2. Soorten klimaten en klimaatzones

Een klimaat dat door de grote afstand tot de zee een groot temperatuurverschil kent tussen zomer en winter. Wordt gekenmerkt door koude winters en zeer hete zomers
Een klimaat met hoge temperaturen en droogte in de zomerperiode (door de aanwezigheid van hoge druk) en gematigde temperaturen en neerslag in de winterperiode
De natuurlijke begroeiing die voorkomt in de subtropische landschapszone
Landschapszone in de warme gematigde zone (subtropen) met een Middellandse-Zeeklimaat en er is altijd groene mediterrane vegetatie. De neerslag valt er vooral in de winter en in de zomer is er vaak sprake van een vochttekort
Vegetatietype in het tropisch klimaat met een hoge soortenrijkdom en een dichte, weelderige begroeiing
Een klimaat wat door de nabijheid tot de zee geen groot temperatuurverschil kent tussen zomer en winter. Wordt gekenmerkt door zachte winters en niet erg hete zomers
De breedteligging is de afstand van een plaats tot aan de evenaar, gemeten in graden
De afstand van een locatie ten op zichte van een horizontaal referentievlak
Het tropisch savanneklimaat of gewoon savanneklimaat is een tropisch klimaat waarin een duidelijk droog seizoen voorkomt
Een steppeklimaat of halfwoestijnklimaat is een aride of droog klimaat waar nog voldoende neerslag is voor enige lage begroeiing
Het toendraklimaat is het klimaat zoals dat heerst op de toendra en andere klimatologisch gelijksoortige gebieden. Dit klimaat heeft een gemiddelde temperatuur van de koudste maand onder -3°C. Gemiddelde temperatuur van de warmste maand tussen 0°C en 10°C
Klimaatgrafieken zijn grafieken, waarvan je het gemiddelde weer in een jaar van een land of werelddeel kan aflezen. Rechts zie je zo'n grafiek
Wanneer in een bos, naald- en loofbomen beide voorkomen
Begroeiing hoger in de bergen, varieert nogal per hoogte en streek
Het poolklimaat komt buiten de poolgebieden ook voor boven de boomgrens in de hooggebergten. De gemiddelde temperatuur in de warmste maand ligt tussen de 0 en de 10 graden Celsius. Er ligt eeuwige sneeuw
Onder het weer verstaan we de gehele samenstelling van alle afzonderlijke meteorologische elementen op een bepaald tijdstip en bepaalde plaats. Een moment opname dus van een plek. Bij de beoordeling van het weer vormen de wind, de neerslag en de temperatuur de belangrijkste factoren
Het klimaat is het weer in een gebied over een langere periode (dertig jaar). De temperatuur, windsnelheid, vochtigheid , luchtdruk, bewolking, neerslag en de seizoenen hebben invloed op het klimaat