Nederlands

1. Formeel en informeel taalgebruik

Gegeven door:
Diede Bolsius
Beschrijving Begrippen

Er zijn twee soorten taalgebruik: formeel en informeel. Met deze video leer je wat het verschil is, hoe je dit taalgebruik kunt herkennen in een tekst en hoe je het zelf kunt toepassen. Je kunt deze uitlegvideo goed gebruiken om te leren voor Nederlands toetsen, maar natuurlijk ook om je voor te bereiden op het eindexamen!

B1. Schrijfvaardigheid

ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
ThumbnailPlay

Samenvatting voor Nederlands - Formeel en informeel taalgebruik


Formeel en informeel taalgebruik 

Je hebt formeel taalgebruik en informeel taalgebruik. Met deze samenvatting leer je wat het betekent, het taalgebruik herkennen en hoe je dit taalgebruik kan toepassen. Tijdens het examen Nederlands ga je namelijk niet alleen meerkeuze vragen beantwoorden over de leesteksten, maar je gaat ook schrijfopdrachten maken. Voor deze schrijfopdrachten is het belangrijk om te weten wat formeel en informeel taalgebruik is.


Wat is formeel taalgebruik?

Formeel taalgebruik kom je tegen in officiële brieven, formulieren in wetsartikelen, of berichten van bijvoorbeeld de Belastingdienst. Dat klinkt misschien nog ver weg, maar ook de brieven die je van school ontvangt zijn geschreven in formeel taalgebruik. Je zou kunnen zeggen dat formeel taalgebruik zakelijk taalgebruik is. Bij formele teksten gebruik je geen afkortingen. Je zegt ‘geachte meneer of mevrouw’, ‘u’ of je sluit een brief af met een ‘vriendelijke groet’. Ook denk je goed na over de lay-out van je geschreven tekst, want je gebruikt alinea’s, witregels en bijvoorbeeld titels.


Wat is informeel taalgebruik?

Informele taal is de taal die je gebruikt wanneer je bijvoorbeeld op Whatsapp chat met vrienden. Je gebruikt hierbij woorden die minder zakelijk zijn, zoals ‘jij’ en ‘je’,  je gebruikt afkortingen en waarschijnlijk ook smileys. 


Formeel taalgebruik

In deze samenvatting gaan we ons richten op formeel taalgebruik, want dat is het taalgebruik dat je nodig hebt bij het schrijven of lezen van een examentekst. Wat moet je bijvoorbeeld doen als je het formele taalgebruik niet begrijpt? Lees de tekst goed en vraag jezelf af of je snapt wat de schrijver wil zeggen. Welke informatie wil hij geven? Wat wil hij van mij of wat moet ik doen?


Als je een moeilijk woord tegenkomt bedenk je eerst of je dit woord echt moet begrijpen, want misschien kun je ook wel doorlezen en begrijp je de tekst voldoende om de opdrachten te kunnen maken. Als je denkt dat je het woord echt nodig hebt gebruik je een woordraadstrategie. Ken je de woordraadstrategieën nog? Weet jij nog wat je moet doen als je een woord niet begrijpt?


Woordraadstrategieën

Laten we de woordraadstrategieën even herhalen. 

  1. Een synoniem in de tekst 
  2. Een beschrijving in de tekst
  3. Delen waaruit het woord bestaat die je al kent
  4. Een voorbeeld uit de tekst
  5. Afbeeldingen in de tekst 
  6. Een woordenboek 


Laten we samen een formele zin bekijken: “De dame die reeds 100 jaar was, was niet in de gelegenheid om langs te komen in verband met de regen.” Dit is duidelijk formeel taalgebruik. Begrijp jij wat er staat?


Misschien ken je het woord ‘reeds’ niet. Maar denk jij dat je dat woord nodig hebt om de zin te begrijpen? Nee, waarschijnlijk niet, maar het woord reeds betekent: al. De vraag is nu: wat betekent deze zin? Deze zin betekent: De vrouw die al 100 was, kon niet langs komen omdat het regende.


Samenvattend

Formeel taalgebruik betekent dus zakelijk taalgebruik. Het soort taal dat je bij artikelen in een examen hoogstwaarschijnlijk gaat tegenkomen. Bij formeel taalgebruik lees je de tekst zorgvuldig, en je vraagt jezelf af: begrijp ik wat de schrijver wilt zeggen? Bij moeilijke en belangrijke woorden gebruik je een woordraadstrategie om de betekenis te achterhalen.