Geschiedenis

12. De val van het communisme en de groei van de markteconomie

Gegeven door:
Richard Mozes
Beschrijving Begrippen

Op deze pagina hebben we het over een nieuwe wereldorde. Dit ontstond door de val van het communisme, waardoor de economische en politieke machtsverhoudingen in de wereld totaal anders kwamen te liggen. Zo viel de Sovjet-Unie uiteen, werden de satellietstaten zelfstandig, werd Duitsland weer één land en splitste Tsjechoslowakije zich op. Ook werd het communisme vervangen door het kapitalisme. Hoe dat allemaal precies ging leer je met deze samenvatting voor geschiedenis.

BRD

Afkorting van Bondsrepubliek Duitsland. Dit was een benaming voor het westelijke deel van Duitsland (1949-1990)

Communisme

Een politieke ideologie die streeft naar een maatschappij waarin productiemiddelen en goederen gemeenschappelijk bezit zijn

DDR

Afkorting van de Deutsche Demokratische Republik. Dit was een benaming van Oost Duitsland (1949-1990)

Economische en Monetaire Unie (EMU)

Binnen een aantal (twaalf) landen uit de EU wordt een gezamenlijk monetair beleid gevoerd. Deze landen hebben hun nationale valuta ingeruild voor de Euro en daarmee het monetaire beleid van de nationale centrale banken overgedragen aan de Europese Centrale Bank

Kapitalisme

Een economisch stelsel waarbij productiemiddelen eigendom zijn van particulieren. Er wordt gestreefd naar een zo groot mogelijke winst

Nationalisme

Een politieke ideologie waarbij de voorliefde voor het eigen land en het eigen volk centraal staat, net als het streven naar nationale zelfstandigheid

NAVO

Afkorting van Noord Atlantische Verdrags Organisatie. Een militair bondgenootschap van de Verenigde Staten, Canada en vele westerse landen (waaronder Nederland)

Parlementaire democratie

Een regeringsvorm waarbij burgers via gekozen vertegenwoordigers in het parlement invloed hebben op het beleid. De uitvoerende macht ligt bij de regering, waardoor burgers alleen indirect deelnemen aan de besluitvorming

Verdrag van Maastricht

Een op 7 februari 1992 gesloten verdrag, waarbij onder meer de oprichting van de Economische en Monetaire Unie afgesproken werd

B1. De Eerste Wereldoorlog

B2. Het Interbellum (1919 - 1939)

B3. De Tweede Wereldoorlog

B4. Europa, de Wereld en de Koude Oorlog

B5. Een Nieuwe Wereldorde, vanaf 1900

Europese samenwerkingen

In Europa zeg men in dat samenwerking op economisch gebied nodig was als zij nog een rol van betekenis wilden spelen. De Verenigde Staten waren namelijk de enige echte wereldmacht op dat moment. De Europese landen begonnen samen te werken in de EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal), wat later werd uitgebreid tot EEG (Europese Economische Gemeenschap). In februari 1992 werd het Verdrag van Maastricht getekend, dat in 1993 in werking trad. Hiermee was de Europese Unie (EU) een feit. Er kwam vooral economische samenwerking tussen twaalf landen: Griekenland, Italië, Spanje, Portugal, Frankrijk, Duitsland, België, Luxemburg, Nederland, Ierland en Denemarken.


Het doel van de EU

Het doel van de Europese Unie is om voor de inwoners van Europa vrede, welvaart en politieke stabiliteit te bevorderen. Daarnaast wil men de economie en sociale ontwikkelingen zo veel mogelijk gelijktrekken, zodat er minder verdeeldheid is tussen de landen. Vooral wat betreft landbouw en veeteelt speelt de EU een grote rol, dankzij een omvangrijk systeem van subsidies.


De euro

Tegelijkertijd met de EU vormden de twaalf landen ook de EMU (Economische en Monetaire Unie), met een gezamenlijke munt: de euro. In 1995 kwamen Oostenrijk, Finland en Zweden erbij. In 1999 kon de euro gebruikt worden voor niet-contante betalingen, en in 2002 kwamen de bankbiljetten en munten in omloop.


Voordelen van de euro

Misschien wel het grootste voordeel van de euro was dat de handel tussen de leden van de EU makkelijker en sneller werd. Ze hadden geen last meer van de steeds wisselende koersen van verschillende valuta. Ook was het makkelijker om prijzen te vergelijken. Daarnaast had zag men ook een politiek voordeel in de euro: het had een symboolfunctie. Als iedereen met de euro betaalde in plaats van met zijn eigen munt, voelde men zich ook meer Europeaan. Toch is het ‘Europeaan voelen’ altijd een probleem gebleven, doordat de cultuurverschillen tussen de Europese landen vrij groot zijn. Denk alleen al maar aan de taalverschillen.


