NASK 1

8. Samenvatting elektrische energie

Gegeven door:
Rafal Wietsma
Beschrijving Begrippen

In deze video voor NaSk 1 geven we een samenvatting van alle video's in deze serie over elektrische energie. De onderwerpen stroomsterkte, spanning, serie-, en parallelschakeling, vermogen en weerstand komen aan bod, met voorbeelden en verschillende rekenoefeningen.

Stroomsterkte

Zoals de naam al zegt, geeft deze aan hoe 'sterk' de stroom is, oftewel hoeveel lading (dus hoeveel elektronen) er eigenlijk elke seconde door een draad heen bewegen.

Schakeling

Een schakeling is schematische tekening van een stroomkring.

Gesloten elektriciteitskring

Op het moment dat de stroomkring onafgebroken van plus naar min kan stromen werkt de stroomkring. Dit noemt men een gesloten stroomkring. In zo'n gesloten stroomkring bewegen de elektriciteitsdeeltjes zich continu. Dit is een beetje vergelijkbaar met een ronde knikkerbaan. Als de achterste knikker vooruit beweegt zullen ook de knikkers daarvoor vooruit geduwd worden.

Stroomkring

Een stroomkring bestaat uit een aantal onderdelen die er samen voor zorgen dat de elektrische stroom kan rondstromen. Als de stroomkring ergens onderbroken is, kan de stroom niet rond. Een elektrisch apparaat kan alleen werken, als de stroomkring gesloten is.

Ampère

De ampère is de eenheid van stroom, net zoals de meter de eenheid van lengte is. De definitie van de ampère is gebaseerd op een bijzonder natuurkundig verschijnsel: rond een stroomdraad heerst een magneetveld. Hoe sterker de stroom, hoe sterker het magneetveld.

Serieschakeling

Bij een serieschakeling zijn de lampen achter elkaar aangesloten zodat de stroom van de ene naar de andere wordt doorgegeven. Bij onderbreking van een van de componenten zal er dus helemaal geen stroom meer door alle componenten kunnen stromen.

Parallelschakeling

Bij een parallelschakeling zijn de lampen naast elkaar op dezelfde spanning aangesloten. Ze kunnen ieder afzonderlijk stroom trekken. Indien er een lamp defect is blijven de andere toch nog branden.

Vermogen

De hoeveelheid energie die per tijdseenheid geleverd wordt. Werd vroeger vaak in paardenkracht (pk) uitgedrukt, maar tegenwoordig in watt of kilowatt (kW); 1 pk = 0,746 kW. De watt past in het internationale stelsel van eenheden, het SI-stelsel. Aangezien de eenheid van energie daarin de joule is, is een watt dus een joule per seconde.

Weerstand

Is een elektronisch onderdeel dat er voor zorgt dat er minder stroom gaat lopen door een geleider. De weerstand wordt uitgedrukt in Ohm. Er zijn weerstanden die op een manier de stroom verminderen. Bijvoorbeeld omdat led-lampjes maar tegen een geringe hoeveelheid stroom kunnen.

Volt

Volt geeft de hoeveelheid spanning aan. Een batterij geeft bijvoorbeeld 1,5 Volt en uit het stopcontact komt 230 Volt in Nederland. Een enkele Volt is als een stroom van één Ampère één Watt aan energie in warmte omzet.

Ohm

Ohm is de eenheid waarin de weerstand wordt gemeten.

Watt

Watt (W) is een meeteenheid van het energetisch vermogen. Watt verwijst dus naar het vermogen van een toestel. Voorbeelden: een gloeilamp heeft een vermogen van 60 W.

Stroom

Dit wordt vaak elektriciteit genoemd, is een begrip uit de natuurkunde waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen statische elektrische ladingen en bewegende elektrische ladingen (stroom).

Spanning

De spanning geeft aan hoeveel energie het voor de elektronen kost om van een bepaald punt in een stroomkring naar een ander bepaald punt te bewegen (bijvoorbeeld door de gloeidraad van de lamp heen).

C.1 Stroomsterkte, spanning en schakelingen

C.2 Vermogen en weerstand

C.3 Samenvatting elektrische energie