Het examen maatschappijwetenschappen bestaat uit vier hoofdconcepten, namelijk: Vorming, Verandering, Verhoudingen en Binding. Hier kun jij je uitstekend voorbereiden op deze concepten. Deze samenvatting wordt ondersteund door een video en een bijpassende begrippenlijst.
Wat is een staat?
Een staat is een grondgebied met een eigen onafhankelijke bestuur en met grenzen. Met een eigen politiek systeem, eigen belastingmonopolie, leger en politie. De wereld is ingedeeld in staten, waarvan de onafhankelijkheid door de andere staten is erkend. Dat statensystemen is er ongeveer sinds de 17e eeuw, althans in West-Europa. In de 21e eeuw, nu dus, is de hele wereld opgedeeld in staten, afgezien van de wereldzeeën.
Er kan natuurlijk ook sprake zijn van een staat die de controle verliest; zo’n staat noemen we een fragiele staat. Dit kan intern bijvoorbeeld gebeuren doordat bepaalde groepen een deel van een staat overnemen, maar ook door gebrekkige rechtspraak, corruptie of militairen die zich met het bestuur bemoeien. Er zijn naast deze interne factoren ook externe factoren die van een staat een fragiele staat kunnen maken. Door bijvoorbeeld landen die gekoloniseerd waren, zij hebben tot op de dag van vandaag moeite met het maken van hun eigen tradities. Ook globalisering kan zorgen voor een fragiele staat, daar zo meer over.
Globalisering
Door het toenemende contact tussen samenlevingen en staten in de wereld en doordat plekken steeds beter bereikbaar zijn, lijkt de wereld steeds kleiner te worden en schijnt het een ‘global village’ te zijn geworden. Het proces wat hierbij plaatsvindt noemen we globalisering. Hierbij kijken we naar:
- De bevolkingsgroei, wat de wereld relatief kleiner maakt.
- Er wordt meer geproduceerd en geconsumeerd.
- Er is hierdoor meer vervuiling.
- Er zijn meer energiebronnen en grondstoffen nodig en dit zorgt ervoor dat de wereld wordt uitgeput.
Zoals eerder gemeld kan globalisering ook een oorzaak zijn van een fragiele staat. Door globalisering zijn landen dus meer met elkaar verbonden en ook gevoeliger voor veranderingen in de buurlanden die de staat bevorderen:
- Instabiliteit, zware conflicten en natuurrampen kunnen van een zwakke staat en fragiele staat maken.
- Machtige internationale criminele groepen die zich gaan vestigen in een land.
- Maar ook als arme landen zich aansluiten bij internationale organisaties om erbij te horen, maar erachter komen dat zij in tegenstelling tot rijke landen bijna geen invloed hebben.
Evolutionistische theorieën en afhankelijkheidstheorieën
Er bestaan vele theorieën over de verdeling van armoede en rijkdom over de staten in de wereld. Je kunt ze in twee soorten theorieën verdelen: evolutionistische theorieën en afhankelijkheidstheorieën. De evolutionistische theorieën zeggen dat staten zich nu eenmaal evolutionair, geleidelijk ontwikkelen. Armere staten zitten dus nog in een ontwikkelingsfase die rijke staten al achter zich hebben. Door het moderniseren van bestuur, opleiding, infrastructuur, economische denkbeelden, het introduceren van een moderne markteconomie, zullen ze vanzelf op hetzelfde niveau komen. De afhankelijkheidstheorieën zeggen juist dat de armere landen achterblijven door de economische machtspolitiek van rijke landen. Deze verhoudingen binnen de economische machtspolitiek komen juist door de onafhankelijkheid van staten.