Hallo, welkom bij deze uitlegvideo voor Nederlands, waarin we het hebben over het oplossen van vragen of problemen. We gaan kijken waar je op moet letten bij het maken van je examenvragen, zodat je straks goed voorbereid bent.
Hallo, welkom bij deze uitlegvideo voor Nederlands, waarin we het hebben over het oplossen van vragen of problemen. We gaan kijken waar je op moet letten bij het maken van je examenvragen, zodat je straks goed voorbereid bent.
Samenvatting voor Nederlands - Vragen of problemen oplossen
De vragen die je krijgt bij de verschillende examenonderdelen, helpen je om te laten zien wat je weet en kunt. Denk aan de vragen: Wat betekent ..., leg uit: … , hoe zie je dat… Soms zijn die vragen in één woord, een paar woorden/zinnen of een kort stukje tekst te beantwoorden. Lees de vragen altijd helemaal goed door.
Let op: we bespreken nu een tekst die je in de video hierboven kunt zien!
Vraag: Wat betekent: ‘aan het eind van zijn Latijn’? Kijk in de zinnen voor en na deze uitdrukking. Je ziet: ‘bijna dood’ en ‘aftakelende’. Dit zijn synoniemen: dezelfde betekenis, met andere woorden. Nu weet je wat het betekent!
Als je twijfelt of het antwoord niet direct weet, kun je daar op een aantal manieren mee omgaan. Ook als je de betekenis van een woord of begrip niet kent, kun je de volgende tips gebruiken.
Je kunt vaak informatie afleiden uit de context; kijk naar afbeeldingen, lees de tekst rondom het woord of begrip dat je niet kent. Je kunt ook je woordenboek gebruiken. Zoek dan op het kernwoord: dus bij ‘klimaattop’ zoek je naar ‘klimaat’ en ‘top’ om de betekenis te achterhalen.
Ook kun je omschrijvingen gebruiken: probeer zo goed mogelijk te beschrijven wat je bedoelt.
Blijf bij twijfel niet te lang nadenken over een vraag. Ga verder met de volgende vraag en kom er later op terug, bij de controle van je werk. Soms kom je verderop in de tekst bijvoorbeeld nog informatie tegen die je kan helpen om toch het juiste antwoord te bedenken. Vul wel altijd iets in! Zeker bij meerkeuzevragen, want wie weet heb je het goed gegokt!
Bij het onderdeel leesvaardigheid beantwoord je vragen over teksten. Over elke tekst worden meerkeuzevragen en open vragen (vragen die je zelf moet beantwoorden) gesteld. In die vragen kom je woorden tegen zoals: amuseren, conclusie, doel van een tekst, functie van een alinea, hoofdgedachte enzovoort. Dit zijn vaktermen van het vak Nederlands. Het is belangrijk dat je weet wat deze termen precies betekenen.
Zo maak je de open vragen:
2. Lees het tekstgedeelte waarover de vraag gaat, nog eens precies.
3. Schrijf het antwoord op en controleer: past het antwoord bij de vraag?
De meeste examenopgaven zijn meerkeuzevragen. Bij zo'n vraag krijg je de keus uit een aantal antwoorden. Het is de bedoeling dat je de letter van het beste antwoord kiest. Zo pak je een meerkeuzevraag aan:
Bij één van de opdrachten op het Nederlands examen ga je een tekst samenvatten. In de opdracht staat hoeveel woorden je daarbij op z'n hoogst mag gebruiken. Ook staat erin welke 'elementen' je in de samenvatting moet verwerken. Zo maak je een samenvatting:
Op het centraal examen krijg je één of twee schrijfopdrachten. Zo'n opdracht begint met een beschrijving: een verhaal waarin jij de hoofdpersoon bent. Daarna komt de opdracht zelf: een brief schrijven, een affiche maken, enzovoort. Voor deze teksten heb je informatie nodig die je uit de beschrijving haalt. Zo pak je een schrijfopdracht aan:
Gebruik de vijfstappenmethode:
Stap 1: Lezen
Lees de beschrijving en de opdracht nauwkeurig. Bedenk: Wat voor tekst moet ik schrijven? Wat is het het doel? Wat is het publiek?
Stap 2: Aanstrepen
Kijk goed: wat moet je allemaal in de tekst zetten? Streep deze informatie aan in je examenboekje.
Stap 3: Ordenen
Zet de gegevens die je moet gebruiken in een logische volgorde. Maak zo nodig een schrijfplan.
Stap 4: Schrijven
Werk je tekst uit op het werkblad.
Stap 5: Controleren
Controleer of je alle informatie goed in de tekst hebt gezet. Spoor taal- en spelfouten op en verbeter ze.
Je bent vast blij als straks de laatste examenopgave op papier staat. De verleiding is groot om je werk in te leveren en weg te gaan. Toch kun je beter nog even blijven zitten. Elke fout die je nog verbetert, levert punten op. Zo kun je je examenwerk controleren:
Kijk je examenwerk na aan de hand van deze vragen:
Goed dat je keek naar dit filmpje waarin we hebben gekeken naar de belangrijkste aandachtspunten bij het maken van examenvragen. Je bent nu beter voorbereid en weer een stapje verder in de richting van je Nederlands examen. Veel succes!