Aardrijkskunde

11. Nederland en Duitsland vergeleken

Gegeven door:
Richard Mozes
Beschrijving Begrippen

In deze video voor het eindexamen aardrijkskunde vergelijken we de ontwikkelingen van de bevolking van Nederland en Duitsland. Dit doen we aan de hand van begrippen zoals bevolkingsgroei, bevolkingsopbouw en bevolkingsdichtheid.

C1. Bevolkingsontwikkeling en ruimtegebrek

ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
C2. Bevolkingsontwikkeling en ruimtegebrek in China

Nederland en Duitsland vergeleken

We vergelijken hier de ontwikkelingen van de bevolking van Nederland en Duitsland. Dat doen we aan de hand van de begrippen die we in de vorige video behandelden, zoals bevolkingsgroei en -opbouw.

 

Nederland, aan de Noordzee, en Duitsland, in het binnenland, zijn aardrijkskundig gezien nogal verschillend. Al was het maar vanwege het klimaat: Nederland heeft een zeeklimaat, Duitsland een landklimaat. Ook is het verschillend wat betreft de bevolkingsdichtheid - het aantal inwoners per vierkante kilometer. Nederland heeft zo'n 500 en Duitsland 230 inwoners per vierkante kilometer. Toch is ook Duitsland een van de dichter bevolkte landen van de Europese Unie. Ze hebben ook wat overeenkomsten. Nederland is klein en welvarend, zoals Duitsland groot en welvarend is. Beide zijn typisch Westerse landen en lid van de E.U. Maar we concentreren ons hier vooral op de ontwikkelingen en samenstelling van de bevolking.

  

Groei

Het aantal inwoners in Nederland is de laatste 70 jaar gestegen van ± 10 naar zo'n 17 miljoen. Dat is zo'n veertig procent meer. Vooral tot de jaren '80 was er een sterk stijgende lijn, die daarna begon af te zwakken en in de jaren negentig weer op stoom kwam.


In Duitsland zagen we daarentegen een meer gelijkmatige en gestage groei. Tussen 1950 en 1970 steeg het aantal inwoners van ongeveer 70 miljoen naar 78 miljoen, ongeveer tien procent meer. Daarna bleef het stabiel. Nu zijn er ruim 80 miljoen: sinds dertig jaar zijn er maar 2,6 miljoen bijgekomen. 


Die sterkere groei in Nederland tussen 1950 en '80 en de sterke afname daarna hebben gevolgen voor de opbouw van de bevolking. De groep boven de 65 jaar werd relatief steeds groter en het percentage jongeren kleiner. Het is deze natuurlijke bevolkingsgroei die laat zien dat er minder mensen bijkwamen door geboorte. Dit terwijl de mensen steeds ouder worden en op hogere leeftijd sterven. Dit heet een hogere levensverwachting. In de vorige video zagen we al dat er tegelijk een sociale bevolkingsgroei door migratie plaats vond.


Opbouw Nederland

De bevolkingsopbouw wordt getoond in een bevolkingspiramide.


Groei en opbouw Duitsland 

Net als het westerse land Nederland, is ook in Duitsland het geboortecijfer relatief laag in vergelijking met veel armere landen in de rest van de wereld. Duitsland heeft niet zo'n babyboom gekend als Nederland, maar tussen 1950 en 1970 was er wel een zekere natuurlijke bevolkingsgroei. Deze nam na 1970 af, waardoor er nu minder jongere bewoners zijn dan bewoners van middelbare leeftijd. Dus ook daar in Duitsland zullen ze komen te zitten met een grotere groep ouderen, die door een kleinere jongere groep onderhouden moet worden gehouden.


De natuurlijke bevolkingsgroei is in Duitsland licht afgenomen, terwijl de sociale bevolkingsgroei toenam. Net als in Nederland heeft Duitsland na 1950 te maken gekregen met migratie. Althans, West-Duitsland, want het land was toen nog verdeeld in het communistische Oost en kapitalistische West-Duitsland. De leefomstandigheden in het westen waren aanmerkelijk beter dan in het oosten, met zijn werkloosheid en achtergebleven economie. Daardoor probeerden veel mensen, vooral jongeren, te vluchten van oost naar west. 


Nog steeds zie je daarom in het oosten van Duitsland relatief veel ouderen. Maar goed, Oost-Duitsland probeerde, met behulp van Rusland, vanaf 1962 zijn grenzen hermetisch af te sluiten. Het IJzeren Gordijn, de Berlijnse Muur. [Zie ook de Digistudies-VMBO-geschiedenis video's van na 1945.] Die eerste migratiestroom werd toen min of meer gestopt, tot de val van de Berlijnse muur in 1990, waarna oost en west weer werden samengevoegd.

   

Vanaf 1970 kreeg ook West Duitsland te maken met een tweede migratiestroom die de sociale bevolkingsgroei beïnvloedde. Er kwamen gastarbeiders, o.a. uit voormalig Joegoslavië, Turkije, Griekenland en Italië. Migranten die, net als in Nederland, dankzij gezinshereniging daar bleven. Duitsland heeft een grote, van oudsher Turkse gemeenschap. Migranten vestigden zich vooral in stedelijke gebieden, omdat de industrie daar het meeste behoeften aan hen had.