
Vous > -iez
Finiss + iez = finissiez
Jullie eindigden = Vous finissiez
Regelmatige werkwoorden op -RE
Vendre = verkopen
1) Bepaal wat je wilt vertalen
Zij verkochten
2) Présent van de nous-vorm bepalen
Nous vendons
3) Haal de nous & de -ONS eraf
Nous vendons > vendons > vend
4) Plak de juiste uitgang uit het rijtje van de imparfait erachter
Ils/elles > -aient
Vend + aient = vendaient
Zij verkochten = Ils/elles vendaient