Nederlands

1. Doelen en plannen

Gegeven door:
Renske Feenstra
Beschrijving Begrippen

Hoi, welkom bij deze video voor Nederlands, met uitleg over leervaardigheid. In deze video bespreken we hoe je doelen kunt zetten en hoe je goed kunt leren plannen. Veel succes met leren!

A1. Leervaardigheid

ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
ThumbnailPlay

Samenvatting voor Nederlands - Doelen en plannen (leervaardigheid)


Doelen bereiken

Als je een doel wil bereiken, maak je een plan. Je bedenkt wat je nodig hebt om dit doel te behalen. Stel: je hebt een voetbalwedstrijd volgende week. Je wil natuurlijk dat je de wedstrijd wint, en daarom besluit je je goed voor te bereiden. Je goed voorbereiden op de wedstrijd betekent dat je gaat oefenen: je vaardigheden trainen zodat je er beter in wordt. Als je wilt gaan voetballen, moet je je bal zien te vinden, je schoenen en je trainingspak. Je bedenkt ook waar je wilt gaan voetballen en met wie.


Voorbereiden op examens

Als je je voorbereidt op je examen, is je doel om een goed resultaat te behalen, een goed cijfer. En om dat mogelijk te maken, helpen we jou om naar dat doel toe te werken. Ook nu ga je je vaardigheden trainen, zodat je er beter in wordt: zoals teksten lezen en schrijven. Vaak krijg je van je docent een overzicht van de stof die je moet kennen en wat je moet kunnen, en staan ze in je boek per onderdeel. De onderdelen vind je ook op www.examenblad.nl


Ook voor je examen geldt, dat je een plan maakt. Je bedenkt wat je moet weten en wat je moet kunnen. Dan kun je gaan oefenen. Zo ben je goed voorbereid. Laten we beginnen!


Plannen

Leren en studeren betekent: plannen! Als je gaat plannen, kijk je wat je moet doen en stel je prioriteiten. Je bepaalt wat voor jou (het meest) belangrijk is om te oefenen en leren. Dat zijn je doelen.


Als je je tijd goed verdeelt, voorkom je stress. Een goede planning zorgt er bovendien voor dat je meer tijd overhoudt voor leuke dingen of voor werk. 


Je tijd goed indelen is heel belangrijk. Soms lijkt het alsof je niet genoeg tijd hebt om je goed voor te bereiden. Maar dat is eigenlijk niet waar. Het gaat erom hoe je je tijd verdeelt. Je kunt per week een schema maken van hoe je je tijd besteedt. Een voorbeeld van zo’n schema zie je in de video hierboven.


Het schema is onderverdeeld in belangrijke en minder belangrijke tijd. Binnen de belangrijke en minder belangrijke tijd zijn ook weer verdelingen gemaakt. Zo kun je, in een schema, heel goed zien welke dingen echt moeten gebeuren (wat heeft er haast: groen) en welke dingen wat minder dringend zijn (wat heeft er minder haast: geel). Wil je meer gele tijd, dan zal je de tijd in de andere kleuren moeten verminderen. 


Schoolwerk inplannen

Besteed elke week een kwartier voor het inplannen van je (school)week. Begin met het inplannen van de gele tijd en pas je planning elke dag aan. Streep geen gele tijd weg, en zorg ervoor dat je altijd voldoende tijd hebt voor groen.


Tijdschema

Groene tijd

Belangrijke dingen die veel haast hebben. Er zijn altijd zaken die gedaan moeten worden, zoals een vriend helpen die problemen heeft. Maar er zijn soms ook veel activiteiten die je hebt opgespaard door je schoolwerk uit te stellen. Veel zaken in de groene tijd betekent dat je vaak onder tijdsdruk moet presteren. Gevolgen: stress en middelmatige prestaties. Probeer er dus voor te zorgen dat de groene tijd onder controle blijft.


Oranje tijd 

Minder belangrijke activiteiten die veel haast hebben. Vooral zaken die belangrijk zijn voor andere mensen, of dingen waarop je geen 'nee' kunt zeggen, omdat je bang bent dat iemand teleurgesteld wordt. Voor jezelf vaak niet echt belangrijk. Gevolgen: gebrek aan discipline; je doet dingen omdat anderen het willen. Let er dus op, dat je goed op de grenzen let en hou je tijd in de gaten.


Rode tijd

Minder belangrijke activiteiten die geen haast hebben. Zij zorgen voor gevaar! Je weet best wanneer je te veel tv kijkt of computerspellen speelt. Een beetje rood mag best, maar te veel betekent verspilde tijd. En dat zorgt voor te weinig tijd voor alle andere zaken. Gevolgen: schuldgevoel, verslaving, gebrek aan verantwoordelijkheid. Rood is de ‘resttijd’: pas als alle andere taken gedaan zijn, kun je je hiermee bezig houden.


Gele tijd

De 'beste' tijd: belangrijke activiteiten (zeker voor jou!) die geen haast hebben. Deze gele tijd kan problemen veroorzaken en is soms moeilijk uit te voeren, omdat je deze activiteiten goed moet plannen én omdat ze niet altijd leuk zijn om te doen. Maar: een goede planning levert kwaliteit en zorgt ervoor dat je controle hebt. Gevolgen: evenwicht, goede prestaties, minder 'gezeur'.


Je weet nu welke dingen je moet en wilt doen in de komende week. Nu: wanneer ga je ze doen? 


Weekplanner

Na school heb je je eigen bezigheden: sport, muziekles, vrienden, sociale media, enzovoorts. Het is belangrijk dat je een goed overzicht hebt van tijd die je aan leerwerk en je andere bezigheden besteedt. Maak daarom een weekoverzicht van de tijden waarop je met schoolwerk bezig wil zijn. Hier nog een aantal korte tips:


  • Leer in blokjes van ongeveer 15 minuten
  • Las na elk half uur of drie kwartier een korte pauze in