De vijf V's
Mensen hebben elkaar nodig, en wel voor de vijf V's: vriendschap, voedsel, veiligheid, verliefdheid, en verstand. En voor de vijf v's zijn mensen afhankelijk van elkaar; op elkaar aangewezen. Daarom verbinden ze zich met elkaar, wat sociale binding heet. Dat is dus de verbinding die mensen met elkaar aangaan om aan hun basisbehoeften te kunnen voldoen. Onderlinge afhankelijkheid is er een kenmerk van.
Groepsvorming
Die verbinding die individuen aangaan, heet groepsvorming. Dat geeft een wij-gevoel, van bij elkaar horen. Kijk maar om je heen. De kleinste groep is het gezin waar je liefde, kennis, veiligheid en voedsel krijgt, - als het goed is. Een andere groep is school, waar je kennis en vriendschap vindt en soms ook verliefdheid. Al die groepen samen vormen een maatschappij, een samenleving, waar ze ook weer betekenis voor elkaar hebben. Met regels, wetten, afspraken en een leiding organiseren ze hun verbondenheid, nationaal en internationaal.
Soorten binding
Ook zien we dat er onderscheid wordt gemaakt tussen wie wel of niet tot de groep mag horen. Dat heet insluiting en uitsluiting. Het heeft natuurlijk allemaal te maken met in hoeverre je volgens de waarden, normen en de opvattingen van de groep leeft, en je aan de regels en gewoontes houdt. Met andere woorden: aan de cultuur van de groep. Binnen de groep vindt sociale controle plaats, om afwijkend gedrag van de groepsleden te verminderen en de cohesie te bevorderen. Maar eerst door op binding. In grote lijnen zijn er 4 soorten binding:
1. Cognitieve bindingen: Die hebben te maken met de omstandigheid dat mensen elkaar iets leren en dat je soms ook afhankelijk bent van de kennis van anderen.
2. Affectieve bindingen hebben betrekking op afhankelijkheid van mensen die positieve of negatieve gevoelens voor elkaar hebben.
3. Economische bindingen hebben te maken met de afhankelijkheid van de productie en consumptie van schaarse goederen, dus goederen bijvoorbeeld die jij en je omgeving niet zelf hebben, maar moet aanschaffen.
4. Politieke binding: Hierbij gaat het om politieke macht die politici hebben, waardoor anderen van hen afhankelijk worden. Zij bepalen hoe een aantal collectieve zaken in Nederland geregeld zijn, van belastingplicht tot verkeersvoorzieningen.
Binding verwijst dus naar de relatie en onderlinge afhankelijkheid - tussen mensen in een gezin of familie, - tussen leden van een groep, - of tussen groepen - in de maatschappij en op het niveau van de staat.
Sociale cohesie
Sociale cohesie, letterlijk sociale samenhang, is de mate waarin de groepsleden of burgers van een maatschappij zich met elkaar verbonden voelen. Dat gevoel houdt de samenleving bij elkaar. Hoe minder cohesie, hoe minder men voor elkaars belangen of welzijn opkomt. De sociale cohesie wordt beïnvloed door zaken als:
- Wederzijdse afhankelijkheid (hoe afhankelijker, hoe meer cohesie)
- Eigenbelang (hoe meer eigenbelang een rol speelt, hoe minder cohesie)
- Macht en dwang
- Gedeelde normen en waarden (hoe meer gedeeld, hoe meer cohesie)
Dus: Hoe meer sociale binding, hoe meer cohesie. Bijvoorbeeld sociale binding door gemeenschappelijke taal, achtergrond, geloof, denkbeelden, enzovoort. Dat kan op microniveau plaatsvinden, zoals in het gezin, de school, de familie, vriendenkring, maar ook op macroniveau. Je voelt je bijvoorbeeld Rotterdammer, of bent juist fan van Ajax, of voelt je een Nederlander die achter het Nederlands elftal en het Koningshuis staat.
Sociale controle
Sociale controle is de manier waarop mensen binnen een groep op elkaar letten om aan de regels en opvattingen van de groep te voldoen. Het versterkt de bindingen, en dat bevordert de cohesie. Er zijn twee soorten sociale controle: formele en informele sociale controle.
1. Formele sociale controle is de controle waarbij leden van de groep formeel de opdracht hebben gekregen om het naleven van de regels (wetten) te controleren en te handhaven. Denk bijvoorbeeld aan de politie.
2. Informele sociale controle is de controle die door de leden van de groep bijna ongemerkt in het dagelijks leven uitoefenen op elkaar. Dat gaat vaak om ongeschreven regels. Tekenen van afkeuring of goedkeuring, opmerkingen, houding. Ook het straffen van kinderen hoort hier eigenlijk daarbij. Het zijn dus ongeschreven regels binnen de groep.
Wil jij nog meer te weten komen over dit onderwerp? En weten welke begrippen hier nog mee van pas bij komen? Kijk dan de video! Hier zal alles haarfijn uitgelegd worden, en zo kan jij je goed voorbereiden op jouw eindexamen maatschappijwetenschappen.