Samenvatting voor geschiedenis: Het keizerrijk en Confucius
De geschiedenis van China is pas sinds kort onderdeel van het eindexamen geworden. Dat is niet zo vreemd, want China behoort pas sinds een tiental jaren langzamerhand tot de machtigste landen ter wereld, naast de Verenigde Staten en Europa. China is niet voor niets zo’n 20 jaar geleden toegelaten tot de Wereld Handels Organisatie, de WHO.
Welke onderdelen van de Chinese geschiedenis zijn belangrijk?
We delen deze geschiedenis in - net als voor het eindexamen - in drie subdomeinen:
1. Ten eerste de periode van 1842 tot 1911. 1842 is een belangrijk jaartal, omdat toen het al eeuwen bestaande Keizerrijk China definitief ten onder ging. Die ondergang werd gemarkeerd door het verdrag dat het toen machtige Groot Brittannië in 1842 van China afdwong in de stad Nanking. Dit ‘Verdrag van Nanking’ wordt dan ook het Ongelijke Verdrag genoemd. Later meer daarover.
2. Daarna, het tweede subdomein, dat gaat over de aansluitende periode 1911 tot en met 1949. In 1911 begon de Chinese revolutie, in eerste instantie vooral gericht tegen de koloniale macht van Groot Brittannië, maar ook tegen andere westerse landen. Daardoor ontstond de Volksrepubliek China, die duurde van 1912 tot 1949 en gekenmerkt werd door veel interne strijd, o.a. tussen communisten en nationalisten.
3. Het derde subdomein behandelt de periode 1949-2001. In 1949 weet Mao Zedong na een lange strijd tussen de nationalisten van Chang-Kai Check en de communisten van Mao, de communistische Volksrepubliek China uit te roepen. Chang Kai Check vlucht naar Taiwan. Deze periode eindigt wanneer China na de dood van de hardvochtige Mao communistisch blijft, maar tegelijk een liberaal-achtige economische politiek voert, die zoveel succes heeft dat het land kan toetreden tot WHO.
Deze drie subdomeinen proberen elk voor zich een ‘leidende vraag’ te beantwoorden:
Subdomein 1 (1842-1911): Waardoor en hoe verloor China zijn positie als regionale grootmacht?
Subdomein 2 (1911-1949): Waardoor en hoe ontstond de Volksrepubliek China?
Subdomein 3 (1949-2001): Waardoor en hoe kon China een grootmacht worden? (D.w.z.: een economisch, politiek en militair rol krijgen op het wereldtoneel.)
Chinese dynastieën
Al ruim 1000 jaar voor Christus was het gigantische land China een keizerrijk. Eeuwenlang heersten er vele families, die historische gezien ingedeeld zijn in zogeheten dynastieën, ofwel ‘regerende vorstenhuizen’. Sommigen volgden elkaar op door uithuwelijking, anderen bestreden elkaar, maar al met al zorgden ze voor een ontzettend lange periode van redelijke stabiliteit; al werden er ook oorlogen om de macht gevoerd. Zo had je achtereenvolgens de Shang, Zhou, Han,Tang, Song, Yuan, Ming en Qing Dynastie. De Qing Dynastie, die uit Mantsjoerije kwam, (in het noorden) introduceerde allerlei nieuwigheden. Met de overname door de Qing Dynastie bereikte het keizerrijk zijn grootste omvang, door de uitbreiding met naast Mantsjoerije ook Taiwan.
De Chinese cultuur
In al die eeuwen werd er een rijke cultuur ontwikkeld. Uitvindingen, gigantische bouwwerken, De Chinese Muur, waterwerken, metaal, voedselproductie, wapens, zijde; noem maar op. Vaak werden er dingen ontwikkeld waar men in het Westen nog nooit van gehoord had. Ondanks de wisseling van de dynastieën, bleven veel gebruiken hetzelfde in China. De rituelen en rijke cultuur bleven behouden in het keizerrijk.
Opium Oorlog
Het waren vooral de Engelsen die als eersten kennis maakten met deze cultuur. De Engelse handelslieden waren zeer geërgerd dat China een behoorlijk gesloten cultuur vormden. De Chinezen hadden totaal geen behoefte aan Engelse producten en dat bracht Engelsen er toe om veel Chinezen verslaafd te maken. Ze deden dit door opium op de markt te brengen, in de hoop dat ze zo meer grip op hen zouden krijgen. Miljoenen Chinezen raakten verslaafd. De keizer liet de voorraden in beslag nemen en verbranden. Groot-Brittannië eiste schadeloosstelling en stuurde haar vloot. Het was de Eerste Opiumoorlog, die China verloor. Het leidde tot het Verdrag van Nanking, waarbij Groot-Brittannië toegang tot een aantal Chinese havensteden afdwong. Het was de eerste van wat in China ‘De Ongelijke Verdragen’ worden genoemd.
