Samenvatting voor biologie - Darmen
De dunne darm
Eerder hebben we het gehad over de rol van de maag in de spijsvertering. Vanuit de maag komt het voedsel in het eerste deel van de dunne darm terecht. Dit deel noemen we de twaalfvingerige darm. In de afbeelding in de video is de twaalfvingerige darm rood gekleurd. De dunne darm bestaat verder uit de nuchtere darm (het midden) en de kronkeldarm (het einde).
Darmperistaltiek
Zoals je misschien wel weet, is darmperistaltiek een onderdeel van de mechanische vertering. Die peristaltiek vindt plaats in de dunne darm, doordat de darmwand zich samentrekt, waardoor de dunne darm een soort knedende beweging maakt. Met darmperistaltiek bedoelen we dus het afwisselend samentrekken en verslappen van de darm, waardoor de voedselbrij in de darm voortgestuwd wordt.
Gal en alvleessap
De dunne darm, bestaande dus uit de twaalfvingerige darm, nuchtere darm en de kronkeldarm, is een heel belangrijk orgaan in het spijsverteringssysteem. Hier worden namelijk twee vloeistoffen, die nodig zijn voor het opnemen van voedingsstoffen, vermengd met de voedselbrij: gal en alvleessap. Gal wordt gemaakt in de lever en wordt, voordat het in de dunne darm terechtkomt, opgeslagen in de galblaas.
In gal zitten verschillende stoffen die vetten emulgeren. Emulgeren is het opdelen van grote vetdruppels in kleine vetdruppels. Door vetten te emulgeren in kleinere stukjes, kunnen enzymen er beter bij. En zoals we hebben gezien in de vorige video, zorgen enzymen ervoor dat stoffen in het voedsel worden afgebroken tot kleine stoffen, waardoor die beter kunnen worden opgenomen. Het emulgeren van vetten zorgt er dus voor dat het verteren van vetten sneller gaat. Gal zorgt voor het emulgeren van vetten, zodat enzymen er beter bij kunnen en het dus sneller verteerd kan worden.
Die enzymen komen onder andere uit de tweede belangrijke vloeistof: alvleessap. Zoals je misschien al vermoedde, komt alvleessap de dunne darm in via de alvleesklier. De enzymen in alvleessap helpen niet alleen bij de vertering van vetten, maar ook van andere voedingsstoffen, zoals eiwitten en suikers. Verder bevat alvleessap een basische stof, waardoor de voedselbrij, die zuur is geworden door het maagzuur, minder zuur wordt. Het verhoogt dus de pH waarde. Dus, het alvleessap levert:
- Enzymen die helpen bij de vertering
- En een basische stof die de pH waarde verhoogd
Darmplooien en darmvlokken (villi)
Niet alle enzymen in de dunne darm komen uit het alvleessap. De dunne darm bestaat uit darmplooien, die op hun beurt uit darmvlokken bestaan. Deze darmvlokken worden villi genoemd (meervoud van een villus). Darmvlokken, oftewel villi, bestaan weer uit microvilli. Al deze uitstulpingen zorgen voor een groot oppervlak.
Tussen de villi zitten speciale darmsapklieren, die crypten genoemd worden. Aan de binnenwand van de dunne darm zitten dus allemaal uitstulpseltjes, genaamd villi, en inhammetjes met darmsapklieren, genaamd crypten. Deze darmsapklieren produceren darmsap, en ook hierin zitten verschillende enzymen die helpen met de vertering van voedingsstoffen. De enzymen halen de voedingsstoffen uit de voedselbrij. Vervolgens kan er resorptie plaatsvinden.
Resorptie is het actief opnemen van voedingsstoffen in het bloed door de darmwand heen. Doordat de wand van de dunne darm die uitstulpingen (oftewel villi) heeft, is het oppervlakte van de darmwand heel groot. Daardoor kan de resorptie van voedingsstoffen makkelijker en sneller verlopen.
Goede bacteriën
Goed, naast enzymen bevinden zich in de dunne darm ook nog allerlei goede bacteriën. Deze darmbacteriën zitten vooral in de nuchtere darm en kronkeldarm, en spelen een rol bij
- Het afbreken van koolhydraten, hier heeft het lichaam namelijk moeite mee
- En het voorkomen van infecties.
De dikke darm
Van het voedsel zijn aan het einde van de dunne darm alleen nog resten over die voor de dunne darm onverteerbaar zijn. Deze resten verlaten de dunne darm en komen terecht in de dikke darm. Omdat bijna alle voedingsstoffen dus al zijn opgenomen, is de dikke darm vooral belangrijk bij het opnemen van water en voedingszouten. Maar ook in de dikke darm zijn er bacteriën die betrokken zijn bij de het afbreken van de laatste voedingsstoffen die nog over zijn, zodat ook die kunnen worden geresorbeerd.
Daarna is er alleen nog ontlasting over van de voedingsresten. Deze ontlasting bestaat dus uit onverteerbare resten en afvalstoffen en wordt opgeslagen in de endeldarm, totdat het de endeldarm via de anus verlaat op het toilet. De hele spijsvertering duurt ongeveer 24 uur.
Samenvatting
Goed, hiermee zijn we aan het einde gekomen van deze video. We hebben besproken dat de darmen na de maag de volgende stap zijn in de vertering en bestaan uit de dunne darm en de dikke darm. In de dunne darm (die is opgedeeld in de twaalfvingerige darm, de nuchtere darm en de kronkeldarm) worden voedingsstoffen verteerd door darmperistaltiek en door enzymen en andere stoffen uit gal, alvleessap en darmsap. De voedingsresten die voor de dunne darm onverteerbaar zijn, komen terecht in de dikke darm waar water, voedingszouten en vitaminen worden geresorbeerd.
Vergeet niet om ook de andere uitlegvideo’s te bekijken, zodat je straks goed voorbereid bent op het eindexamen!