Een handelsblok

Een nieuwe economische stap werd gezet in maart 200, toen de EU de Strategie van Lissabon aannam. De bedoeling hiervan was om de economie van de leden te moderniseren en gelijk te trekken. Zo konden ze één handelsblok vormen op de wereldmarkten, in de concurrentie met landen als India, Brazilië, China en Amerika.


In 2004 kwamen er maar liefst tien nieuwe leden bij de EU: Hongarije, Polen, Slowakije, Tsjechië, Cyprus, Malta, Estland, Letland, Litouwen. Hiermee werd het handelsblok nog sterker gemaakt. In 2007 volgden Roemenië en Bulgarije en in 2013 Kroatië.


De EU heeft nu 27 leden, sinds Groot-Brittannië eruit gestapt is. Dit noemen we de Brexit: British exit. De reden hiervoor was een referendum in 2016, waarin de meerderheid van de bevolking van Engeland voor uittreding stemden. Zij vonden dat ze te weinig te zeggen hadden in de EU. Het grootste probleem van de EU is dat de taal- en culturele verschillen groot zijn, terwijl er ook politieke samenwerking gevraagd wordt. Er worden eisen gesteld aan de lidstaten wat betreft de democratie in het land. Dit loopt niet overal even goed, bijvoorbeeld in Polen, Hongarije en Bulgarije.


Hoe wordt de EU geregeerd?

Om de Europese Unie te regeren worden de volgende instellingen gebruikt:

1. Het Europese Parlement. Dit wordt eens per vijf democratisch en direct gekozen door de inwoners van Europa.

2. De Europese Raad. Dit bestaat uit de 28 regeringsleiders die de algemene richtlijnen aangeven.

3. De Europese Raad van ministers. Deze instelling neemt samen met het Europarlement beslissingen over de wetsvoorstellen. Deze raad wisselt van samenstelling, afhankelijk van het onderwerp. Gaat het over landbouw, dan komen de 28 ministers van landbouw bijeen, etc.

4. De Europese Commissie. Dit bestaat uit 28 eurocommissarissen en vormt de uitvoerende macht. Zij bereiden wetten voor, maakt wetten en controleert of de lidstaten de wetten goed uitvoeren. De Europese commissie zou je een soort regering van de EU kunnen noemen. Het heeft ook een eurocommissarissen, die aan het hoofd staan van een bepaald departement.

5. Het Hof van justitie. Dit bestaat uit onafhankelijke rechters die de wetten toetsen.

6. De Europese Centrale Bank. Deze werkt samen met de 28 nationale banken.


De toekomst van de EU

De Europese samenwerking gaat met horten en stoten. Zo zijn er soms politieke meningsverschillen tussen sommige leden. Ook klaagt men over een gebrek aan democratische controle door het Europees parlement, dus van de Europese burgers. Dit heet ‘het democratische tekort’. Verder is er een discussie over de toekomst: moet de EU een 'verzameling Europese staten' blijven of een Verenigde Staten van Europa worden, zoals de VS van Amerika? Dat laatste zit er voorlopig niet in, gezien de grote verschillen in Europa. Ondertussen kan de EU zich als handelsblok op wereldniveau goed meten met andere grote economieën. Dat is belangrijk in deze tijd van globalisering, waar steeds meer landen samenwerken of integreren op allerlei gebieden.


Militaire samenwerking in Europa

Ook op militair gebied veranderde de wereld na de val van het communisme. Er werd door de NAVO samenwerking gezocht met vroegere Oostbloklanden. Op 11 september 2001 ontstond er een nieuwe, gemeenschappelijke vijand: terrorisme. Op die dag vlogen twee vliegtuigen van de terroristische Al Qaida beweging de Twin Towers van New York binnen. Deze wolkenkrabbers werden gezien als symbool van de Amerikaanse wereldheerschappij. President Bush kondigde de ‘war on terror’ af.


Later volgden verschillende aanvallen van de Islamitische Staat (IS). Dit is een terreurorganisatie die de wereldheerschappij van hun interpretatie van de islam wilde vestigen. Op dit moment lijkt de organisatie verslagen te zijn, maar dat is niet zeker.