Het einde van het keizerrijk China
De westerse expansiedrift dwong aldus toegang af tot Chinese handelssteden aan de kust. Grootmachten als Frankrijk, Groot-Brittannië en Rusland stroopten in de 18e en 19e-eeuw met hun handels- en oorlogsschepen de hele wereld af, op zoek naar rijkdom. Ook China moest steeds meer buitenlandse invloed accepteren. Met de Chinese cultuur en bestaande tradities werd geen rekening gehouden. De geïndustrialiseerde landen hadden betere wapens en een sterkere militaire organisatie. Door al deze invloeden van buitenaf, buitenlandse oorlogen en binnenlandse opstanden die veroorzaakt werden door corruptie en misoogsten, verloor het keizerlijke gezag steeds meer aan aanzien en invloed. De pogingen tot hervormingen van de Keizer kwamen te laat. In 1911 was de maat voor de bevolking vol en bracht een revolutie een einde aan het keizerrijk China.
De Confuciaanse leer
In de tijden van het Keizerrijk, van de verschillende dynastieën die elkaar opvolgden, geloofde men dat Keizers in China door de hemel aangewezen waren. Althans, zo werden het door de Keizer zelf en zijn vazallen, de machthebbers, voorgesteld. De staat werd dus geregeerd door de Keizer, die een absoluut en spiritueel leider was. Dit keizerlijke gezag was mede gebaseerd op het confucianisme, de leer van Confucius.
Confucius
Confucius, die eigenlijk Kong Zi heette, (later bedacht een volgeling het Latijnse Confucius voor hem) trok rond met een groep van zijn studenten en werd vaak met open armen ontvangen door de machtsbekleders. Confucius vond dat zijn studenten, die immers zijn ideeën over goedheid en eerlijkheid aanhingen, het verdienden om hoogwaardigheidsbekleder te worden. Dat sprak de machtigen wel aan. Zij draaiden het graag om: zij, de hoogwaardigheidsbekleders, waren dus goede en rechtvaardige mannen die het verdienden om gehoorzaamd te worden. Zo bracht Kong zijn leven door met zwerven door China en het adviseren van vorsten over macht en bestuur. Tot aan de val van het keizerrijk werd door velen heilig in Confucius geloofd.
Opvattingen van Confucius
1. Volgens Confucius bestaat het hele leven uit tegenstellingen die niet zonder elkaar kunnen bestaan: dag & nacht, man & vrouw, licht & donker, leven & dood, goed & kwaad. Deze tegenstellingen geven elkaar betekenis in een altijd samenzijn. ‘Hoog bestaat niet zonder laag’.
2. Een andere stelling: doe anderen niets aan waarvan je ook niet wil dat ze het jou aandoen. Dit was een aanwijzing die maar weinig machthebbers in praktijk brachten.
3. Verder stelde Confucius dat de mens zijn plaats moet kennen, maar dat die plaats niet statisch is en dus kan veranderen. Intelligentie moest bijvoorbeeld zwaarder wegen dan een goede komaf. Dit idee heeft de Mandarijnen-Examens, die in China tot 1905 gehouden werden, beïnvloed. Het ambt van ambtenaar, ofwel Mandarijn, stond voor iedereen open: iedereen mocht hiervoor examen doen, welke afkomst of opleiding je ook had. Wel waren die examens erg zwaar. Slechts 1% slaagde.
4. Ook stelde Confucius dat een laaggeplaatst iemand altijd een hogergeplaatst iemand moet gehoorzamen - al helemaal in familieverband. Volgens Confucius werd iemands status van bovenaf bepaald; de titel van de keizer was dan ook ‘zoon des hemels’. De keizer zou alles moeten doen om het welzijn van zijn onderdanen te bevorderen, en de onderdanen zouden de keizer dan gehoorzamen.
Nu ja, het zal je niet verbazen dat we in de geschiedenis van het omvangrijke China steeds weer een soort dictatoriale Keizer aan de top zien terugkeren, of hij nu van adel is of communist. Tot zover deze eerste video over de Chinese geschiedenis. In het begin vertelden we al wat je nog meer allemaal te wachten kan staan. Vergeet dus niet om ook de andere filmpjes te bekijken, zodat je je goed voorbereidt op het geschiedenis examen of andere toetsen!