Protestantse reformatie
Tijdens de renaissance veranderde het mens- en wereldbeeld. Waar eerst het geloof en God centraal stonden, kwamen nu de mens en het individu centraal te staan. Deze verandering ging hand in hand met de wens om terug te keren naar het oude, zuivere geloof. Hierdoor ontstond er een splitsing binnen de christelijke kerk. Aan de ene kant had je het rooms-katholieke geloof en aan de andere kant het nieuwe, protestantse geloof. We noemen deze splitsing de reformatie, of hervorming. Deze splitsing zorgde in heel Europa voor veel onrust, maar nergens zo erg als in Duitsland. Dit kwam doordat Duitsland bestond uit meerdere ‘vorstendommen’. Elk van deze vorsten had een andere mening over het geloof. Dit had godsdienstoorlogen tot gevolg. De rust keerde terug in 1555. In de vrede van Augsburg werd besloten dat iedere vorst zijn eigen geloof mocht bepalen.
Belangrijke personen in de reformatie
Desiderius Erasmus
Erasmus was humanist en theoloog, en was zeer kritisch op de kerk. Volgens hem week de kerk af van waar het geloof echt om ging. Ook stelde hij vragen over de corruptie binnen de kerk. Erasmus ging er vanuit dat het ware geloof alleen te vinden was door het bestuderen van de bijbel. Hier hoefde de kerk geen rol in te spelen. Erasmus probeerde zo de werkwijze van de kerk te veranderen. Onbedoeld maakte hij zo de weg vrij voor de reformatie.
Maarten Luther
De tweede persoon van belang is Maarten Luther. De bijbel was alleen nog te leen in het Latijn of Grieks. Luther wilde dat iedereen de mogelijkheid had om de bijbel te lezen. Met behulp van de uitvinding van de boekdrukkunst kon hij veel goedkoper een versie in de volkstaal laten verspreiden. Iets waar de kerk geen fan van was. Hij werd door de kerk in de ban gedaan en startte zijn eigen kerk. Hierdoor ontstonden de godsdienstoorlogen in Duitsland. Aan hangers van Luther noemen we Lutheranen.
Johannes Calvijn
De laatste persoon die we behandelen is Johannes Calvijn. Calvijn was een geboren Fransman en opgeleid als theoloog. Zijn visie was dat vorsten geen invloed mochten hebben op de kerk. Volgens hem was een opstand van het volk, onder leiding van een lagere overheidsfunctionaris, gegrond als de vorst niet regeerde volgens de wil van God. We noemen de aanhangers van Calvijn Calvinisten.
De Nederlandse Staat
Tijdens de renaissance begonnen de Nederlanden zich te vormen. Een belangrijke rol hierin werd gespeeld door Karel V. Hij was koning van een gebied dat bestond uit Frankrijk, Spanje en Duitsland. In 1515 werd hij ook landsheer van de Nederlanden.
Centralisatiepolitiek
Karel V wilde dat zijn gebied vanuit één centraal punt werd bestuurd; dit noemen we centralisatiepolitiek. Zo probeerde hij het centrale bestuur te versterken. Hij was een groot bestrijder van het protestantisme. Hij voerde een strenge godsdienstpolitiek, waarin ketters werden opgespoord en vervolgd. De opvolger van Karel was zijn zoon, Filips II. Hij werd in 1555 koning van de Nederlanden. Hij voerde de droom van zijn vader - het besturen van het gebied uit een centraal punt - door, onder luid verzet van de bevolking. Toen Filips II de Nederlanden verliet werd zijn halfzus, Margaretha van Parma, landvoogdes. Er was op dat moment veel onrust in de Nederlanden. Veel groeperingen waren boos door de hoge belastingen, beperkingen van de privileges en de godsdienstvervolging.
Hagenpreken
De leider van het adellijke verzet tegen Filips II werd stadhouder Willem van Oranje. Hij streefde naar godsdienstvrijheid en een meer tolerante godsdienstpolitiek in de Nederlandse gewesten. Samen met de andere edelen werd in 1566 een smeekschrift overhandigd aan Margaretha van Parma. In dit smeekschrift vroegen de edelen om te stoppen met de kettervervolging en de oude privileges te respecteren. Margaretha stemde hiermee in. Hierdoor durfden de Calvinisten weer buiten de stad bij elkaar te komen. Dit noemen we hagenpreken. Een van deze hagenpreken leidde tot de beeldenstorm in 1566. Duizenden mensen bestormden katholieke kerken en kloosters. Beelden werden vernietigd en alles wat los en vast zat werd mee genomen. Filips II was woedend en stuurde de Spaanse hertog van Alva, oftewel de IJzeren hertog, naar de Nederlanden om orde op zaken te stellen.
Plakkaat van Verlatinghe
Willem van Oranje zag de bui al hangen en vluchtte naar Duitsland om een leger te vormen. Zo zou hij de Spanjaarden kunnen bestrijden. Toen de Spaanse soldaten te lang niet betaald werden in 1576, begonnen ze te muiten. Hierdoor sloten de overige gewesten, die tot dan toe trouw waren gebleven aan Filips, zich aan bij Willem van Oranje. In het plakkaat van Verlatinghe werd in 1581 Filips II afgewezen als landsheer van de Nederlanden. Filips liet het hier niet bij zitten. In een poging om de Nederlandse gewesten te veroveren namen ze in 1585 Antwerpen in. Toen in 1588 een oorlog uitbrak tussen Engeland en Spanje, werden verdere pogingen om de Nederlanden te heroveren gestaakt. De Nederlandse gewesten waren niet opzoek naar een nieuwe landsheer. In plaats daarvan kwam er de republiek der zeven verenigde Nederlanden. Tijdens de vrede van Munster in 1648 legden de Spanjaarden zich hier bij neer.