NASK 2

1. Scheidingsmethoden

Gegeven door:
Jilles Douze
Beschrijving Begrippen

Hallo, leuk dat je weer kijkt naar een nieuwe video met uitleg voor NaSk 2. In deze video gaan we het hebben over scheidingsmethoden. We bespreken per scheidingsmethode hoe deze werkt, en op welk verschil in stofeigenschap deze scheidingsmethode is gebaseerd.

F1. Productonderzoek

ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
ThumbnailPlay

Samenvatting voor Nask - scheidingsmethoden

We bespreken per scheidingsmethode hoe deze werkt, en op welk verschil in stofeigenschap deze scheidingsmethode is gebaseerd.

Scheidingsmethoden zijn manieren om stoffen van elkaar te scheiden. 


Filtreren

Als eerste gaan we het hebben over de scheidingsmethode filtreren. Het woord zegt het al een beetje, filtreren dat lijkt erg op filteren, de scheidingsmethode filtreren komt veel overeen met filteren. Je gebruikt namelijk een filter om stoffen van elkaar te scheiden.

Dat werkt als volgt. Stel je hebt een mengsel van water en zand, als je dit mengsel dan door een filter schenken met kleine gaatjes, dan zal het water gewoon door het filter stromen, maar het zand zal worden tegengehouden. Op die manier scheid je het zand en het water van elkaar. Dat is dus filtreren. Het zand dat overblijft in het filter, noem je het residu, en het water dat door het filter is geschonken, noem je het filtraat. De scheidingsmethode is gebaseerd op het volgende verschil in stofeigenschap: De deeltjesgrootte. Bij filtreren maak je gebruik van het verschil in deeltjesgrootte van de stoffen die je wilt scheiden. In het voorbeeld zijn de deeltjes zand veel groter dan die van water. Daarom wordt het zand tegengehouden door het filter, en het water niet.


Bezinken

De tweede scheidingsmethode is bezinken. Ook hier zegt de naam eigenlijk al wat de scheidingsmethode inhoudt. Bezinken, bij deze scheidingsmethode laat je een stof namelijk zinken. Dat werkt als volgt.

Stel je hebt een mengsel van water en olie. Water is zwaarder dan olie, dus uiteindelijk zal al het water naar beneden zinken, en de olie zal naar boven drijven. Vandaar dus de naam bezinken. Bij bezinken maak je gebruik van het verschil in dichtheid tussen de stoffen. De dichtheid is de stofeigenschap die aangeeft hoe zwaar een stof is. De stof met de grotere dichtheid zal dus zinken, in ons voorbeeld was dat water, en de stof met de kleinere dichtheid zal dus drijven, in ons voorbeeld was dat olie.


Extraheren

We gaan door naar de volgende scheidingsmethode, namelijk extraheren. De naam extraheren komt van het engelse “to extract” en dan betekent “ergens iets uit trekken” en dat is precies wat je doet bij extraheren.

Extraheren is gebaseerd op het verschil in de stofeigenschap "oplosbaarheid". Een voorbeeld van extraheren is het zetten van thee. In theebladeren zitten sommige moleculen die goed oplosbaar zijn in water. Als je deze moleculen wilt scheiden van de rest van de theebladeren, kan dat door te extraheren. Je schenkt water bij de thee bladeren, deze aparte moleculen lossen dan op in het water, en de rest van de theebladeren niet. Als je dit nu filtrert heb je de oplosbare moleculen van de bladeren gescheiden van de bladeren zelf.